Bevers: Knaagdieren die dammen en burchten bouwen
Bevers staan er bekend om dat zij het vermogen hebben om boomstammen door te knagen. Deze dieren hebben namelijk enorme tanden en kunnen voor een langere periode aan een boomstam knagen. Met deze boomstammen bouwen zij dammen en zogenaamde 'burchten'. Hiermee creëren zij een ideale leefomgeving. De dammen die zij bouwen kunnen enorme afmetingen hebben en hierdoor een groot gedeelte van de rivier afsluiten. Wanneer de gevolgen te groot zijn, kan dit soms voor overlast zorgen voor de bevolking.
Bevers
Fysieke eigenschappen & overige kenmerken
De bever behoort tot de familie 'Castoridae'. Het zijn zoogdieren die onder andere in Scandinavië, Oost-Europa en Rusland te vinden zijn. Hiernaast komen de zoogdieren ook in Nederland en België voor dankzij her-introducties van de diersoort. De bever die hier voorkomt wordt ook wel de 'Euraziatische bever' genoemd. Bevers zijn ook in Noord-Amerika te vinden (de Noord-Amerikaanse bever).
Gebit
Bevers hebben ten opzichte van andere knaagdieren gigantische tanden. De bever zijn tanden zijn groot en sterk genoeg om een boomstam zodanig kapot te knagen dat de desbetreffende boom omvalt. Eventuele beschadigingen aan zijn tanden worden tenietgedaan vanwege een constante groei van zijn gebit. Hiernaast hebben deze zoogdieren een opvallende dikke staart die zij als roer gebruiken.
Waarom knagen deze zoogdieren aan boomstammen?
De knaagdieren bijten boomstammen door totdat deze omvallen. De bevers maken met de stammen en takken een dam om het water tegen te houden. Hiernaast hebben zij het vermogen om een bepaalde constructie te bouwen waarin zij verblijven. Dit wordt ook wel een 'burcht' genoemd. Een burcht is multifunctioneel en is meestal zeer ruim.
Het bouwen van een burcht
Bevers zijn monogaam en blijven heel hun leven bij elkaar. Een burcht zorgt voor een veilig onderkomen en kan tevens comfortabel zijn. Het bouwwerk wordt meestal door één of meerdere familie bewoond. Als er een tekort aan ruimte is wordt er een nieuwe burcht bijgebouwd. De constructies kunnen soms wel een hoogte bereiken van 2 meter en ongeveer 10 meter breed zijn. Bevers bouwen pas een burcht wanneer er geen ruimte is voor een ondergronds hol. Het maken van een hol is namelijk eenvoudiger. Een burcht is complexer en bevat meestal 'kamers' met specifieke eigenschappen.
De nestkamer
Deze ruimte bevindt zich zo'n 20 centimeter boven het water. Dit zorgt ervoor dat deze ruimte droog blijft. Het bevat een gat zodat er frisse lucht de ruimte in kan. In de nestkamer zijn houtsnippers te vinden die als vloer dienen.
'Natte kamer'
De 'natte kamer' is de plek waar de dieren zich afdrogen door met hun lichaam te schudden. Vervolgens kunnen de zoogdieren zich richting de nestkamer begeven.
Leger
Aan wal is er langs de oever soms een 'leger' te vinden. Dit is een onopvallende kuil (meestal ondiep) die door bevers is aangelegd om in te kunnen rusten. Deze kuil bevat net als de nestkamer allerlei houtsnippers. Een leger kan bescherming bieden tegen eventuele roofdieren en regenval omdat het beschut is met allerlei begroeiing.
Dammen
Bevers staan er bekend om dat zij dammen kunnen bouwen door bomen omver te knagen. Bevers kunnen met hun tanden boomstammen doorknagen die een dikte van ongeveer één meter hebben. De enorme knaagdieren zorgen met behulp van deze dammen dat het water aan de overzijde lager komt te staan. Sommige dammen zijn honderden meters lang en zorgen ervoor dat het water kunstmatig bedwongen blijft. Dit zorgt ervoor dat de burcht die zij gebouwd hebben niet onderwater loopt.
De winter
De functie van een dam verdwijnt op het moment dat de sloten en rivieren in de winter beginnen dicht te vriezen. In deze periode maken zij een gat in de dam zodat het water dat zich onder het ijs bevindt weg kan lopen. Hierdoor hebben de bevers de ruimte om te kunnen lopen en adem te halen.
Overlast door bevers
Een grote beverpopulatie kan voor overlast zorgen omdat zij voor veel veranderingen in hun omgeving zorgen. Er worden namelijk talloze bomen om geknaagd. Dit heeft gevolgen voor de waterstand en de bereikbaarheid van het gebied. Paden die zich binnen natuurgebieden bevinden kunnen bijvoorbeeld onbewandelbaar worden. Hiernaast kunnen boeren last hebben van een te hoge waterspiegel waardoor de gewassen verdrinken.