Kattenziektes en vaccinaties
Een kattenleven wordt bedreigd door diverse virusziekten. Tegen de meeste van deze ziekten is een beschermende vaccinatie mogelijk.
Het vaccintaiteschema voor katten:
Op de leeftijd van 9 weken: kattenziekte + niesziekte besmettelijke leukemie (afhankelijk van de omstandigheden). Op de leeftijd van 12 tot 13 weken: herhalingsinenting. Pas na deze tweede enting ontstaan voldoende afweerstoffen.
Informatie over virusziekten bij de kat
Kattenziekte (panleukopnenie)
Veroorzaakt een meestal fatale onsteking van alle slijmvliezen (diarree / longontsteking). Het komt gelukkig weinig voor.
Besmettelijke leukemie (FeLV)
Deze ziekte komt, in Spanje (vooral onder zwerfkatten) nog wel voor; na een bestrijdingsprogramma in Nederland, komt die nauwelijks meer voor. Het is een langzaam verlopende ziekte, die op den duur fataal afloopt. De ziekte gaat gepaard met bloedarmoede en de vorming van tumoren. In tegenstelling tot bij de mens is deze ziekte bij katten overdraagbaar. Katten kunnen elkaar besmetten via seksueel contact of beetwonden. Kittens, geboren uit een besmette moeder, zijn zelf ook weer positief. Een jaarlijkse inenting geeft een redelijke bescherming tegen infectie. Het is verstandig de kat eerst te testen om er zeker van te zijn dat de kat negatief is.
Niesziekte
Een veel voorkomende ziekte, waarbij de slijmvliezen van neus, keel en ogen ontstoken zijn. De oorzaak is een complex van twee virussen (het Calicivirus en het Rhinotracheitisvirus) en een bacterie die elkaar versterken. Het is uiterst besmettelijk en vooral katten met een korte neus, zoals Perzen, zijn extra gevoelig. Er is een behandeling mogelijk. Het sterftepercentage is laag. Bij niet behandelde katten kan de ziekte chronisch worden waarbij de kat maandenlang virus uitscheidt. Chlamydia is een bacterie, die bij een niesziekte vaak een rol speelt. Tegen de virussen bestaat geen medicijn. De bacteriën kunnen niet met antibiotica bestreden worden. Enting geeft een korte bescherming, nauwelijks een jaar.
Katten-Aids (fIV)
Is een op leukemie gelijkende ziekte en tast (net als Aids bij de mens) het afweersysteem aan, waardoor het lichaam niet meer in staat is andere infecties te overwinnen. De kat gaar hierdoor langzaam maar zeker ten gronde. Tegen deze ziekte bestaat nog geen vaccin. Wel kan via een eenvoudige bloedtest vastgesteld worden of de kat positief is. Het is een schrale troost dat het Aids-virus alleen katten besmet en voor de mens ongevaarlijk is. Ook deze ziekte komt in Spanje regelmatig voor (zwerfkatten!). Evenals bij FeLV kunnen katten elkaar besmetten via seksueel contact of beetwonden.
Infectieuze peritonitis (FIP)
Deze ziekte kan zich in 2 vormen uiten: een natte vorm, waarbij veel vocht ontstaat in borst- en buikholte en de droge vorm, die ontstekingshaardjes in de organen veroorzaakt. Zieke dieren hebben een heel kleine kans op herstel. Veel katten raken besmet met het Coronavirus zonder veel verschijnselen. Ze hebben hooguit een paar dagen diarree. Bij onderzoek blijkt 80% van de katten de ziekte doorgemaakt te hebben. Slechts 5% ontwikkelt FIP. Er is nog geen goed vaccin ontwikkeld.
Hondsdolheid
Deze ziekte beperkt zich niet tot de hond. Rabiés is dan ook een betere benaming. Bij katten is vaccinatie alleen verplicht bij export.