Potvis - de diepzeeduiker met walschot en ambergrijs
De potvis, een majestueus zeezoogdier, is met een paar bijzondere aanpassingen van zijn lijf kampioen diepzeeduiken. De tandwalvissen bevolken de oceanen en gaan zo diep om hun prooidieren te zoeken. Potvissen houden namelijk van reuzeninktvissen die op grote diepte in de oceanen leven. Toch kunnen we aan de Noordzeekusten regelmatig een potvis zien. Het betreft dan meestal een gestrand en dood exemplaar, een dwaalgast die zich in de ondiepe Noordzee niet heeft kunnen handhaven. De beroemdste potvis is wel Moby Dick, de witte walvis uit het boek van Herman Melville.
De expertdiepzeeduiker
Potvis
Een van de grootste zeedieren is de potvis, een zeezoogdier met een enorm lijf, een grote kop en sterke tanden in de kaak. De blauwe vinvis is nog groter, maar dat is een baleinwalvis. De potvis is de grootste tandwalvis die er bestaat. Ze spoelen regelmatig aan op de kusten, ook op die van Nederland en België, en zijn dan elke keer weer een grote bezienswaardigheid. In de tijd van voor de televisie en smartphones maakten kunstenaars steevast een tekening van zo’n aangespoeld dier, omdat het zo bijzonder was.
Potvisstrandingen
Sinds 1255 worden de strandingen van walvissen bijgehouden. Die eerste vondst betrof een potvis, die op Wieringen werd gevonden. In datzelfde jaar kwam er een melding uit Stavoren. Dood is de potvis interessant, maar levend in zijn element is het een majestueus dier, dat diep kan duiken, prachtig kan zwemmen en vele bijzonderheden in zich draagt.
Familie van de potvissen
De potvis heeft een eigen familie, omdat hij niet op de andere tandwalvissen lijkt. Dolfijnen, bruinvissen en orka’s zijn ook tandwalvissen. De familie van de potvissen is al heel erg oud. Vijfentwintig miljoen jaren geleden waren er al potvisachtige dieren die voorouders zijn van de huidige potvissen.
Namen van de
potvis:
- Engels: sperm whale;
- Frans: cachalot;
- Spaans: cachalote;
- Duits: Pottfisch, Pottwal.
Mannetjes en vrouwtjes
De mannetjes- en vrouwtjespotvissen verschillen enorm in lengte en gewicht. De mannen zijn veel groter dan de wijfjes. Het gewicht kan oplopen tot 50 ton. Een van de bijzonderheden aan de potvis is zijn kop, die het grootste deel van het lijf uitmaakt. De kop is niet voor niets zo groot: hij heeft een functie bij het duiken.
Maten en gewichten
- Mannetjes: 18 meter
- mannetjes: tot 50 000 kilo
- vrouwtjes: 12,5 meter
- pasgeborene: 3,5 tot 4,5 meter
- pasgeborene: tot 1000 kilo
- levensverwachting: tot 70 jaar.
Kop van de potvis
De kop van de potvis heeft een smalle onderkaak waar links en rechts een rij tanden zit. Daarmee pakt hij zijn prooi. Achteraan de grote kop - Herman Melville noemt het in zijn boek ‘Moby Dick’ een kop met karakter – zitten de wimperloze ogen, die klein zijn in verhouding tot de enorme kop. Door de plaats van de ogen kan een potvis nooit zien wat zich recht voor hem of recht achter hem bevindt. De oren zitten achter de ogen en zijn heel kleine openingen zonder uitwendige oorschelp en nauwelijks te vinden in de enorme kop.
Bekjes van inktvissen, uit de maag van een potvis - te zien in Natuurcentrum Ameland /
Bron: Persbureau AmelandReuzeninktvissen
Op het menu van de potvissen staan vissen en reusachtige pijlinktvissen die op grote diepte leven. Daar leveren de walvis en zijn prooi niet zelden een zware strijd, waar de potvis littekens op zijn huid aan overhoudt. Die littekens worden veroorzaakt door zuignappen aan de armen van de inktvis. In de magen van gestrande potvissen worden de restanten van de inktvissen, de snaveltjes die onverteerbaar zijn, aangetroffen. Vanwege die prooidieren moet de potvis goed kunnen duiken en daar speelt zijn enorme kop een essentiële rol; het is zijn duikapparaat. Potvissen zijn helemaal aangepast aan het duiken en kunnen wel tot 2800 meter diep gaan en twee uur lang onder water blijven. Hun leefgebied is dan ook de diepe oceaan.
Walschot of spermaceti
De grote kop is gevuld met walschot of spermaceti, een wasachtige stof die een rol speelt bij het duikvermogen. Voorheen werd de potvis onder meer bejaagd vanwege dat walschot: er werden kaarsen van gemaakt die het helderste licht gaven van alle kaarsen. Walschot is zuiver, vloeibaar en welriekend in een levende potvis en stolt in prachtige kristallen zodra de walvis dood is. De cosmetica-industrie gebruikte het spul ook als basis voor zalf. Tegenwoordig zijn voor zowel kaarsen als de zalfjes alternatieve stoffen beschikbaar. Het bovenste deel van de kop, dat geen bok schedelbot bevat, is het walschotreservoir. Herman Melville noemt dat het grote
Heidelbergse Vat van de potvis.
