Beestjes in bed, wat zijn het en hoe kun je ze bestrijden?
In bed lig je nooit alleen. Maar het gezelschap is eerder hinderlijk dan dat we er plezier aan beleven. Bovendien kun je moeilijk de aandacht verdelen wanneer het om miljoenen bedgenoten gaat. Je kunt er slapeloze nachten van hebben, of er zelfs psychische klachten aan over houden. Wie zijn het, die ongenode gasten die ons jeuk en rode vlekken bezorgen en wat kun je eraan doen wanneer je allergisch bent voor de beestjes? Hoe kun je ze herkennen, hoe komen ze in ons bed, en vooral hoe krijgen we ze eruit!
Beestjes in bed, een oud probleem
Ongedierte in bed, het is een eeuwenoud verschijnsel. De hygiëne mag dan in de loop der tijd wel zijn verbeterd, toch komen we er maar niet vanaf. Er is een periode geweest waarin in Europa een effectief middel tegen bedwantsen gebruikt werd. Het beest was nagenoeg uitgeroeid. Maar dit bestrijdingsmiddel werd verboden. Omdat de bedwants zich gemakkelijk verplaatst over de hele wereld, door mee te reizen met toeristen en zakenmensen, is het probleem weer volop terug. Onder andere in Amerika zijn grote uitbraken geweest van de bedwants.
De ongewenste gasten houden van warme temperaturen en de zomer is dan ook hun favoriete periode! Dat de temperatuur op aarde oploopt, speelt de overlevingskansen in de kaart.
Wie zijn onze gasten die jeuk en allergie veroorzaken?
Dat er ongedierte op ons matras leeft, dat staat dus vast. Het kan zelfs gaan om miljoenen diertjes. We staan er niet bij stil, want we zien ze immers niet of nauwelijks. Tijd om eens kennis te maken met de meest voorkomende soorten.
Bedwants
De cimex lectularius, ofwel bedwants genoemd, is met zijn 5 à 6 millimeter lengte groter dan de huisstofmijt. Het heeft zes pootjes en twee antennes en is ovaalvormig. Volwassen exemplaren zijn roodbruin gekleurd. De bedwants voedt zich met bloed, het liefst van de mens. Het beest bijt je en daardoor heb je er vrijwel altijd last van wanneer je ze in je bed hebt. Je kunt er kleine wondjes aan overhouden die erg kunnen jeuken. Dit in tegenstelling tot de huisstofmijt, wanneer je hier niet allergisch voor bent, dan slaap je als een roos. Ook al zijn ze met een miljoen.
De slaapkamer is de favoriete verblijfplaats van vooral de bedwants. Ze houden van de kooldioxide in de lucht die we uitademen en van onze lichaamswarmte. Ze houden zich op in naden van matrassen, bed frames etc. Bruinzwarte puntjes op het matras of andere plekken nabij het bed, kunnen duiden op ontlasting van de bedwants.
Bedwantsen kunnen heel hard lopen. Dat is ook de enige manier van voortbewegen. Er wordt niet gevlogen of gesprongen door de bedwants. Het zijn meesters in verstoppen. Een bedwants kan wel een jaar oud worden. Een periode van enkele maanden zonder 'eten' is geen probleem. Wanneer het beestje zich vervolgens gaat voeden, dan kan dit enkele minuten duren. Het lijf van het beestje zwelt op tot twee maal zijn eigen grootte en gewicht. Ze zijn verder behalve hinderlijk ongevaarlijk. Ze kunnen geen ziektes overbrengen.
Huisstofmijt
In aantallen komt de huisstofmijt dus meer voor dan de bedwants. Ze zijn met een afmeting van 0,1 tot ongeveer 0,6 millimeter veel kleiner dan de bedwants. Eigenlijk zijn het zeer kleine spinnetjes met een witachtige kleur. Zoals gezegd heb je er geen last van wanneer je niet allergisch bent. Mensen die wel allergisch zijn hebben vooral klachten als gevolg van een reactie op de uitwerpselen van de huisstofmijt. Klachten uiten zich in een constante loopneus of juist een verstopte neus, jeukende en rode ogen, een moeilijkere ademhaling en uitslag. Bij het naar bed gaan kunnen de klachten verergeren, maar ook wanneer je bijvoorbeeld thuis aan het schoonmaken bent en de huisstofmijt in beweging komt door het verplaatsen van meubels en het afnemen van het beddengoed. Een relatief hoge luchtvochtigheid is belangrijk voor het overleven van de huisstofmijt. Huisstofmijt gedijt in het hele huis, ze houden zich vooral op op plaatsen waar stoffen zijn zoals gordijnen, vloerbedekking en beddengoed.
Vlooien
Vlooien zijn met hun lange achterpoten echte springers, in tegenstelling tot de bedwants en de huisstofmijt. Ze bijten de hele dag door en trekken zich dus niets aan van daglicht. Ze zijn 1 tot 3 millimeter groot. De kattenvlo is in Nederland de meest voorkomende soort. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de vlo ook in honden en in de mens geïnteresseerd. Net als de bedwants voedt de vlo zich met bloed door middel van een beet. De mensenvlo komt in West-Europa bijna niet meer voor.
Ook vlooien verstoppen zich graag in naden en kieren van matrassen en bed frames, maar ook plinten e.d. Ze zijn dus kleiner dan bedwantsen, maar nog wel met het blote oog te zien. Wanneer je geen huisdieren hebt zoals honden en katten dan is de aanwezigheid van vlooien zo goed als onwaarschijnlijk.
Hoe kun je het ongedierte bestrijden?
Afhankelijk van het soort ongedierte waar je last van kunt hebben, zijn er verschillende oplossingsrichtingen waarmee over het algemeen succes geboekt kan worden:
Bestrijden van huisstofmijt
- Ontvochtigen van de lucht door: goed ventileren of aanschaf van een luchtontvochtiger
- Enkele keren per week stofzuigen (met speciaal filter, bijvoorbeeld een hepa-filter)
- Bij voorkeur geen vloerbedekking maar een gladde vloer zoals steen, laminaat etc.
- Aanschaf van beddengoed tegen huisstofmijtallergie
Bestrijden van bedwantsen en vlooien
Zelf het gevecht aangaan met bedwantsen, maar ook met vlooien is een erg lastige opgave. De meeste bestrijdingsmiddelen werken niet bevredigend. Meestal heeft dit te maken met de lange nawerking die het middel moet hebben, maar ook kunnen de beestjes bestand raken tegen de gangbare middelen die in de handel verkrijgbaar zijn. In het geval van de bedwants en de vlo kan het beste hulp gevraagd worden van een bedrijf dat gespecialiseerd is in ongediertebestrijding. Wel kun je het beste bij ontdekking van de beestjes de ruimte isoleren en geen meubelen verplaatsten. Ook geen kleding en beddengoed. Voorkomen dient te worden dat de beestjes de rest de woning gaan ontdekken.
Voor de vlo geldt nog in het bijzonder dat deze veelal afkomstig is van een huisdier zoals een kat, hond of knaagdier. Het is dus verstandig eerst de bron aan te pakken en bij ontdekking van de vlo op je huisdier advies in te winnen bij bijvoorbeeld een dierenarts of dierenspeciaalzaak.