Eetlust bij honden: mijn hond eet niet!
De hoeveelheid voedsel die een hond spontaan tot zich neemt is normaal gezien voldoende om zijn energiebehoefte te dekken en hem te voorzien van de nodige vitamines, mineralen en eiwitten. Vooral als de hond dan nog een goed uitgebalanceerde kwaliteitsvoeding krijgt, zou men denken dat er helemaal geen probleem mag zijn. In de praktijk ligt het echter niet altijd zo eenvoudig...
De smakelijkheid van diervoeders moet ervoor zorgen dat de hond voldoende voedingsstoffen binnen krijgt, echter zonder daarbij overconsumptie uit te lokken. Droogvoeders worden voorzien van speciale coatings die voor de smaak zorgen. Helaas zijn er tegenwoordig voeders op de markt die een zeer hoog vetgehalte hebben, soms wel tot 33 procent. De hond, van nature een liefhebber van vet, vindt deze producten zeer smakelijk en kan er daardoor te veel van eten, met vetzucht tot gevolg. Het dier laat dan wel een goede eetlust zien, maar dat hoeft dus niet altijd gezond te zijn.
Waarom eet hij niet?
Het tegenovergestelde kan ook: puppy's, jonge en soms volwassen honden kunnen voor korte of langere tijd weigeren te eten. Het is belangrijk om de mogelijke oorzaken van deze
verminderde eetlust te achterhalen om vervolgens gepaste maatregelen te kunnen nemen. Ten eerste moet ziekte worden uitgesloten, raadpleeg bij twijfel een dierenarts. Zeker bij puppy's moet men geen risico nemen, want die krijgen snel te maken met een negatieve energiebalans. Laten we eens kijken naar de factoren die op de
eetlust van een hond van invloed kunnen zijn.
Diergebonden factoren
Honden zijn snel geconditioneerd op een bepaald soort voer. Verandering van soort voer dient geleidelijk te geschieden en enige volharding van de eigenaar kan daarbij gewenst zijn. Sommige rassen hebben een voorkeur ten aanzien van bijvoorbeeld de consistentie van het voer. Dit geldt met name voor de kleine rassen, die harde brokken vaak weigeren en een voorkeur hebben voor diners en .,voer. Deze laatste producten zijn echter vaak van een mindere kwaliteit en minder geschikt voor gezondheid van het gebit, daarom is het van groot belang dat deze dieren al als jonge pup aan brokjes gewend raken.
Ook de leeftijd van de puppy’s speelt een rol. Voor een puppy is het spenen (afwennen van het zogen) een periode van heel veel stress, de overgang van moedermelk naar vast(er) voedsel dient op een geleidelijke manier te geschieden. Voedsel kan eerst geweekt met melk worden aangeboden. Nadien kan men het voedsel weken met water. Het is normaal dat een puppy in een nieuwe omgeving weinig eetlust vertoont. Het kan nuttig zijn de pup in het begin te voeden met het product dat hij kreeg bij de fokker.
Lacterende (zogende) teven hebben aan het einde van de
lactatieperiode veel minder eetlust omdat er minder elk geproduceerd hoeft te worden. Ook aan het begin van de lactatieperiode is de eetlust gering. Daarna neemt deze snel toe zodat voeren met een puppy- of
prestatievoer (energierijker per gewichtseenheid) zeker op zijn plaats is. Schijnzwangerschap kan voor zowel een toe- als afname van de eetlust zorgen. Indien de schijnzwangerschap gepaard gaat met melkafgifte kan deze door de voeding te verschralen worden teruggedrongen, maar de vraag is of dit wenselijk is. Beter is met de dierenarts te overleggen over een specifieke behandeling van de teef.
Tijdens de loopsheid zijn veel teven nauwelijks geïnteresseerd in voeding, en ook eventuele mannelijke soortgenoten in de nabije omgeving kunnen dusdanig van slag zijn dat eten hen niet meer interesseert. In deze gevallen kan een bepaalde vorm chemische castratie uitkomst bieden.