Diepzeeduikorgaan
De kop met de spermaceti is het diepzeeduikorgaan van de potvis. Het lijf is aangepast om te kunnen duiken met enerzijds speciale eiwitten die op grote diepte niet klonteren, en anderzijds met een bloedtoevoer naar de kop die de potvis lichter of zwaarder kunnen maken om duiken en naar de oppervlakte komen te vergemakkelijken. Als de walvis naar de diepte wil sluit hij de bloedtoevoer naar de kop bijna helemaal af waardoor de spermaceti afkoelt en stolt. Het soortelijk gewicht neemt daardoor toe en dat maakt dat de potvis makkelijker naar de diepte kan gaan. Wil de potvis weer naar het wateroppervlakte, dan laat hij het bloed stromen, zodat de spermaceti weer warmer en vloeibaar wordt en het soortelijk gewicht afneemt.
Myoglobine
Het is heel bijzonder dat een zoogdier twee uur lang onder water kan blijven. Duikende zeezoogdieren blijken heel veel eiwitten in hun spieren te hebben, waarmee zuurstof gebonden kan worden. Het eiwit is
myoglobine dat de zuurstof vast kan houden totdat de spieren het nodig hebben. De spieren van potvissen zijn niet afhankelijk van vers zuurstof uit het bloed, maar kunnen de gebonden zuursof van de eiwitten gebruiken tijdens hun duik. Had de potvis niet over een grote hoeveelheid myoglobine kunnen beschikken, dan zouden de eiwitten bij langdurig onder water blijven gaan klonteren: de myoglobine is het anti-klontereiwit van het zeezoogdier.
Scrimshaw /
Bron: Persbureau AmelandScrimshaw en spermaceti in Natuurcentrum Ameland /
Bron: Persbureau AmelandAmbergrijs in Natuurcentrum Ameland /
Bron: Persbureau Ameland
Tanden
De bek van de potvis is van binnen bedekt met een wit en zijdezacht vlies en bevat in de onderkaken doorgaans 42 tanden. Bij oude walvissen zijn ze afgesleten. Walvisjagers trekken de tanden van een gevangen potvis en als ergens een potvis aanspoelt zijn de kaken met tanden populaire buit. Er worden kunstige voorwerpen van gemaakt. Beroemd is
scrimshaw, potvistanden waar tekeningen in zijn gegraveerd.
Ambergrijs
Potvissen hebben nog een bijzonderheid. Ze kunnen namelijk
ambergrijs produceren, een welriekende stof die in de parfumindustrie wordt gebruikt. Het is een afvalproduct of een uitvloeisel van een reactie van de darmen op onverteerbare kaakjes van inktvissen, dat in de darmen van de potvis een klont vormt. Soms wordt het uitgebraakt, uitgepoept of wordt het ontdekt in de ingewanden van een gestrand dier. Af en toe spoelt zo'n klont aan op een strand. De vinder is dan een gelukkige, want het is een kostbare stof.
Kudde
Potvissen zijn sociale dieren en dan vooral de vrouwtjes. Potvissen die samen opzwemmen blijven hun leven lang maatjes. Kuddes bestaan uit vrouwtjes met jongen. In het najaar vindt er een scheiding plaats tussen de kudde en jong volwassen dieren, die in groepjes naar diepere jachtgebieden op zoek gaan. De jong volwassen dieren kunnen dieper en langer duiken van de wijfjes met jong en waarschijnlijk is dat de reden dat ze zich afscheiden.
1997 Ameland /
Bron: Harmen WijnbergOceanen en Noordzee
Potvissen komen in alle oceanen voor, maar niet in half afgesloten zeeën zoals de Noordzee of Oostzee. De Noordzee is te ondiep voor het dier. Als er daar een zwemt dan is het een dwaalgast. Het zijn trekkende dieren die in de winter vanuit het noorden naar de zuidelijke oceanen zwemmen en in de zomer terugkeren. Op die trek kan het voorkomen dat een potvis een verkeerde afslag neemt en in de Noordzee terechtkomt. Zo'n dwaalgast kan uiteindelijk geen uitweg meer weten te vinden en
stranden.
Walvisjacht
Over het aantal potvissen lopen de schattingen uiteen van 500.000 tot twee miljoen exemplaren, al meent Naturalis in Leiden dat dit aantal veel kleiner is. Naturalis Biodiversity Center is het instituut dat tentoonstellingen organiseert over zeezoogdieren, studies naar ze verricht en de expertise heeft om in Nederland gestrandde walvissen te onderzoeken en ontleden. Naturalis meent dat er wereldwijd naar schatting nog 360.000
Illustratie uit een vroege editie van Moby Dick /
Bron: A. Burnham Shute, Wikimedia Commons (Publiek domein)potvissen leven (2017). De soort is lang bejaagd, maar sinds 1987 is dat verboden. Men harpoeneerde de walvis om zijn traan, vlees en walschot. De tanden vormden een mooie bijvangst, net als het ambergrijs. Buiten de jacht heeft het dier genoeg te vrezen van andere bedreigingen, zoals chemische vervuiling, verstrikt raken in visnetten, aanvaringen met zeeschepen, plastic en ander zwerfvuil en geluidsvervuiling door industriële activiteiten.
Moby Dick
Het beroemdste verhaal over de walvisjacht is dat van Herman Melville over de
witte walvis Moby Dick, uit 1851. Het boek vertelt over havensteden, walvisvaarders, gebruiken aan boord en over bijzonderheden van de potvis en Moby Dick in het bijzonder. Moby Dick was een grote albino walvis, die bij een eerdere jacht het been van kapitein Ahab had afgebeten. De maniakale kapitein was uit op wraak en wilde koste wat kost de potvis harpoeneren. Bijna iedereen aan boord van de walvisvaarder Pequod komt daarbij om en het schip verdwijnt in de diepte. Het boek is in vele talen vertaalt en was bron voor speelfilms en tekenfilms.
Lees verder