Konijnen koppelen
Konijnen kunnen ontzettend leuke huisdieren zijn. Maar vaak zijn het, ondanks hun knuffelige uiterlijk, geen dieren die graag gehanteerd worden. Een aai over hun bolletje kunnen ze vaak erg waarderen, maar oppakken en knuffelen vinden veel konijnen helemaal niet fijn. Liever zijn ze lekker samen met een soortgenootje, die wel eerst uitgebreid voorgesteld dient te worden. Want net als mensen, vinden konijnen elkaar niet altijd aardig. Van twee konijnen een setje maken noemen we koppelen. En dit dient op een goede manier gedaan te worden.
Twee is beter dan een
Zo'n 72% van de tamme konijnen in Nederland leeft alleen. Dit terwijl konijnen hele sociale dieren zijn; het zijn namelijk groepsdieren. Hoe goed u ook voor uw konijn zorgt, hij blijft altijd behoefte hebben aan contact met soortgenoten. Dit zorgt ook voor een langere levensverwachting. Zo wordt een konijn dat alleen wordt gehouden vaak niet ouder dan 5 jaar, terwijl een konijn dat met soorgenootjes wordt gehouden wel 15 jaar kan worden. Tevens is de interactie tussen hen ook ontzettend leuk om te zien, wat voor u als eigenaar alleen maar nog meer plezier geeft van uw huisdieren.
Aanschaf van een maatje
Wellicht heeft u al een konijn, waar u nu een vriendje of vriendinnetje voor zoekt. Kies dan altijd voor een soortgenootje. Soms wordt een konijn gekoppeld aan bijvoorbeeld een cavia, maar de verschillen tussen deze dieren zijn groter dan de overeenkomsten. Zowel konijnen als cavia's hebben hun eigen gedragingen en communicatie. Tevens is hun behoefte in voeding heel verschillend, wat moeilijk te controleren is als ze samen leven. Hierdoor kan het konijn overgewicht krijgen, dat weer zorgt voor veel gezondheidsklachten. Kies daarom altijd voor een soortgenootje.
Waar haalt u het maatje voor uw konijn vandaan?
Dit zou kunnen bij een fokker, een dierenspeciaalzaak of een tuincentrum, maar ook kunt u ervoor kiezen een konijn te redden uit een asiel of knaagdierenopvang. Een van de grote voordelen is dat zij u kunnen helpen bij het voorstellen (vaak in een 'speed date') en/of koppelen van de konijnen. Als het niet klikt, dan kunt u uw konijn aan een ander konijn proberen te koppelen. Wanneer u een konijn bij een fokker, een dierenspeciaalzaak of tuincentrum haalt is deze mogelijkheid er vaak niet, waarna u met twee konijnen zit die niet bij elkaar kunnen. Daarom is het raadzaam om naar een asiel of knaagdierenopvang te gaan. Heeft u nog geen konijn, maar wilt u graag een koppel? Ook dan kunt u het beste naar een asiel of knaagdierenopvang gaan, aangezien zij vaak al konijnenkoppels hebben.
Waar moet u op letten?
- Geslacht: Twee rammen (mannetjes) of twee voedsters (vrouwtjes) gaan meestal niet goed samen. Het beste kunt u dus ervoor kiezen om een gecastreerde ram en een voedster te koppelen. Zorg wel dat er minimaal 3 weken tussen de castratie en het koppelen zit, aangezien ze voor die tijd toch nog vruchtbaar kunnen zijn. Het liefst iets langer, aangezien ze in het begin toch vaak nog willen rijden. Dit kan door de voedster gezien worden als dominantie, en een dominante voedster zal dit niet accepteren. Vanwege het rijgedrag van rammen is het niet raadzaam om een ongecastreerde ram en gesterilliseerde voedster te koppelen. De ram zal de voedster lastig blijven vallen, waardoor er spanning tussen hen kan ontstaan. In enkele gevallen kan de voedster zelfs dood gereden worden.
- Karakter: Net als mensen vinden ook konijnen elkaar niet altijd aardig. En net als mensen hebben konijnen een eigen karakter. Kijk goed naar het karakter van uw konijn en bedenk welk karakter daar goed bij zou passen. Kies dus niet een konijn uit enkel gebaseerd op het uiterlijk. Een konijn zal hier ook niet op letten. Het grootste kans van slagen heeft u wanneer u een dominant konijn met een onderdanig konijn koppelt, of twee onderdanige konijnen. Twee dominante konijnen zullen blijven strijden, dat uiteindelijk zal leiden tot verwondingen of zelfs de dood. Zodra ze eenmaal met elkaar hebben gevochten, heeft de koppeling een zeer geringe kans van slagen.
