Jack Russell Terriër
De Jack Russell Terriër vindt zijn oorsprong in Groot-Brittannië, waar hij werd gebruik als werkhond om tijdens de jacht de dassen en vossen uit hun hol te jagen. Het is een temperamentvol hondje die veel beweging nodig heeft. De uiterlijke kenmerken van de Jack Russell kunnen onderling nogal verschillen. Dit komt omdat er meer aandacht werd besteed aan werkeigenschappen en karakter, dan aan uiterlijk bij de fok.
Geschiedenis van de Jack Russell Terriër
De Jack Russell Terriër is ontstaan aan het begin van de 19e eeuw. Dominee John Russell kocht in zijn studententijd een hondje met de naam Trump. De dominee hield van de vossenjacht en wilde met zijn teefje honden fokken die geschikt waren voor de jacht op vossen en dassen. Het moest een handzaam hondje zijn, die tijdens de jacht makkelijk mee kon te paard op het zadel of in de zadeltas. De Jack Russell stond opgesteld om de vossen en dassen uit hun hol te jagen. Er waren toen al twee typen: de normaalbenige Parson Russell Terriër en de kortbenige Jack Russell Terrier.
Uiterlijk van de Jack Russell Terriër
Opmerkelijk bij het uiterlijk van de Jack Russell Terriër is, dat er veel verschil zit in uiterlijke kenmerken. Ondanks dat het ras is ontstaan in Engeland, is de rasstandaard van de Jack Russell ontwikkeld in Australie. Deze rasstandaard is vastgelegd door de Federation Cynologique Internationale (FCI). De FCI hanteert voor het uiterlijk de volgende standaard:
- Sterk, lenig en flexibel lichaam van gemiddelde lengte
- Vacht is gladharig, ruwharig of "broken"
- Schofthoogte 25 tot 30 cm
- Gewicht tussen de 5 en 6 kg
- Kleur: overwegend wit, met tankleurige of zwarte aftekeningen
- Vlakke schedel van gemiddelde breedte, smaller toelopend naar de ogen, toelopend naar een brede voorsnuit
- Zwarte neus
- Sterke, krachtige kaken met een scharend gebit
- Kleine, donkere ogen
- Hangend- of knopoor
- Sterke hals en rechthoekig lichaam, dat langer is dan hoog
- Rechte, korte staart
- Stevige, rechte poten, die niet te ver uit elkaar staan
Karakter van de Jack Russell Terriër
De Jack Russell Terriër heeft zich ontwikkeld tot een leuke gezelschapshond. Hij is graag onder mensen, is trouw aan zijn baasje en kan goed met kinderen overweg. Buitenshuis is het een echt jachthondje, dat graag achter alles wat beweegt aan jaagt. Het is belangrijk een Jack Russell goed op te voeden, zodat hij niet op eigen houtje op jacht gaat naar de kippen of kat van de buren. Een Jack Russell Terriër heeft veel beweging nodig. Ze zijn nagenoeg onvermoeibaar. Een blokje om is niet voldoende en als zij hun energie niet kwijt kunnen, botvieren zij dit binnen. Jack Russells zijn erg waaks en zullen dus regelmatig blaffen. Om dit in te perken zul je dit van jongs af aan moeten afleren. Dit geldt ook voor graven. Zij vinden het heerlijk om te graven, maar maken geen onderscheid tussen het bos of het zorgvuldig bijgehouden bloemenperkje in de tuin. Een gedegen opvoeding en veel beweging zijn dus de ingrediënten voor een goed hondenleven van de Jack Russell Terrier.
Aanschaf van een Jack Russell Terriër
Heb je besloten een Jack Russell Terriër aan te schaffen, dan is het verstandig een fokker te zoeken die is aangesloten bij de rasvereniging, Nederlandse Vereniging Jack Russell Terriër (NVJRT). Deze fokkers fokken volgens het fokreglement. Zij zorgen ervoor dat ouderdieren getest worden op erfelijke aandoeningen en dat de pups hun noodzakelijke inentingen, chip en wormenkuren krijgen.
Jack Russells zijn makkelijk in onderhoud. Hun vacht vraagt weinig verzorging. Qua beweging en opvoeding moet je wel veel tijd besteden aan dit ras. Zij zijn erg druk en energiek en hebben een dominant karakter. Het is belangrijk om al van jongs af aan met een gedegen opvoeding te beginnen. Heb je dat er voor over, dan kun je veel plezier beleven aan de Jack Russell Terrier.
Ziekten en aandoeningen bij de Jack Russell Terriër
Er komen bij de Jack Russell Terriër een aan aantal erfelijke aandoeningen voor:
- Patella Luxatie (PL) : erfelijke gewrichtsaandoening van de knieschijf
- Oogafwijkingen, zoals grauwe staar en lensluxatie
Goede fokkers testen beide ouderdieren op deze erfelijke aandoeningen en fokken alleen met honden die vrij zijn hiervan.