Aards paradijs: de Kashmir vallei

De Kashmir vallei ligt tussen de met sneeuw bedekte bergpieken van de Pir Panjal. Deze vallei is een van de mooiste, vruchtbaarste en klimatologisch meest gematigde streken van heel India. De Kashmir vallei was zo geliefd bij de mogolkeizer Djehangir (die leefde van 1605 tot 1627), dat toen men hem op zijn sterfbed vroeg of hij nog iets wenste hij slechts antwoordde: "Alleen Kashmir".

Ontstaansgeschiedenis van de Kashmir vallei

Omstreeks 60 miljoen jaar geleden was de Kashmir vallei de kom van een meer. Dit meer was ongeveer 900 meter diep, 140 km lang en 30 km breed. Het werd gevoed met smeltwater van gletsjers en het water van gezwollen bergrivieren. Toen dit meer later verdween, bleef er een vruchtbaar dal achter, dat nu afwatert op de kronkelende rivier de Jhelum. Bij Baramula verlaat de Jhelum Kashmir.

Hindoe mythologie

Volgens de hindoe-mythologie was het meer ooit het domein van een watergeest, die luisterde naar de naam Jalodbhava. Deze watergeest wilde de goden te gronde richten. Zolang Jalodbhava in het water verbleef was hij onoverwinnelijk. Het conflict tussen de goden enerzijds en de watergeest anderzijds werd pas opgelost toen een heilige man, de kleinzoon van de schepper Brahma, zich met zijn toverzwaard een weg baande door de bergen bij Baramula. Het lukte de kleinzoon van de schepper om het meer leeg te laten lopen, waardoor de watergeest hulpeloos achterbleef.

Pelgrims
Iedere zomer trekken pelgrims naar de grot van Amarnath. Hier zou Sjiva (de hindoegod van schepping en vernietiging) aan zijn vrouw (de godin Parvati) de geheimen van het heelal hebben onthuld. In de grot is een grote ijszuil, die ontstaan is door het gestage druppelen van een natuurlijke bron. Wanneer de pelgrims tot Sjiva bidden, bestrooien zij deze zuil met bloemblaadjes.

Hedendaags Kashmir

Een deel van Kashmir ligt in Pakistan, terwijl de Kashmir vallei te vinden is in de deelstaat Jammu en Kashmir in het noorden van India. De vallei ligt op een hoogte van 1600 meter in de bergen, die de vallei-bewoners tegen de ergste moessonregens beschermen. Door de hoge ligging is het klimaat er veel zachter dan in de omliggende streken. Tijdens het koloniale bewind trokken de door de hitte geplaagde Britten dan ook in groten getale naar Kashmir en Simla. Op de vlakte hing soms dagenlang een broeierige hitte van rond de 40 graden Celsius.

De hoofdstad Srinagar

Zeer in trek was de hoofdstad van Kashmir, Srinagar. De Britten wilden er graag land kopen om huizen op te bouwen, maar de maharadja weigerde dit. De Britten zochten toen maar het water op en namen hun intrek in zelfgebouwde houten woonboten op het Dalmeer. Nu zijn de Britten vertrokken, maar de boten liggen er nog en worden aan toeristen verhuurd.

Geschiedenis van Srinagar

Srinagar werd in de 3de eeuw voor Christus gesticht, toen keizer Asjoka boeddhistische zendelingen naar Kashmir zond. Tot 144 na Christus werd het land door 52 koningen geregeerd, waarna door diverse heersers het hindoeisme en de islam werden ingevoerd. De mogolkeizer Akbar stak met zijn gevolg de Ganges over en veroverde in 1585 Kashmir dat werd ingelijfd in het islamitische mogolrijk. 's Zomers verbleef keizer Akbar in Kashmir. Het was ideaal gelegen, betrekkelijk dicht bij het machtscentrum in Delhi en de handelsroute over de bergen. Verder bood Kashmir aangename verkoeling en was het er niet stoffig, zoals in de vlakte. Keizer Akbar riep Kashmir uit tot zijn 'prive-tuin' met de bedoeling de inwoners ervoor te laten zorgen. Hij nam het initiatief tot de bouw van de prachtige paleizen met hun lusthoven in Kashmir's hoofdstad Srinagar. Keizer Akbar bracht de irrigatie naar India, bedacht belegeringstactieken en stelde de eerste regels voor het polospel op.

Landbouwgrond

Voorbij de drukte van de stad ligt landbouwgrond waarop de granen: rijst, tarwe en mais en allerlei vruchten worden verbouwd. Boven de akkers (in het geïsoleerde voorgebergte van de Himalaya, waar je alleen per pony of te voet kunt komen) leven de semi-nomadische stammen van de Gujar en Basharval, die buffels en geiten houden.

De mogoltuinen

Alle mogoltuinen zijn ingericht volgens een vast patroon, waarin altijd een reeks van rechthoekige, verspringende terrassen voorkomen. In de tuinen van Srinagar stroomt het water over stenen muurtjes en onder paviljoens door om ten slotte via een reeks van watervallen in de tuinen in het Dalmeer uit te komen. De grootste van deze tuinen is Nishat Bagh ( Bagh is het Hindi woord voor tuin). Deze tuin heeft een oppervlakte van 550 meter bij 340 meter en werd in 1633 aangelegd naar een ontwerp van Asaf Chan (de zwager van Sjah Djahan, de bouwer van de Tadj-Mahal). Sjah Djahan was ook de schepper van Shalimar Bagh, die de prachtigste tuin ter wereld genoemd wordt vanwege zijn schitterende paviljoens, watervallen en een overdaad aan exotische bloemen.

De drijvende tuinen

De boeren hebben een ingenieuze manier gevonden om extra gewassen te telen in een land waar vlakke landbouwgrond schaars is. Ze verzorgen drijvende tuinen, die bestaan uit stroken riet van 2 m breed met aarde erop. De rietstroken liggen vast aan palen. Vanuit ondiepe boten verzorgt iedere boer zijn eigen tuintje en laveert tussen de tomaten en pompoenen of kleurige bloemen door. Wanneer dat nodig is of wanneer het de boer zint, worden de drijvende tuinen meegenomen en kunnen elders weer worden afgemeerd. Het meer is inmiddels beroemd om deze drijvende tuinen; een vorm van tuinbouw die niet alleen efficient is maar ook uiterst decoratief.

Hemel op aarde

Om haar schoonheid en zachte klimaat heeft men de Kashmir vallei, deze zomerresidentie van zowel de mogelkeizers als de over India heersende Britten, wel vergeleken met de hemel op aarde.