Eerst drinken, dan eten
Na een zware inspanning wil een vermoeide hond vaak niet eten. Drinken is dan belangrijker voor de hond.Voedsel kan dan beter een tijdje nadien aangeboden worden als de hond tot rust is gekomen.
Omgevingsgebonden factoren
Bij hoge temperatuur neemt de eetlust af. In dit geval kan een geconcentreerder voer dan een uitkomst bieden. Uit onderzoek is gebleken dat honden bij temperaturen vanaf circa 21 graden Celsius een verhoogde energiebehoefte krijgen door het hijgen als gevolg van verrichte arbeid. Het is dus onjuist om te denken dat honden bij warm weer minder eten nodig hebben.
Het beste is om voer op vaste tijdstippen aan te bieden. Dat is beter dan het zogeheten ad libitum (onbeperkt) voeren, waarbij de hond constant eten ter zijner beschikking heeft. Tussen de maaltijden door wordt de voederbak best verwijderd omdat de hond anders de hele dag door gaat eten.
Snacks zijn meestal zo smakelijk dat de hond de neiging heeft zijn voorkeur te verleggen naar de lekkere tussendoortjes, waardoor het normale voedsel geweigerd gaat worden. Bedenk dat het in principe alleen om het gebaar gaat dat de baas de hond wat te eten `gunt'. Het zit tussen onze oren dat dit per se een (vaak ongezonde) `snack' moet zijn.
Voergebonden factoren
Een brok kan eigenschappen hebben die een hond minder bevallen. Vooral voor kleine hondenrassen is het prettiger als de brokjes niet te groot en niet te hard zijn. De overgang naar een voer met een lager vetpercentage zal door de hond meestal niet op prijs worden gesteld.
Door langdurige opslag onder verkeerde omstandigheden kan de geur van het voer verloren gaan en het product minder aantrekkelijk worden.
Moderne verpakkingstechnieken trachten hieraan zoveel mogelijk aandacht te besteden. Door een onjuiste opslag van het voer kan bijvoorbeeld schimmelvorming optreden, wat leidt tot smaak- en/of geurbederf. Ook oxidatie heeft hetzelfde effect. Men moet zich realiseren dat de reukzin van een hond honderden malen sterker is dan die van de mens. Een hond kan een voer reeds weigeren wegens geurbederf, terwijl de eigenaar nog helemaal niets afwijkend ruikt.
5 tips om de eetlust te bevorderen
- Voeg aan droogvoer heet water toe en wacht vervolgens enkele minuten alvorens het aan de hond te geven.
- Water kan worden vervangen door een bouillon of wat (verdunde) jus zonder vet.
- Voeg een kleine (!) hoeveelheid poedermelk of geraspte kaas toe aan het voer. Doe dit echter niet bij pups! Deze producten bevatten namelijk veel calcium en extra calcium is voor pups een absolute 'no-no'.
- Verandering van voer dient op een geleidelijke manier te gebeuren, zeker als het gaat over voer van verschillende merken of kwaliteitslijnen.
- Weigert de hond om te eten? Haal de bak dan na twintig minuten weg en bied het voer drie uur later opnieuw aan.
Let op! Wees er u van bewust dat een geringe hoeveelheid van een bepaald soort voer voor de hondenneus al een enorme geur teweeg kan brengen, zeker als het wordt bevochtigd met lauw water.
Niet alle voertonnen zijn geschikt voor de opslag van voeding voor dieren. Sommige kunststoffen kunnen schadelijke stoffen afgeven aan devoeding. Maak de voerton na iedere verpakking goed schoon. Bewaar de `grote' voervoorraad het liefst donker en koel, de weekvoorraad kan dan bijvoorbeeld wel in de keuken bewaard worden.
Naar de dierenarts!
Als uw hond om onduidelijke redenen slecht blijft eten en geen goede voedingbalans heeft, is het raadzaam uw dierenarts te raadplegen. Verborgen ziekten zijn niet zelden de oorzaak van een wisselende of slechte eetlust. Een tumor of een hartziekte kunnen soms misleidende effecten hebben: het dier kan dan als gevolg van de aandoening een verhoogde energiebehoefte en dus een normale eetlust hebben, maar in feite toch heel ziek zijn.