Grondwerk met je paard: Een stapje verder
Ben je vol enthousiasme begonnen aan de basisoefeningen en hebben jij en je paard die basics onder de knie? Dan is het tijd om een stapje verder te gaan en te starten met wat verder gevorderde oefeningen. Belangrijk is dat het respect voor elkaars ruimte aanwezig is en dat de basisoefeningen verfijnd worden. Veel succes met de verdere ontdekkingsreis naar jouw droombeeld!
Van leiden naar drijven
Ondertussen hebben jullie
de basics onder de knie. Je kan je paard vlot leiden aan een los, doorhangend touwtje. Hij vertrouwt je en is volgzaam. Nu is het tijd om een stapje verder te gaan en zijn zelfvertrouwen een beetje aan te moedigen! Als je op je paard zit, heb je immers geen leidende positie, maar een drijvende positie. Met de volgende oefeningen ga je stap voor stap leren hoe je je paard correct kan drijven.
Voor de volgende oefeningen is een lang touw wel noodzakelijk.
Oefening 7 - Op de cirkel
Je gaat je paard eerst enkele meters achteruit zetten d.m.v. een visueel gebaar (bij gebrek aan respons gebruik je een hogere fase) en laat hem halthouden. Om je paard op de linkerhand op de cirkel te laten bewegen, heb je het touw in je linkerhand en je stick in je rechterhand. Om hem op de rechterhand te doen bewegen is dit natuurlijk het omgekeerde. Om hem in beweging te zetten, ga je weer verschillende stappen doorlopen. Als hij het bij stap 1 reeds doorheeft, moet je niet verder vragen.
- Maak je groot en gebruik een visueel gebaar: wijs met je arm in de juiste richting.
- Hef je stick lichtjes op.
- Maak een draaiende beweging met je stick, zoals een 'molentje'.
- Beweeg met je stick richting schouder.
Bij de laatste fase is het mikken op de schouder belangrijk, zo valt je paard niet naar binnen als hij vertrekt. Door je stick in de richting te bewegen, kan je hem ook zijn cirkel laten verruimen. Als je paard correct vertrekt, laat je je armen zakken (stick naar achter gericht) en neem je een ontspannen houding aan, rust...
Oefening 8 - Versnellen/Vertragen
Je wilt je paard natuurlijk ook wel sneller en trager kunnen laten gaan, dit op een kleine hulp. Om naar een hogere gang te gaan, geef je dezelfde hulp(en) als bij het vertrek. Om naar een lagere gang over te schakelen, maak je gebruik van een visueel gebaar: op en neer gaande hand. Geen reactie? Onderneem weer de verschillende fases door te wiebelen met je touw. Eventueel gebruik je een stemcommando 'rustig aan...'. 'HO' is enkel te gebruiken als je ook daadwerkelijk wilt dat je paard stopt.
Oefening 9 - Kom maar...
Je wil je paard natuurlijk ook weer naar binnen kunnen vragen, zodat hij naar jou gericht stilstaat. Dit doe je door naar de achterhand te kijken. Eigenlijk is dit het principe van ]wijken voor druk (
zie verder). In het begin kan het noodzakelijk zijn om ook licht druk op je touw te geven. Later zal je paard dan leren om louter op jouw uitnodigende lichaamshouding te reageren. Om hem niet helemaal tot bij jou te laten komen, maak je jezelf weer groot en geef je het 'halt'-signaal.
Oefening 9 - Van hand veranderen
Als jij en je paard het versnellen-vertragen, halthouden en naar binnen vragen goed onder de knie hebben, kan je ook vragen om van hand te veranderen. Je vraagt je paard eerst naar binnen en laat hem halthouden. Vervolgens stuur je hem door, de andere kant op. Naargelang je meer oefent en er handigheid in krijgt, moet dit ook lukken in een vlotte beweging.
Vertrouwen
Je kan je paard al leidend over of langs een obstakel laten gaan, je gaat hem dan eigenlijk voor. Hij ziet dat het ok is en volgt gedwee. Eigenlijk wil je dat je paard moedig genoeg is om zelf die eerste stap te nemen, als jij
zegt dat ok is. Zo werkt het onder de man immers net zo.
Oefening 10 - Obstakels
Je kan dit toepassen over een zeil, door een vliegengordijn, tussen een obstakel en het hek, als je je paard naar de wei brengt (de doorgang), ... De mogelijkheden zijn oneindig! Je gaat op een afstandje naast het obstakel staan en wijst ernaar. Eventueel moedig je zachtjes aan met je stick. Belangrijk is dat je wel blijft
vragen en niet gaat eisen! Wees zacht (maar wel duidelijk!) met je lichaamstaal en blijf aanmoedigend. Zet je paard een stapje in de goede richting? Neem een passieve houding aan, geef rust, beloon. Is de oefening voltooid? Vraag je paard naar je toe en kriebel hem maar eens lekker!
Wijken voor druk
Oefening 11 - Achterhand omzetten
Om nog even terug te komen op het binnenhalen of naar je toe vragen van je paard, dit is zoals gezegd ook volgens het principe wijken voor druk. Je kan dit echter ook toepassen als je recht voor je paard staat en je zijn achterhand een beetje naar links of naar rechts wil laten bewegen. Je zorgt ervoor dat het hoofd van het paard naar jou gericht is en dan ga je weer te werk volgens een stappenplan.
- Buig en kijk naar de achterhand.
- Hef je stick lichtjes op.
- Maak een draaiende beweging met je stick, zoals een 'molentje' richting achterhand.
- Tik tegen de achterhand, alsof je in zijn billen bijt.
Oefening 12 - Zijwaarts bewegen
Je kan reeds de achterhand en de voorhand van je paard omzetten, nu willen we dat ons paard helemaal zijwaarts gaat voor druk. Eventueel kan je in het begin gebruik maken van een hek, zodat je paard begrijpt dat hij niet voorwaarts, maar echt opzij moet. In je ene hand heb je je touw, in de andere je stick. Je gaat zachtjes het drukpunt achter de kaak opzoeken om de voorhand zijwaarts te bewegen, met de stick moedig je de achterhand aan. Wees blij met één stapje in de goede richting!
Hoe verder jij en je paard vorderen, hoe creatiever je zelf kunt zijn. Je kan ook eens proberen om oefeningen los met je paard te doen, denk om je lichaamstaal. Veel succes en vooral veel plezier gewenst!