- Leeftijd: Het is raadzaam om konijnen van rond dezelfde leeftijd te koppelen. Een jong konijn is vaak nog erg actief, terwijl een ouder konijn vaak meer behoefte heeft aan rust. Onderling zou dit kunnen leiden tot onrust. Daarnaast is het natuurlijk het fijnste wanneer de konijnen het grootste gedeelte van hun leven bij elkaar kunnen blijven. Want ook konijnen rouwen om het verlies van hun maatje.
- Gezondheid: Koppelen kan erg stressvol zijn voor konijnen. Koppel daarom konijnen niet wanneer deze in slechte gezondheid zijn, ook als ze niet besmettelijk zijn. Dit kan de gezondheid van het konijn verslechteren.
- Vaccineren: Zorg dat beide konijnen zijn gevaccineerd tegen VHS en Myxomatose. Dit zijn beide ernstige ziekten die bij konijnen voorkomen. Ze kunnen er wel tegen gevaccineerd worden, maar zijn ze eenmaal ziek dan zijn hier helaas geen behandelingen voor. Meestal is dit een doodsvonnis. Voorheen moesten konijnen elk half jaar worden ingeënt. Tegenwoordig hebben ze vaccinaties die uw konijn een jaar lang beschermt.
- Huisvesting: Twee konijnen hebben meer ruimte nodig dan een. Konijnen kunnen zowel binnen als buiten gehuisvest worden, mits ze beschermd worden tegen zon, wind, vorst en regen. Zorg altijd voor voldoende loop-, ren- en sta ruimte. Ze hebben ongeveer 1 m2 oppervlakte per konijn nodig. Een hok waar 2 konijnen in gevestigd zijn dient minimaal 1.20m lang te zijn. Zorg dat het hok hoog genoeg is voor het konijn om volledig gestrekt in te kunnen staan. Ook zijn de meeste konijnen dol op graven. In deze behoefte kan worden voorzien door bijvoorbeeld een wasteil met zand in het hok te plaatsen.
Voorbereidingen
- Het belangrijkste is dat de ram tijdig gecastreerd is. Normaal wordt er een periode van 2 tot 3 weken aangehouden voor de konijnen gekoppeld kunnen worden. Persoonlijk vind ik 6 weken minimaal, vanwege het rijgedrag van de ram.
- U dient een (tijdelijke) tweede kooi aan te schaffen. Soms zijn deze ook te leen (soms tegen borg betaling) bij opvangcentra of asiels. Het kan nooit kwaad om een extra kooi te hebben als ziekenboeg.
- Heeft het ene konijn altijd buiten gezeten, en het andere konijn altijd binnen? Dan moet u eerst voorbereidingen treffen in de huisvesting. In de koude maanden kunt u dan beter het buiten konijntje naar binnen halen. Zorg er wel voor dat het temperatuursverschil geleidelijk wordt opgebouwd. In de warme maanden kunt u de konijntjes beide in een apart buitenhok houden, of u kunt ervoor kiezen ze beide binnen te halen. Let er op dat het 's nachts niet kouder wordt dan 14 graden, om het konijntje langzaam aan de kou buiten te laten wennen. Meestal is dat rond de maanden juni en juli.
Speed daten
Bij asiels en knaagdierenopvangcentra wordt er vaak gekozen voor een speed date. Soms is dit zelfs een pre om een konijn te kunnen adopteren. Tijdens deze speed date wordt uw konijn aan meerdere anderen voorgesteld. Hierna kan gekeken worden met welk konijn de grootste klik was. Deze neemt u dan mee naar huis om ze daar verder te koppelen. U krijgt dan nog niet de papieren mee van het konijn en betaalt ook nog niet. U heeft het konijn enkel 'te leen'. Klikt het toch niet? Dan kunt u het konijntje weer terug brengen, en eventueel een ander konijntje meenemen om te koppelen.
