ADL-hond: hulp bij lichamelijke beperking
Een ADL-hond is een bijzonder soort hulphond die getraind is om mensen met een lichamelijke beperking te helpen. ADL staat voor Activiteiten in het Dagelijkse Leven. Een ADL-hond is speciaal geselecteerd en heeft een intensieve training doorgemaakt om die activiteiten te kunnen verrichten. ADL-honden worden opgeleid in gastgezinnen voordat ze aan hun uiteindelijke taak kunnen beginnen.
Hulp voor rolstoelgebruiker bij talrijke karweitjes
Waar een ADL-hond bij kan helpen is bijvoorbeeld dingen oprapen en aangeven zoals de afstandsbediening, telefoon of post. Ook kan een dergelijke hond de deur open maken, lichtknoppen of liftknoppen bedienen en kastdeurtjes openen en dicht doen. Maar hij kan ook moeilijke karweitjes verrichten zoals als een portemonnee uit een tas pakken, aan een kassabediende geven en weer aanpakken en terugdoen in de tas of de was in de wasmachine of droger doen en er weer uithalen of gordijnen dichtdoen en open schuiven. Tevens kan een ADL-hond helpen bij mensen met een slecht gehoor om bijvoorbeeld te waarschuwen als de deurbel klinkt.
Lichamelijke beperking: met hulphond minder afhankelijk
Degene die beschikt over zo’n hulphond is veel minder afhankelijk van de omgeving. Ook kan daardoor het zelfvertrouwen van zo iemand groeien. Onderzoek heeft aangetoond dat het hebben van een ADL-hond het functioneren van mensen met een functiebeperking in de maatschappij bevordert.
Taak van een gastgezin
Het opleiden van een ADL-hond kost veel tijd en energie. De eerste veertien maanden verblijft de hond vaak in een gastgezin. Een gastgezin bestaat uit vrijwilligers die proberen al te beginnen met de opleiding en zodoende een basis te leggen voor een vervolgopleiding. Een gastgezin wordt aanvankelijk wekelijks bezocht door puppytrainers van een opleidingscentrum en later om de twee weken. Tijdens die bezoeken krijgen de gastgezinnen tips, opdrachten en oefeningen om met de hond te werken en aan allerlei situaties te laten wennen.
Veertigtal basiscommando’s
Het gaat bij die eerste opleiding vooral om basiscommando’s en basisvaardigheden zoals komen, aan de lijn lopen, los volgen, liggen, zitten en het wennen aan situaties zoals, autorijden, winkelbezoek, in de bus en trein enz. In totaal wordt gewerkt aan een veertigtal basiscommando’s die gericht zijn op wat de honden later gaan uitvoeren bij mensen met een lichamelijke functiebeperking.
ADL-hond moet aan veel dingen wennen
De eerste vijf maanden mag door de leden van het gastgezin en ook door anderen, de hond nog worden geaaid maar daarna niet meer. Tijdens de eerste periode is het belangrijk dat de hond in aanraking komt met zoveel mogelijk mensen om ook aan zeer verschillende mensen te wennen zoals jong, oud, brildragend, met snor en baard, donkergekleurd, met bijzondere kleding, verschillende stemmen enz. Na vijf maanden mogen alleen de leden van het gastgezin de hond aanhalen. Een hond zal aaien als een beloning beschouwen en het is beter dat dit alleen gebeurt door de leden van het gastgezin. Hij zal dan beter alleen voor zijn baasje werken. Bij vreemden kan dan bijvoorbeeld worden geleerd dat de hond een pootje mag geven.
Svp niet aaien
Op het moment dat een hond aan het trainen is kan dat herkend worden aan een speciaal tuigje op zijn rug wat hij vanaf ongeveer de vierde maand krijgt. Op het tuigje staat het logo van de SHN (Stichting Hulphond Nederland) en de tekst: “svp niet aaien”. Passanten kunnen dan ook helpen door de hond niet aan te kijken of er tegen te praten waardoor de hond zijn concentratie houdt op de oefening. Later moet de hond leren om de opdracht ondanks afleidingen toch goed uit te voeren.
ADL-hond wél toegestaan
Hoewel honden meestal niet welkom zijn in winkels zijn er winkeliers die het binnenkomen van ADL-honden wél toestaan. Ook is het soms toegestaan op andere plekken met een ADL-hond te komen waar normaal geen honden mogen komen zoals in een ziekenhuis, theater of dierentuin.
Eindfase van opleiding
Na de periode in het gastgezin, die een tot anderhalf jaar duurt, wordt de hond verder opgeleid door de SHN. Daarbij worden door professionele trainers de puntjes op de i gezet en wordt de opdrachtenlijst uitgebreid. Ook wordt een rolstoeltraining gedaan. Als de hond na ongeveer een half jaar klaar is wordt begonnen met de trainingsschool. Deze bestaat uit een training door een rolstoelgebruiker waarbij de cliënt leert omgaan met de hond. Uiteindelijk haalt een groot aantal honden die opgeleid worden de finish en kunnen naar tevredenheid van de cliënt worden ingezet.
Lees verder