Bakkabouters bij paarden verjagen

Elke paardenliefhebber kent ze: de bakkabouters! Wij mensen hebben ze nog nooit in het echt gezien, maar de meeste paarden zien ze regelmatig. De bakkabouters staan voor niet begrepen spanningen bij het paard. Het paard ziet ‘iets engs' in de hoek van de bak en durft niet meer de hoek in of springt met vier benen tegelijkertijd van de grond. Waar komen de bakkabouters vandaan en nog belangrijker, hoe kom je er weer van af?

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet…

Om van bakkabouters af te komen moet je eerst weten waarom een paard bakkabouters ziet. Hiervoor is onder andere inzicht in het zicht van het paard nodig. Een uitleg van de werking van het paardenoog is onder andere hier te vinden: Het gezichtsvermogen van het paard.

Het vluchtgedrag van een paard

Het paard wil vluchten wanneer de hersenen vanuit het oog een signaal krijgen van een mogelijk gevaar. De hersenen zorgen ervoor dat het lichaam adrenaline aanmaakt om snel te kunnen vluchten. Door de extra adrenaline zal het paard op de vlucht slaan. En door het vluchten zal er weer extra adrenaline aangemaakt worden. Het paard komt in een vicieuze cirkel terecht: hij vlucht door de adrenaline en door de adrenaline vlucht hij.

De cirkel doorbreken

Als ruiter wil je deze cirkel natuurlijk doorbreken. Omdat het niet mogelijk is om de adrenaline letterlijk te verlagen moet de ruiter er voor zorgen dat het paard stopt met vluchten. De enige mogelijk die de ruiter heeft is het paard stil te zetten.

Door het stilzetten van het paard, krijgt het paard de tijd om te kijken waar hij nu eigenlijk zo bang voor is. Het paard zal ondervinden dat, datgene waar hij van geschrokken is, niet levensbedreigend is. Door goed naar de signalen van het paard te kijken kan je zien wanneer het paard de situatie weer vertrouwt.

Op dat moment kan je dan met het paard in beweging komen, naar voren stappen, om verder te kijken naar de angstige situatie. Als het paard weer angst laat zien, hij gaat snuiven, spert de neusgaten open, spant zijn spieren aan, stop je weer met bewegen en laat je de angst weer wegvloeien uit het paard. Dit doe je net zo lang totdat het paard stil blijft staan en zelf de angstige situatie gaat onderzoeken. Geef je paard hier de tijd en de ruimte voor.

Wanneer je dit bij elke spannende situatie zo opbouwt, zal het wegvloeien van de spanning steeds sneller gebeuren. Je neemt het initiatief, je bent de leider en het paard zal je er dankbaar voor zijn. Geef hem steun en vertrouwen dat het goed is.

Bakkabouters verjagen

Vaak zitten de bakkabouters op een bepaalde plek in de bak verstopt: in de hoek, achter het juryhuisje, in de bosjes. Vanuit de natuur gezien is het logisch dat het paard van dit soort plekjes schrikt, de meeste roofdieren verstoppen zich namelijk. Het kan ook zijn dat het paard op een bepaalde plek een vluchtprikkel heeft gekregen die hij niet had verwacht. Het paard kan bijvoorbeeld bij het snoepen van gras langs de bakrand in aanraking zijn gekomen met het schrikdraad. Het paard zal dan op die bepaalde plek een schrikreactie blijven houden. Door de leiding te nemen en het paard te tonen dat er echt geen bakkabouter zit, zal de vluchtreactie van het paard afnemen.

Werk aan jezelf

Leg de lat even wat lager

Los eerst het bakkabouter probleem op, voordat je weer gaat trainen. Misschien is het een idee om aan het begin van de training naar de angstige plek rijden en je paard laten zien dat het niet eng is.

Straal rust uit

Zorg er in elk geval voor dat jij zelf rustig blijft. Zorg ervoor dat je rustig blijft ademen, een paard kan prima signalen van een mens aflezen. Als jijzelf geen rust uitstraalt, kan je dat van je paard ook niet verwachten.

Word niet boos

Een paard straf geven omdat hij bang is heeft geen zin. Een paard snapt niets van straf omdat hij bang is. Het enige wat kan gebeuren is dat het paard ook bang van mensen gaat worden.

Past het paard bij je?

Elk paard wordt geboren met het instinct om te vluchten voor gevaar. Dit zit in het DNA van het paard verankerd. Sommige paarden, vooral de paarden die hoger in het bloed staan, schrikken echter eerder dan andere paarden. Wanneer je grote problemen hebt met de mate waarin je paard schrikt, moet je goed bedenken of dit wel jouw droompaard is.

Grondwerk

Ook grondwerk is een goede oefening om samen met je paard te doen. Loop samen met je paard naar de spannende plek en ga samen kijken wat er aan de hand is. Het is vanaf de grond makkelijker om de signalen van angst en ontspanning te lezen dan vanuit het zadel. Als het paard eenmaal rustig langs de spannende plek is gelopen kan je het vanuit het zadel gaan proberen.

Schriktraining

Het paard kan ook leren om niet overal van te schrikken. Je kunt bij het paard allerlei ‘angstaanjagende’ object introduceren. Maak eens een parcours van vuilniszakken, wapperende vlaggen, dansende ballonnen, zet een radio aan, hang slingers op, leg een grondzeil neer en laat het paard kennismaken met al deze voorwerpen. Hij zal hierdoor wennen aan vreemde zaken en zal in het dagelijkse leven minder schrikken. Laat het paard de vreemde voorwerpen wel aan beide kanten zien, anders zal het paard er alsnog van schrikken. Dit omdat hij een monoculair zicht heeft.

Medische klachten

Bedenk dat schrikreacties ook een medische oorzaak kunnen hebben. Een paard dat angstig of onzeker gedrag vertoond, kan een verminderd zicht hebben, of pijn. Laat bij twijfel altijd de dierenarts langskomen.