Waarom is de chimpansee mensaap gebleven?
Wanneer we dieper ingaan op de vraag waarom de chimpansee mensaap gebleven is, dan blijkt er eigenlijk niets geheimzinnigs te zijn aan het falen van de chimpansee om boven zijn huidige status van mensaap uit te komen. De hedendaagse chimpansee vertoont alle tekenen van het bekende proces van soortvorming, namelijk het geleidelijk splitsen van een groep in subgroepen die zich elk in een iets andere richting ontwikkelen en uiteindelijk een eigen bestaansmanier opbouwen.Begin van het soortvormingsproces bij primaten
Algemeen wordt aangenomen dat de aanvang van het soortvormingsproces bij primaten begonnen is met een niet-gespecialiseerde mensaap. Deze stam-mensaap was geschikt voor alle doeleinden en verschilde niet te veel van een chimpansee. Waarschijnlijk was deze mensaap kleiner, had hij wat kortere armen, een wat algemenere smaak voor voedsel dan de chimpansee van vandaag en was hij daarom wat eerder bereid om overal rond te kijken naar iets om te eten. Kort gezegd: de wereld stond wijd voor hem open. Hij kon in een groot aantal richtingen gaan.Verblijfplaats van invloed
Vruchteneters en boombewonersWanneer er in een deel van het gebied (binnen het bereik van de mensaap) grote wouden lagen met een overvloed aan vijgebomen, dan zal de verleiding erg groot geweest zijn om in die bomen te blijven en een toenemende specialisatie te ontwikkelen als vruchteneter en boombewoner. Het ligt dan voor de hand dat zij hun gewoonten generatie na generatie zouden volhouden en blindelings doen wat het gemakkelijkste was.
Brachiatoren en grondbewoners
Algemeen
Op een andere plaats of op een ander tijdstip zou de omgeving echter verschillend kunnen zijn. Bijvoorbeeld met minder vijgebomen, maar met een overvloed aan zaden, bessen, knollen, insecten en andere voedingsmiddelen op de grond. Zo'n omgeving zou de ontwikkeling kunnen stimuleren van een dier met een iets verschillende vorm en met iets andere gewoonten.
Brachiatoren
Dit zijn de mensapen die zich zwaaiend en slingerend voortbewegen door de bomen. Omdat de brachiatoren in de bomen wonen zijn zij voor hun voortbeweging voornamelijk afhankelijk van hun armen, die lang en sterk zijn en eindigen in handen, die geschikt zijn om zich vast te klemmen tijdens de tocht door de bomen.
Grondbewoners
De grondbewoners hebben sterkere benen nodig om te lopen. Wanneer grondbewoners een lange geschiedenis hebben van zitten, rechtop staan en in bomen hangen, dan zullen zij naar verwachting veel hebben gestaan op de begane grond. Dat vele staan zou veroorzaakt kunnen worden door de noodzaak om over het lange gras te kunnen kijken (zoals sommige apen en mensapen ook nu nog doen). Het zou ook kunnen dat de reden voor dat vele staan gediend heeft om alleen maar wat rond te kunnen lopen.
Mogelijke evolutielijn van de rechtopgaanden
Dat de mensapen (die zich op de grond oriënteerden) reeds handen hadden die goed ontwikkeld waren voor het vasthouden van voorwerpen, leidde tot een extra aansporing om op de achterpoten te lopen. Immers dat zal de gemakkelijkste en de handigste manier geweest zijn om voedsel te dragen. Als daarbij ook nog de gewoonte bestond om stenen, twijgen en takken te gebruiken (net zoals de huidige chimpansees) dan zullen zij die waarschijnlijk ook met zich mee gedragen hebben. Hierdoor werd de selectieve druk om meer tijd op de achterpoten door te brengen nog groter.Opmerking
Zou die selectieve druk om meer tijd op de achterpoten door te brengen mogelijkerwijs hebben kunnen leiden tot de evolutie van een rechtopgaande, wereldwijze en op cultuur gerichte chimpansee met grote hersenen? Theoretisch bezien is het antwoord: ja. Mitst we de rechtopgaande afstammelingen van die oerchimpansee een chimpansee zouden mogen noemen. Maar dat mogen we niet. We noemen de rechtopgaande mensapen Australopithicinae en de vijgeneters, die in de bomen bleven chimpansees.