Het houden van landschildpadden en de wet
Landschildpadden mag je niet zomaar in je bezit hebben. De landschildpadden die in Nederland het meest als huisdieren gehouden worden, vallen onder de beschermde diersoorten. Het in het bezit hebben van zo’n dier is verboden. Wanneer je aan een aantal voorwaarden voldoet geldt er echter een vrijstelling op het verbod. Voldoe je niet aan de voorwaarden dan is er nog de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen, de zogenaamde bezitsontheffing.
Soorten
In dit artikel gaat het over de volgende soorten landschilpadden:
- De Moorse landschildpad (Testudo graeca)
- De Griekse landschildpad (Testudo hermanni)
- De vierteenlandschildpad (Testudo horsfieldii)
- Egyptische landschildpad (Testudo kleinmanni)
- De helmschildpad ook wel breedrandschildpad of klokschildpad (Testudo marginata) genoemd
De lijst van beschermde diersoorten is onderverdeeld in verschillende bijlagen. Behalve de vierteenlandschildpad (Testudo horsfieldii), wat een
Bijlage B-landschildpad is, zijn alle bovengenoemde soorten
Bijlage A-landschildpadden.
Vrijstelling
Wanneer je een Bijlage A-landschildpad houdt van een tweede of latere generatie nakweek dan heb je een vrijstelling van het bezitsverbod, dat wil zeggen dat je het dier gewoon mag houden. Voorwaarde is we wel dat het dier voorzien is van een microchiptransponder en dat je een registratie bijhoudt.
Wanneer je een Bijlage A-landschildpad hebt die uit het wild komt of van een eerste generatie nakweek is, dan heb je ook een vrijstelling mits je de schildpad al voor 1 juni 1984 in je bezit hebt gekregen én er toen melding is gedaan bij het Ministerie van LNV of als je een uitvoervergunning van voor 1984 hebt. Deze dieren moeten wel een microchiptransponder dragen.
Voor Bijlage B-landschildpadden geldt de vrijstelling als je kunt aantonen dat je het dier rechtmatig hebt verkregen. Je moet dan wel een registratie bijhouden.
Voldoe je niet aan bovengenoemde voorwaarden dan heb je een bezitsontheffing nodig om de landschildpadden te houden.
Bezitsontheffing
Een bezitsontheffing wordt alleen verleend wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- De dieren zijn van een aantoonbaar legale herkomst
- De dieren krijgen een goede verzorging en de huisvesting is op orde
- De dieren zijn voorzien van een microchiptransponder
- De houder houdt een registratie bij
- De eigenaar van het dier of de aanvrager van de ontheffing is niet veroordeeld voor een overtreding van de Flora en faunawet. Ook mag hij of zij geen schikking in het kader van deze wet geaccepteerd hebben
Ad 1: De
legale herkomst van je dieren kunnen aantonen door allerlei documenten. Welke documenten je nodig hebt in een bepaalde situatie kun je vinden op www.hetlnvloket.nl (zoek op infoblad landschildpadden, bijlage 1). Heb je geen documenten dan dien je bij je aanvraag bezitsontheffing zoveel mogelijk informatie mee te sturen over de wijze waarop je het dier verkregen heeft, wanneer, waar en van wie. Voor dieren van eigen nakweek toon je de legale herkomst aan door dit te melden in de registratie die je bijhoudt. Bij twijfel over de ouderdieren kan de overheid een DNA-onderzoek laten uitvoeren.
Ad 2: In een brochure van het ministerie van LNV staan
huisvestingscriteria (te vinden op www.hetlnvloket.nl ). Voor particulieren die de landschildpadden als huisdier houden en slechts af en toe nakweek verkoopt zijn deze huisvestingscriteria slechts een aanbeveling, een richtlij. Wanneerje als particulier besluit in beslag genomen dieren op te nemen, moet je wel aan de huisvestingscriteria voldoen. Ook eigenaars die met de schildpadden fokken voor commerciële doeleinden moeten aan deze criteria voldoen.
Ad 3: Zie ‘De microchiptransponder’
Ad 4: Welke gegevens je moet bijhouden om aan de
registratieplicht te voldoen staat omschreven in de Regeling Administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantensoorten. Deze regeling vindt je op www.overheid.nl. Ga naar Wet-en regelgeving, Ministeriële regelingen.
De microchiptransponder
Bijlage A-landschildpadden moeten gemerkt worden met een microchiptransponder. Sommige soorten zijn te klein om gechipt te kunnen worden. In dat geval kun je de minister vragen om van de merkplicht ontheven te worden. Wanneer het dier niet meer dan 500 gram weegt kun je in ieder geval een ontheffing krijgen. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor een landschildpad niet gechipt kan worden. Ook dan kun je de minister vragen om een verklaring tot ontheffing van de merkplicht. Bij de aanvraag moet je dan wel een verklaring van de dierenarts bijvoegen waaruit blijkt dat het dier niet gechipt kan worden. Een verklaring van de minister om niet te hoeven chippen kun je aanvragen met het formulier ‘Beszitsontheffing’.
Aanvraag bezitsontheffing
Wanneer je een bezitsontheffing aanvraagt moet je in ieder geval de volgende gegevens aanleveren:
- Wetenschappelijke soortnaam en aantal per soort
- Datum waarop en plaats waar u het dier gekocht heeft
- Naam, adres en land van de leverancier
- Land waar het dier vandaan komt (als dit een ander land is dan het land van de leverancier)
- Nummer van het CITES-document waarmee je het dier heeft verkregen
- Gegevens soort en code van de microchiptransponder
- Datum aanbrenging van de microchiptransponder
- Gewicht groter of kleiner dan 500 gram
Het aanvraagformulier ‘ Bezitsontheffing’ kun je downloaden van het internet www.hetlnvloket.nl .