Een gelukkige kat in huis
We willen goed zijn voor onze huisdieren, maar staan er niet altijd bij stil wat er nodig is om een kat gelukkig te houden. Spreekt voor zicht dat een kat “huis en haard” moet hebben en dus een plek om te kunnen leven of minimaal te schuilen als het een buitenkat is en voeding is natuurlijk ook zo’n basisaspect van “verzorgen”. Niet iedere buitenkat kan aan een eigen maaltje komen. Voor de binnenkat spreekt het sowieso voor zich dat er eten moet zijn. Maar waar moeten we nog meer aan voldoen om een gelukkige kat in huis te hebben?
Een baas of personeel
Van een kat wordt vaak gezegd dat deze geen baas heeft, maar personeel. De man of vrouw die zorgt dat het beestje niets te kort komt. Nu is de echte kattenman of vrouw meestal toch een iets ander mens dan de hondenman of vrouw. Maar voorop staat dat als je huisdieren hebt, je er goed voor bent.
Nu zijn aan “ergens goed voor zijn” verschillende gradaties te geven, maar overall zijn er wel wat kenmerken te noemen die maken of een kat “gelukkig” is. Gedragsdeskundige schijnen zo nu en dan in artikelen hun licht over ons populaire huisdier.
Gezondheid
Gezondheid staat bij de mens centraal en dat geldt ook voor het huisdier. We willen gezonde beesten en dat wil zeggen dat ze goede voeding moeten hebben. Voldoende beweging, en dat kan binnen ook met speeltjes geregeld worden, liefde en ruimte.
Voeding
Sommige mensen zweren bij bepaalde merken en andere wisselen graag af. Andere maken weer zelf de voeding, let op dat wel alle benodigde stoffen aanwezig zijn, en weer andere mensen combineren. Als je de bekende merken neemt kan een kat met brokken uit de voeten (er zitten voldoende voedingsstoffen in), maar soms is nat eten ook wel zo lekker. Eventueel nog een kattensnoepje en je kat is verzadigd. Het voordeel bij katten is verder dat ze redelijk tot goed omgaan met hun voeding. De kat eet
Bron: Eigen kat - Annastaal zeker zo’n 12 keer per dag een muizenhapje en als een kat verzadigd is, zal ze meestal stoppen. Niet 2x per dag dus eten neerzetten (dan blijven er vele uren van honger over), maar zorg dat er altijd brokjes klaar staan en vers drinkwater. De kat is duidelijk anders dan de hond, die vaak doorgaat tot de bak leeg is … honger of geen honger.
Bewegen
Een buitenkat regelt haar beweging zelf, maar een binnenkat moet je een beetje helpen. De hele dag de trappen op en af gaat ook vervelen, maar wat speeltjes die te kat scherp en bezig houden, zijn vaak prima voor voldoende beweging. Heb je meerdere katten die allemaal nog actief zijn, dan kan er ook in huis een race gehouden worden. Dit wil nog wel eens ingezet worden. Katten plagen of dagen elkaar ook uit.
Je kunt er ook voor kiezen dat ze moeite moeten doen voor hun eten en dan kunnen er brokjes in een speeltje gedaan worden en moeten ze moeite doen deze brokjes eruit te halen. Niets zieligs aan, past prima in het patroon van eten.
Ruimte
De buitenkat heft een territorium waarbinnen hij/zij leeft. Soms is dat een groot gebied, maar het kan ook een brokje huizen zijn. Voor de binnenkat ligt dat anders. Als je één kat hebt, is het huis haar/zijn ruimte, maar als je er meerdere hebt, moet je rekening houden met het gegeven dat ze zich terug moeten kunnen trekken. Teveel katten in een kleine ruimte kan tot gefrustreerde katten leiden … en daar worden ze over het algemeen niet prettiger in de omgang van. Bovendien, ze kunnen gaan plassen buiten de bak of elkaar “in de haren zitten”. Zorg voor voldoende ruimte (en bijbehorende kattenbakken).
Check-up
Een keer per jaar naar de dierenarts voor de inentingen en een algemene check is niet verkeerd. Een kat kan pijn, als er bijvoorbeeld een ziekte onder de leden is, prima verdoezelen. Als de kat er dan niet slecht uitziet, heb je het als eigenaar niet in de gaten.
Maar een kat kan ook afwijkend gedrag gaan vertonen, zoals wildpoepen, agressie of sproeien. Je kunt het meestal niet voorspellen, maar een kat kan het op de meest uiteenlopende manieren tentoonspreiden. Tijdens een check-up kan je zaken bespreken of kan de dierenarts direct bepaalde controleren uitvoeren en bovendien een dierenarts is het zijn/haar vak.
Bron: Annastaal Liefde
De kat lijkt onafhankelijker dan de hond en misschien is dat ook wel zo. De gemiddelde hond zal eerder vragen om aandacht en van alles voor de baas doen om in een goed daglicht te komen dan de kat dit zal doen. Toch heeft de kat ook liefde en aandacht nodig. De kat komt dit op haar manieren ook “halen”. Ze wil in je buurt zijn als je aan tafel, op de bank of achter de computer zit. Soms zonder enige vorm van geluid te maken, draaien ze in je buurt om je heen. Ze willen geaaid worden of even kroelen of gewoon je liefde voelen door vlakbij te zijn en aan je te snuffelen.
Katten zijn intelligent, ze beseffen maar wat goed in wat voor mood je bent. Ook als je verdrietig bent. Maar waar een hond op het oog meer “troost”, zal een kat bijvoorbeeld rondjes voor je draaien, de staart langs je gezicht laten gaan of met het achterwerk naar je toe gaan liggen (wat een grote mate van vertrouwen wil zeggen).
Bovendien, als je niet van huisdieren houdt, moet je er niet aan beginnen. Je zit er immers vele jaren aan vast en is geen cadeautje wat je ook weer terzijde kunt schuiven.
Tot slot
Een huisdier is in Nederland steeds vaker een redelijk volwaardig lid van het gezin. Als er iets mee is, gaat men net als bij de kinderen naar de arts. Het dier(tje) moet beter worden, want je wilt een beestje immers gelukkig oud zien worden in je gezin. Een gelukkige kat, maakt ook de eigenaar een stuk gelukkiger.