Het koppelen
Het komt ook voor dat konijnen elkaar gelijk leuk vinden en binnen korte tijd al lekker bij elkaar liggen, elkaar wassen, enzovoorts. Zo'n koppeling heeft weinig hulp nodig. Is dit niet direct het geval, dan heeft u wat meer geduld nodig. Het koppelen moet op een plek buiten de hokken gebeuren. Deze plek moet aan een aantal eisen voldoen:
- De ruimte is neutraal. Dit betekent dat ze er geen van beide ooit is geweest, en wat dus geen geur bevat van een van de konijnen.
- De ruimte is niet te klein, maar ook niet te groot; ongeveer 2x3 meter. Denk bijvoorbeeld aan een afgesloten stukje gang. Dit kunt u op verschillende manieren afsluiten, zoals losse delen van een ren. De badkamer kan ook een goede plaats zijn, ook voor het schoonmaken erna, omdat er nog wel eens gesproeid kan worden. Zorg wel dat u vlug bij de konijnen kunt zijn, zonder dat u bij het koppelen in de weg loopt.
- Er zijn geen ruimten waar ze zich kunnen verstoppen. Als een van de konijnen zich in een hoekje verstopt, kan het zich bedreigd voelen zodra de ander in de buurt komt.
Tijdens het koppelen zullen ze de rangorde gaan bepalen. Dit gaat meestal door op elkaar te rijden. Zowel de ram als de voedster kunnen gaan rijden. Wil de een constant op de ander rijden, dan kunt u dit konijn het beste zachtjes wegduwen om het andere konijn een beetje rust te geven. Houd sowieso een plantenspuit met water in de buurt, mocht u tekenen van agressie zien.
Slechte tekens:
Wanneer een konijn zijn oren schuin naar achter houdt, zijn staart omhoog houdt, snelle bewegingen naar het andere konijn maakt en in sommige gevallen gromt, spuit dan eerst met de waterspuit op de kop van het konijn. Neemt hij/zij later weer deze houding aan, dan kunt u de konijnen beter uit elkaar zetten. Het konijn neemt een aanvals houding aan en heeft duidelijk geen interesse in de ander. Het ziet er niet naar uit dat deze konijnen aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Als ze eenmaal hebben gevochten, is de koppelkans vrijwel nihil.
Het komt wel voor dat het dominante konijn een knauw geeft of met de voorpoten slaat. Zo geeft het konijn zijn/haar grens aan. U hoeft dan niet direct de konijnen in de hokken te zetten. Zorg dat ze even wat afstand nemen door ze ongeveer 2 meter uit elkaar te zetten. Houd uw waterspuit bij de hand, mocht het konijn agressie gaan vertonen. Dan kunt u met de waterspuit een straaltje op de kop van het konijn spuiten. Het konijn zal dan even afgeleid zijn, waardoor de spanning kan worden doorbroken.
Goede tekens:
Wanneer de konijnen elkaar lijken te negeren, dan is dit een goed teken. Dit betekent namelijk in het 'Konijns' dat ze elkaar vertrouwen en elkaar de rug toe durven te keren. Ook wanneer ze languit gaan liggen, gaan eten of zich gaan wassen voelen ze zich prettig in elkaars buurt.
Houd ze de eerste keer niet langer bij elkaar dan een half uur. Zet de konijnen vervolgens beide in een aparte kooi, waarbij ze elkaar wel kunnen zien en ruiken, en ze met hun lichaamstaal met elkaar kunnen communiceren. Zorg wel voor een beetje afstand tussen de kooien (ongeveer 7 cm), zodat ze niet door de tralies naar elkaar kunnen gaan bijten. Zet de koppeling de dag erna voort, en laat ze dan iets langer bij elkaar. Laat steeds 6 tot 8 uur tussen de koppelingen zitten, tot ze elkaar volledig accepteren.
Wanneer is de koppeling geslaagd?
Zodra ze elkaar gaan wassen en bij elkaar gaan liggen, dan is de koppeling geslaagd! Het beste is om ze nu niet meer uit elkaar te zetten. Het is raadzaam ze nog een aantal dagen binnen te houden om ze in de gaten te kunnen houden. U kunt dan de deurtjes uit de kooien halen, en de hokken met de openingen naar elkaar zetten. Bevestig de hokken wel even aan elkaar met bijvoorbeeld tie-wraps. Als ze na een paar dagen helemaal aan elkaar zijn gewend, kunt u ze eventueel samen verhuizen naar een buiten verblijf.