Luipaard: een grote, snelle kat
Van een luipaard weten we dat het een erg snel dier is, die een lieve, aaibare uitstraling heeft. Dit dier is echter niet zomaar een lief “huiskatje”. Hieronder vindt u meer informatie over dit fantastische dier.
Uiterlijk en herkomst
Het luipaard, behoort tot de katachtigenfamilie en is een vleeseter ( dus een carnivoor). Ook wordt dit dier wel panter genoemd. Hij komt voor in grote delen van Afrika en in Azië. In Afrika noemen ze dit dier meestal luipaard en in Azië meestal een panter.
Het luipaard is groot, met gespierde poten en een vrij lange staart. Hij heeft kleine ronde oren en zijn kop is ietsjes breed en ook rond van vorm. Dit dier heeft krachtige kaken en vrij grote snuit en lange snorharen. Heel herkenbaar zijn natuurlijk de zwarte vlekken in de vacht van dit dier. Zelfs de staart is gevlekt, behalve het uiteinde dat is meer geringd. De vacht dient voornamelijk als camouflage.
Dit dier is echter niet altijd (licht) bruin met vlekken. Het kan sterk variëren van bijna wit, tot de geheel zwarte vacht ( de zwarte panter). Er kunnen zowel zwarte als gevlekte jongen uit een en dezelfde moeder komen, omdat de kleur niet erfelijk bepaald is bij deze dieren.
Luipaarden kunnen wel 130-190 cm lang worden ( zonder staartlengte). Ze wegen als volwassen dier meestal zo’n 30-90kg zwaar. De schofthoogte is meestal rond de 55cm. Mannetjes zijn veelal groter dan de meeste vrouwtjes luipaarden.
Welke zintuigen heeft deze kat?
Een luipaard kan extreem goed zien in het donker, vandaar dat dit dier ook 's nachts meestal gaat jagen. Ze kunnen erg goed horen, ook erg lage tonen en zijn snorharen veranderen bij elke bezigheid van stand, waardoor hij goed kan oriënteren. Ook ruikt een luipaard vele malen beter dan de meeste andere katachtigen.
Hoe leeft dit dier en waar leeft hij?
Luipaarden leven in Afrika ( Niet in de Sahara) en in het zuiden en oosten van Azië. Eigenlijk is de plaats waar ze leven afhankelijk van de hoeveelheid voedsel die daar aanwezig is. Ook vinden luipaarden een schuilplaats een belangrijke factor in hun leefomgeving.
Luipaarden leven alleen en niet in groepen, behalve in de paartijd, dan zoeken ze elkaar wel op. De draagtijd van een luipaard vrouwtje is 90 tot 112 dagen. De jongen komen ter wereld op een goed verborgen schuilplaats, zoals een grot, dicht struikgewas of een ondergronds hol, waar ze de eerste zes weken verborgen blijven. Meestal bestaat het nest uit 2-6 jongen, maar helaas overleven die het niet allemaal. De jongen blijven ongeveer tot hun 3e levensjaar bij moeder, tot ze dus volwassen zijn en hun eigen weg kunnen gaan.
Luipaarden hebben wel een vast territorium, dus een eigen stukje leefgebied. Mannetjes vermijden elkaars leefgebied, maar het leefgebied van een mannetje en vrouwtje kunnen weleens overlappen. Dit leefgebied markeren ze met urine, uitwerpselen en door aan bomen te krabben. Ze verlaten hun territorium meestal alleen in het paar seizoen en om te jagen. Zijn voedsel bestaat dus uit vlees en dat kan variëren van een vogel tot grote antilopen. Vaak slepen ze hun vangst mee een boom in, om te voorkomen dat andere dieren er met hun voedsel vandoor gaan.
Door het vele jagen op luipaarden, vanwege hun vacht, is de populatie sterk afgenomen.