De kolibrievlinder is een dagactieve nachtvlinder
De kolibrievlinder is een dagactieve nachtvlinder. Een nachtvlinder die vooral overdag te zien is. Een nachtvlinder welke te herkennen is aan de antennes. De vlinder is vooral te zien in de maanden augustus en september; een vlinder die met razendsnel bewegende vleugels en met een lange roltong de nectar uit de bloemen peurt. Net als de kolibrievogel die met een snelle vleugelslag de nectar uit de bloem haalt, lijkt de vlinder eveneens in de lucht stil te 'hangen'.
De kolibrievlinder
De kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) is een nachtvlinder uit de familie van de pijlstaarten (Sphingidae) en van het geslacht Macroglossum. De naam pijlstaart is afgeleid van een typisch kenmerk van de rupsen. De rupsen hebben namelijk een verharde en gekleurde pijlachtige stekel, op hun achterste segment. De rupsen zijn meestal groot en kleurig, en de vlinder heeft vaal bonte kleuren. De kolibrievlinder is een standvlinder in de warme gebieden van Zuid-Europa en Noord-Afrika en is een trekvlinder in de minder warme gebieden van de Benelux. In de zomer trekken ze naar het noorden van Europa tot in Scandinavië en IJsland toe. In Nederland zijn in gewone zomers de kolibrievlinders minder vaak aan te treffen dan in warme zomers. De vlinders vliegen in de herfst terug naar Zuid-Europa om daar te overwinteren.
Dagactieve nachtvlinder
De kolibrievlinder is overdag actief maar kan ook in de schemering en 's nachts vliegend worden aangetroffen. De kolibrievlinder in een dagactieve nachtvlinder. Dagactieve nachtvlinders die zowel overdag vliegen en ’s nachts. De kolibrievlinder vliegt vooral overdag. Er zijn in Nederland meerdere nachtvlinders die ook overdag actief zijn. Bijvoorbeeld:
- De gamma-uil
- Grote beer
- Jacobsvlinder
- Spaanse vlag
- Muntvlindertje
- Gele tijger
Antennes
Een nachtvlinder is te herkennen aan de antennes. Ze zijn breder dan bij een dagvlinder of sterk geveerd, knotsvormig en hebben geen knopje aan het eind. Dagvlinders hebben een dunne spriet als antenne met een verdikt uiteinde dat op een knopje lijkt. Ook de vleugels worden anders gebruikt. De dagvlinder gebruikt de vleugels om zich op te laten warmen door de zon. De dagactieve nachtvlinder trilt met de vleugels om zich op te warmen. Ook de kolibrievlinder doet dat en is moeilijk om te fotograferen. De vleugels lijken altijd te trillen als een zenuwachtige vlinder en zijn moeilijk scherp te krijgen op een foto. Behalve in rust maar dan zijn ze bruin. De meeste dagactieve nachtvlinders leggen hun vleugels over elkaar op het achterlijf in rust, terwijl een dagvlinder de vleugels heeft opengespreid of de vlinder houdt ze boven het lichaam omhoog.
Kolibrievlinder met schikkleur
Hoe ziet de kolibrievlinder eruit?
Het eerste wat opvalt van de kolibrievlinder is toch wel het onrustige gedrag. Het maar blijven bewegen met de vleugels. Door de snelheid zie je enigszins een beetje oranje. Meestal zijn de vlinders te zien in augustus en september. De puntige bruine vleugels hebben een spanwijdte van 40-50 millimeter. De vleugels bestaan uit voor- en achtervleugels. De voorvleugels zijn langer dan de achtervleugels. Vleugels die tijdens het vliegen en foerageren, zo snel op en neer gaan, dat ze niet te volgen zijn. De voorvleugels die in rust als een dakje op het lichaam zichtbaar zijn en mooie dunne, golvende lijntjes hebben.
Schrikkleur
De achtervleugels hebben in de vlucht of bij het foerageren de mooie oranje kleur in de vleugel. De schrikkleur. Als een predator de vliegende vlinder ziet en daarmee de fel oranje kleur, is bedoeling dat het schrikt en de vlinder zo kan ontsnappen. Wanneer de kolibrievlinder rustig zit dan zijn de vleugels gesloten en is de oranje schrikkleur niet te zien, alleen de bruine vleugels. Vlak achter de kop van de vlinder en een stuk van de bovenkant van de voorvleugel, heeft de vlinder een toefje vrij lange haren in een warmbruine, grijsachtige tint. Aan de onderzijde heeft de kolibrievlinder drie paar poten.
De vleugels zijn bruin
Grote ogen
De ogen staan opvallend groot en rond in de kop van de vlinder. In het zonlicht zijn ze zelfs groen van kleur. Ze hebben een samengesteld oog of facetoog. Het oog bestaat uit vele honderden zeshoekige oogjes, de facetten, die allen in een iets andere richting staan. Een facet op zich, heeft maar een klein blikveld maar alle facetten, die alle richtingen op staan samen, geven wél een groot blikveld. De kolibrievlinder ziet echter niet scherp, omdat ze de lens niet kunnen verstellen. De antennes die bovenop de kop staan zijn draadvormig en heel iets verdikt aan het uiteinde. Aan de punt van de antenne is een klein lobje aanwezig, dat met het blote oog heel moeilijk te zien is.
Roltong
De lange tong wordt als een rietje gebruikt om de nectar uit de bloem op te zuigen. De tong is een roltong en heeft een lengte net zo lang als het lichaam. In rust wordt de tong opgerold en de tong bestaat uit twee uitsteeksels van de onderkaak. Het achterlijf van de kolibrievlinder heeft lange haren en lijkt wel een beetje op de staartveren van een vogel. Ze zorgen ervoor dat het lichaam in de lucht kan blijven. Het achterlijf heeft mooie zwarte vlekken die doen denken aan een dambordvlieg. De kolibrievlinder produceert een hoorbaar zoemgeluid.
De rups
De vrouwtjesvlinder zet eieren af waaruit in mei tot oktober de rupsen verschijnen. De eieren zijn groen en glanzend, en ze worden één voor een afgezet op de waardplant. Voor de waardplant is de grootste voorkeur alle soorten walstro. Vroeger was dit ook meekrap. De rupsen eten van de waardplant en vervellen tot de laatste vervelling naar pop. Na diverse vervellingen is de rups groot, onbehaard en groen met witte spikkeltjes. Aan beide kanten van de bovenzijde, is een witte streep die aan een kant wit is maar geler wordt naar de andere kant van het lichaam. Op het achterlijf is een staartstekel om vijanden af te schrikken.
De stekel is blauw van met aan het uiteinde een opvallende gele kleur. De rups wordt een pop en de pop een kolibrievlinder. De duur van ei naar vlinder duurt een paar maanden.
Naamgeving
De naam heeft te maken met het vogeltje de kolibrie. Ook de kolibrie heeft een heel snelle vleugelslag. Ook de stekel op het uiteinde van het rupsenlijf van de kolibrievlinder lijkt op een spitste pijl waardoor de groep vlinders met een stekel bij de familie pijlstaarten horen. De wetenschappelijke geslachtsnaam Macroglossum betekent tong en glossus is lange, lange tong. De soortnaam stellatarum verwijst naar de plant meekrap (Rubiaceae) die vroeger tot de belangrijkste waardplant behoorde en waarom de vlinder ook wel meekrapvlinder in sommige delen van Nederland wordt genoemd. In Engeland wordt de vlinder wel hummingbird hawk-moth of hummingmoth genoemd, wat 'zoemende vlinder' betekent.