Suikeresdoorn (Acer saccharum): kleurrijke boom uit Canada
In de 19de eeuw werd de suikeresdoorn veel aangeplant in parken en straten. Het is een boom die snel groeit en in de herfst geven de vijflobbige bladeren de boom prachtige kleuren van felgeel, fluorescerend oranje tot donkerrood. Met de opkomst van het gemotoriseerde verkeer in de 20ste eeuw kreeg de suikeresdoorn het behoorlijk moeilijk. Door de CO2-uitstoot van de eerste auto’s, zure regen en bodemverzuring, werd de suikeresdoorn massaal vervangen omdat de boom erg gevoelig voor is voor omgevingsinvloeden. De vaak oude bomen in Nederland, die niet van een kweker afkomstig zijn, zijn ingevoerd.
De naam suikeresdoorn (Acer saccharum)
De suikeresdoorn of de rotsesdoorn is een plant uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae), uit het geslacht Acer. De suikeresdoorn is inheems in Oost-Canada en aangrenzende delen van de Verenigde Staten. In deze landen staat de suikeresdoorn vooral bekend om zijn esdoornsiroop of ahornsiroop. In de winter slaan de wortels suiker op die met de sapstroom na de winter (eind februari), naar boven komt. Door een inkeping in de schors te maken en er een emmer onder te hangen, wordt de sapstroom opgevangen en verder verwerkt tot esdoornsiroop. Nachten met temperaturen onder nul gevolgd door mooie dagen, zijn de meest ideale situatie voor een optimale sapstroming. Zo gauw het blad ontluikt in april, stopt de sapstroom en is het oogstseizoen voorbij. De Latijnse naam voor suiker is ‘saccharum’ en dit is meteen de verklaring voor de naam Acer saccharum. Rond 1740 is de suikeresdoorn ingevoerd als een exoot in Europa. De suikeresdoorn komt in de 21ste eeuw o.a. voor in:
De suikeresdoorn bij huis Verwolde aangetast door schimmels
- Tilburg: In het Wilhelminapark;
- Amersfoort: In Plantsoen Oost;
- Nijmegen: Op de Voerweg in Nijmegen. Door Canada zijn in de jaren 80 van de 20ste eeuw 32 Canadese Acer saccharum’s aan de gemeente Nijmegen geschonken ter herdenking van de gesneuvelde Canadese militairen ten tijde van WO II;
- Laren: Het Bijzondere Bomenpad bij huis Verwolde. De tuin werd in 1926 aangelegd waaronder de suikeresdoorn met als bijzonderheid een gedraaide stam. Anno 2018 is de suikeresdoorn aangetast door schimmels.
Ook te bezichtigingen in de
- Historische tuin van Aalsmeer;
- Trompenburg Tuinen en Arboretum in Rotterdam/Kralingen;
- Belmonte Arboretum in Wageningen;
- Hortus Haren;
- Botanische Tuinen Utrecht;
- Botanische Tuin Arboretum Oudenbosch.
Andere esdoornsoorten
- Andere meer bekendere esdoornsoorten zijn:
- Japanse esdoorn (Acer palmatum);
- Noorse esdoorn (Acer platanoides);
- Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus);
- Witte esdoorn (Acer saccharinum).
Verwar de witte esdoorn (Acer saccharinum) vanwege de Latijnse naam niet met de Latijnse naam van de suikeresdoorn (Acer saccharum).
Cultivars
Een cultivar is een plant of groep planten die afwijkt van de natuurlijke soort (van de suikeresdoorn) en die op grond van een bepaalde eigenschap of eigenschappen zoals kleur, ziektebestendigheid of winterhardheid, gekweekt zijn uit enten, stekken of via zaad. De suikeresdoorn is veel vermeerderd met als resultaat vele cultivars. Gekweekte esdoorns hebben voornamelijk de prachtige bladkleur van de suikeresdoorn.
De boomschors
Kenmerken van de suikeresdoorn (Acer saccharum)
De suikeresdoorn is een bladverliezende boom die in de oorspronkelijke gebieden van Noord-Amerika een hoogte kan bereiken van gemiddeld 35 tot 40 meter. In Nederland kan de suikeresdoorn hoogtes bereiken van 10 tot 20 meter en de boom heeft een dichte, brede kroon. De boom stelt weinig eisen aan de grondsoort, als het maar niet te nat is en liever niet erg kalkrijk. De boomschors is grijs en horizontaal gespleten. De suikeresdoorn is een boom die schaduw verdragen kan.
