De vuursalamander
Veel kans is er niet om dit diertje te zien maar misschien komt hij na een onweer uit zijn schuilplaats van bladeren, stenen of mos om te genieten van het frisse water. Vooral in beukenbossen in het zuiden van België zijn de vuursalamanders aanwezig.
Korte informatie
De vuursalamander is een dier dat thuis hoort bij de klasse van de amfibieën en de orde van de urodela met als familie de salamanderachtigen. De grote van de vuursalamander kan verschillen tussen de 15 en de 28 cm . Tijdens de voortplantingstijd sporen ze elkaar op met visuele waarneming maar ook door geuren ontstaat er contact waarna het wijfje goed ontwikkelde eieren legt (ovovipariteit). Vuursalamanders leven 5 tot 10 jaar in een natuurlijke omgeving tenzij het eerder is opgegeten door een van zijn natuurlijke vijanden bv. dassen,egel,slangen,vogels. Zelf voedt hij zich met insecten,spinnen, slakken en aardwormen. We vinden de vuursalamander terug in bossen met onderhout en tot een hoogte van 1200m in heel Europa met als uitzondering Sicilië,Alpen, en Sardinië.
Kleurrijke verschijning
Ook de salamander heeft een naakte huid zoals alle kikvorsachtigen wat hem dus zeer kwetsbaar maakt, ook in de zon kan het diertje snel uitdrogen daarom zoekt het een bescherming op vochtigere plaatsen en wacht tot de nacht tevoorschijn komt. De vlekken en de vorm van de vuursalamander verschilt erg, soms zijn de vlekken hele stroken of soms zelfs is de salamander volledig geel. Hij doodt zijn dieren door middel van een gif dat gemaakt wordt door klieren in zijn huid, niet dodelijk voor de mens maar wel voor kleine dieren.
Waarom vuursalamander?
Tijdens de middeleeuwen en ook nog de Renaissance dacht men dat deze beestjes in vuur konden leven. Omdat heel wat salamanders onder houtblokken hun rust en bescherming opzochten was het dus niet verwonderlijk wanneer men deze aanstak dat er een salamander wegvluchten. Door deze verschijning kreeg de vuursalamander een goede zelfs magische naam. Zelfs koning Frans I van Frankrijk droeg hem in zijn wapenschild.
De voortplanting
Hoewel salamanders zich op het land voortplanten verlaat een larve nooit het water. Het mannetje zoekt onder het hout naar een vrouwtje en bevrucht de tientallen eitjes die ze draagt. Deze brengt ze naar een poel of beek en laat ze daar los terwijl ze zich onderdompelt in het water. Uit de buik komen een 10,20,30 larven die 2 tot 3 maanden in het water blijven. Deze voeden zich door het water te filteren en houden waterdiertjes tegen. Net zoals bij kikkervisjes ontstaat er een heuse metamorfose waarbij eerst de voorpoten komen en dan de achterpoten. De longen verschijnen vervolgens en de kieuwen verkleinen. Dan moet hij het water verlaten en binnen 4 jaar is hij volwassen.
Familie
De salamander is een amfibie ( of een kikvorsachtige) net zoals een pad of kikker. Deze dieren leven op vochtige plaatsen bij het water. Hun huid die een van de belangrijkste kenmerken vormt ( zie kleurrijke verschijning) zorgt er ook voor dat hun lichaamstemperatuur verandert naarmate de buitentemperatuur. Bij koude temperaturen zoals in de winter zullen ze heel wat rustiger leven als in de zomer. Ze overwinteren. Er bestaan 2 grote groepen van kikvorsachtigen namelijk die met staart (salamanderachtigen) of die zonder staart waarbij de pad en de kikker wordt gerekend.