Verrijking bij dieren: hoe en waarom?
In dierentuin ziet men vaak dieren die abnormaal gedrag vertonen. In de meeste gevallen komt dit uit verveling omdat ze hun natuurlijke gedrag niet kunnen uitoefenen. Abnormaal gedrag wordt na een tijd herhaald en het dier kan er verslaaf aan raken. Om dit te doorbreken is het van belang dat er aan verrijking word gedaan.
Abnormaal gedrag in de dierentuin
In de dierentuin worden vaak dieren gezien met abnormaal gedrag. Dit houdt in dat het dier zich niet vermaakt doordat ze vaak in kleine verblijven zitten en hun natuurlijk gedrag niet kwijt kunnen. Voorbeelden van abnormaal gedrag zijn bijvoorbeeld:
- stereotiep gedrag - Het doelloos en vormvast bewegingen herhalen bijvoorbeeld ijsberen(steeds heen en weer lopen) of weven(het gewicht steeds op een andere helft zetten waardoor de poten stil blijven staan maar het bovenlichaam heen en weer beweegt).
- Vacuüm gedrag - Dit is gedrag wat zomaar opkomt bij dieren zoals dat mensapen een nest bouwen zonder materiaal.
- omgericht gedrag - Het dier leeft zich uit op ongeschikte objecten of op zichzelf. Een voorbeeld van omgericht gedrag is bijvoorbeeld het paren met een boomstam of zelfverwonding.
Bij stereotiep gedrag komt het stofje endorfine vrij bij de dieren, hier krijgen de dieren een relaxed gevoel van. Doordat ze dan een soort van stoned worden blijven ze het gedrag vertonen en worden ze er verslaafd aan.
Verrijkingsmogelijkheden
De verrijkingsmogelijkheden zijn onder te verdelen in vier categorieën:
- complexe verblijfinrichting - Bedenk onderdelen die in het wild ook te zien zijn bijvoorbeeld een boomstronk die olifanten maar blijven onderzoeken. Zorg dat de verblijven niet in één oog opslag te overzien zijn voor de dieren zodat ze bezig blijven met ontdekken.
- directe menselijke tussenkomst - Hier valt het trainen met dieren onder. U kunt bijvoorbeeld met verschillende dieren kleine intelligentie testjes doen met voer als beloning waardoor ook hun hersenen actief worden gehouden
- imitatie van stimuli - Dit houdt in dat er bijvoorbeeld een prooi wordt nagebootst zodat het dier zijn jachtinstinct kan uitoefenen.
- stimuleren van onderzoek - Dit wordt onder andere gedaan door voedsel te verstoppen of in voertonnen stoppen.
Blijf ook voor afwisseling zorgen, voer bijvoorbeeld af en toe op een andere tijd. In London zoo hebben ze een mooi voorbeeld van goede verrijking. De stokstaartjes hebben een buis in hun verblijf hangen waar eens in het uur een levende meelworm uitkomt waardoor ze elk uur weer bezig kunnen zijn. Bij verrijking is het dus zeer belangrijk dat er wordt gekeken naar de natuurlijke omgeving van de dieren en wat er daarvan nagebootst kan worden.
Overstimuli
Het kan voorkomen dat het dier veels te veel prikkels(verrijking) krijgt. Dit wordt ook wel overstimuli genoemd. Het dier kan bijvoorbeeld moeten kiezen uit twee verrijkingsmogelijkheden. Op het moment dat hij niet kan kiezen noemt men dat gedragsconflict. Omdat hij niet weet wat hij moet doen en gefrustreerd raakt kan het zijn dat het dier iets totaal anders gaat doen zoals bijvoorbeeld zich gaan schoon likken. Als het dier totaal iets anders gaat doen heet dit oversprong gedrag. Oversprong gedrag kan op den duur uitgroeien tot abnormaal gedrag.