Hydraulische herverdeling
Hydraulische herverdeling is het mechanisme van sommige bomen om bodemwater te herverdelen. De zijwortels van de suikeresdoorn zijn oppervlakkig en uitgebreid en zitten dan ook gedeeltelijk in natte grond en gedeeltelijk in droge grond. Bij droogte wordt het grondwater door de penwortel naar de zijwortels in de droge grond vervoerd en bij veel regen wordt het water naar de zijwortels in de droge grond vervoerd. Ook de planten die in de buurt van de suikeresdoorn groeien, profiteren ervan.
Milieuvervuiling
Alle bomen zijn gevoelig voor schade als gevolg van milieuvervuiling, maar sommige bomen, waaronder de suikeresdoorn, zijn extra gevoelig en hebben eerder kans om te verzwakken en te bezwijken. Begin 20ste eeuw komen er auto’s in het straatbeeld en ontstaat er zure regen. Zure regen bevat stoffen zoals zwavel, stikstof en ammoniak. Afkomstig van de uitlaatgassen van auto’s, verbranding van olie, aardgas, afval en ammoniakuitstoot. Ook bodemverzuring is een gevolg van zure regen. In de jaren 60 van de 20ste eeuw, werd strooizout gebruikt tegen de gladheid op wegen en bleek de suikeresdoorn langs de wegen flink te verzwakken door deze ‘nieuwe’ omstandigheid. De suikeresdoorn werd dan ook massaal vervangen door andere bomen die beter tegen de diverse milieuomstandigheden konden.
Zadelzwam op de suikeresdoorn
De suikeresdoorn is gevoelig voor de zadelzwam. Wonden die veroorzaakt worden bij het snoeien of takbreuk door wind of onweersinslag maken dat de zwammen die vaak in groepjes bij elkaar leven, een kans krijgen op zadelzwam. Op levend hout gaat dit ten koste van de gastheer (parasitair), een parasiet die het kernhout verteert waardoor de boom steeds zwakker wordt.
Hout
Het hout van de suikeresdoorn is erg hard en wordt gebruikt voor de aanleg van bowlingbanen, vloeren van basketbalvelden, muziekinstrumenten (gitaar, viool), honkbalknuppels en biljartkeus. Het hout van de suikeresdoorn is het hardste van alle esdoorns.
Blad
Het blad van de suikeresdoorn verschijnt in april en heeft een doorsnee van zeven tot twaalf centimeter. De bovenkant van het blad heeft een donkergroene kleur en de onderkant heeft een heldere lichtgroene kleur. De bladeren staan op lange bladstelen en de bladvorm is getand. Het blad heeft vijf spitse lobben waarvan de bovenste lobben groter en dieper getand zijn. De bladeren van de suikeresdoorn kleuren in de herfst prachtig diep goudgeel of helderrood en oplichtend oranje. Sommige suikeresdoorns hebben in de herfst zelfs bladeren met álle kleuren op hetzelfde moment.
Bloem
De suikeresdoorn bloeit van april tot mei. De weinig opvallende bloemtrossen zijn geelgroen en verschijnen gelijktijdig met het uitlopen van het blad. De bloemtrossen bevatten ongeveer vijf tot tien onopvallende, naar beneden hangende bloemen die geen bloembladeren hebben. De bloemen hangen aan lange, slappe stelen. In Nederland bloeit de boom alleen als het voorgaande jaar een warme zomer is geweest.
De zaden
Esdoornsoorten hebben allemaal zaden in de vorm van vleugeltjes. De suikeresdoorn heeft twee deelvleugels die aan elkaar vastzitten. De vleugels zijn twee tot drie centimeter lang en worden in de volksmond ook wel 'helikoptertjes' of 'neusjes' genoemd. Wanneer ze in september uit de boom dwarrelen en door de wind verder gevoerd worden, lijken ze op de wieken van een helikopter.
Wanneer het zaadje (0,7 tot 1,2 centimeter in doorsnee) met het vleugeltje op de grond terecht komt, kiemt het na 90 dagen onder het vriespunt in de volgende lente, wanneer de grond is opgewarmd. Opengemaakte vleugeltjes worden soms door kinderen onder de neus geplakt.
Weetje
Het blad van de suikeresdoorn ('maple leaf') is het nationale symbool van Canada en staat afgebeeld op de Canadese vlag.