Het paard leren springen

Springen doen paarden niet alleen onder de man, maar ook in het wild. Toch zijn de sprongen die een paard maakt in het wild niet echt te vergelijken met een sprong onder het zadel. U zult dus uw paard leren om over hindernissen heen te gaan en u zult het paard daarbij moeten helpen. Het springen zal misschien snel en makkelijk gaan, maar de juiste opbouw is zeer belangrijk voor de rest van zijn springcarriere.

Wanneer beginnen?

Voor keuringen en om te kijken wat voor techniek een paard heeft worden paarden soms als veulen en jaarling al bezig gehouden met het vrijspringen. Vrijspringen houdt in dat het paard over een hindernis springt zonder dat er een ruiter op het paard zit. Vrijspringen kan voor een jaarling voor een keertje niet veel kwaad, ten slotte maken ze in de wei ook de gekste sprongen. Als het maar sporadisch gebeurd en niet hoog gaat. Op een hindernis van 80cm kunt u net zo goed de techniek van het paard zien als dat de hindernis 1.20 is. Een twee jarig paard kunt u bijvoorbeeld één keer in de 3 maanden laten vrijspringen, zo raakt het paard vertrouwd met de hindernissen.

Het vrijspringen

Het beste is als u niks om het paard zijn hoofd doet zodat hij nergens achter kan blijven hangen. Leg eerst een balk gewoon op de grond neer en zorg dat de hindernis afgezet is zodat het paard niet al kan leren wat weigeren is. U kunt het afzetten door middel van linten of door andere hindernissen er naast heel hoog te maken zodat hij kiest voor de 'makkelijkere' weg. Als u de hindernis opbouwt zorg dan dat er een grondbalk voor de hindernis ligt. Dit is een balk die u tegen de hindernis aanlegt zodat het paard de afstand van de grond tot de bovenste balk beter in kan schatten. Bouw het niet te snel en te hoog op, u wilt geen paard met angst voor hindernissen.

Longeren met balkjes

Een andere goede oefening om het paard te laten wennen aan de balken is door hem balkjes te laten lopen aan de longe. U kunt de balken in de cirkel neer leggen, maar zorg dat het er niet teveel zijn zodat het niet te moeilijk word. Dankzij balkjes lopen zal uw paard beter leren afstanden in te schatten. Bouw geen hindernis met het longeren, doordat het paard in cirkels loopt zal hij de hindernis altijd scheef moeten nemen en daardoor uit balans worden gebracht.

Het echte werk

Als u onder het zadel wilt beginnen met springen moet u eerst de basisdressuur goed onder de knie hebben. Een exacte leeftijd waarop u het best kunt beginnen is niet te zeggen aangezien het ligt aan hoe het dressuurmatig gesteld is met beide. Als u geoefend heeft met balkjes aan de longeerlijn kunt u daar ook het beste mee beginnen onder het zadel. Begin eerst met één balk op de grond en stap erover heen. Vervolgens kunt u meerdere balken gaan draven. Blijf zelf kalm en straal zelfvertrouwen uit zodat het paard weet dat het goed is. Het kan zijn dat hij de eerste paar keren een aantal balken tegelijk springt omdat hij toch nog niet goed weet wat hij ermee aanmoet. Daarna kunt u beter beginnen met een steiltje en dan een kruisje. Veel mensen verwachten dat ze beter met een kruisje kunnen beginnen, maar aangezien een kruisje niet recht is is het moeilijker de hoogte in te schatten voor een jong paard.

Leertips

Zorg dat u het paard goed recht op de hindernissen afstuurt. Als u twijfelt of scheef aanrijd met een jong paard kan hij onzeker worden. Rij dus ook met een regelmatig tempo op de hindernis af, gaat u te langzaam dan heeft het paard weer de kans om te twijfelen. Om het paard te leren om afstanden in te schatten kunt u het best in en uitjes springen en eventueel een drafbalk voor de hindernis leggen. Tel met uw paard mee en geef duidelijk aan met u zit wanneer hij de sprong moet maken. Geef voldoende mee, beter teveel meegeven met uw handen dan te weinig. En het belangrijkste is nog bedenk dat uw paard jong is, geef hem de tijd dingen te verwerken en dingen te leren, ga niet te snel.

Geef uw paard vertrouwen

Weigeringen komen vaak voort uit het niet goed aanrijden of angst. Het ene paard vind springen leuke dan het andere paard. De paarden die graag willen zijn het meest succesvol in de springsport. U moet echter wel het vertrouwen van het paard weten te winnen. Als u op wedstrijd wilt gaan springen zijn de hindernissen meestal heel anders dan de simpele balkjes waarmee u oefent. Voor een paard kunnen de kleuren en vormen van de hindernissen ervoor zorgen dat een paard niet wilt springen. U kunt op oefenparcoursen springen om het paard rustig te laten wennen aan de nieuwe omgeving en de andere hindernissen. Zorg dat u een springles altijd positief afsluit. Als u zelfvertrouwen heeft zal het paard ook meer zelfvertrouwen krijgen. Als iemand zelf onzeker is zal het paard dit voelen en ook meer gaan twijfelen voor de sprong.