Recht door de bocht
Een paard kan wel paardrijden, het is de ruiter die het moet leren. Een ruiter die scheef zit, vertelt zijn paard dat hij scheef door de wending moet lopen. Het paard weet echt wel hoe hij de bocht om moet en is niet te beroerd om te luisteren. Het is de ruiter die verkeerde signalen geeft. De hulpen voor een wending staan in alle dressuurboeken precies omschreven, binnenhand van de hals, buitenhand aan de hals, binnenbeen bij de singel, buitenbeen achter de singel. Vaak staat er dan ook nog bij dat er een gewichtshulp gegeven dient te worden.
Scheef zitten is scheef rijden
De hele combinatie van hand en been hulpen uitvoeren en ook nog recht zitten valt niet mee. Als je dan ook nog moet kijken waar je heen gaat, met een andere ruiter rekening houden en je vriendje toelachen gaat het mis. Uit alle signalen die je geeft, dient het paard maar zien te bepalen wat je bedoelt. Hij pikt er gewoon de duidelijkste uit. Scheef zitten is een heel duidelijk signaal.
Een snelle leerling
Als de ruiter zijn binnenschouder laat zakken, dan vraagt hij zijn paard over de schouder naar binnen te vallen. Binnenteugel tegen de hals werkt nog meer naar binnenhangen van de ruiter in de hand, dus dat versterkt het alleen maar. Het binnenbeen van de ruiter steekt naar voren of is krampachtig aan de buik van het paard geklemd. Op deze manier geeft de ruiter een heleboel hulpen die hij eigenlijk niet zo bedoelde. Dat weet het paard niet, dat gaat gewoon af op wat er op zijn rug gebeurt. En zo leert een paard razendsnel hoe zijn ruiter de bocht om wil. Binnen no time heeft hij begrepen dat hij zich moet vasthouden op de ene kant en loslaten aan de andere. Zijn hele rijkunstige carrière zal hij dit volhouden als het niet gecorrigeerd word. En ook de ruiter blijft zijn hele rijkunstige carrière paarden leren aan een kant vast te houden als hij niet gecorrigeerd word. Het is echter een stuk moeilijker om een ruiter te corrigeren dan om een paard te corrigeren.
Simpel rijkunstje
Een gezond paard dat aan een kant vasthoudt kan simpel geleerd worden dit niet meer te doen. Voorwaarts aan het been rijden en zorgen dat je er recht op zit. Op aandrijven met het binnenbeen moet reactie komen, dan is het probleem eigenlijk al opgelost. Reageert het paard op een drijvende hulp van het binnenbeen, dan gaat het naar voren en naar buiten. De ruiter helpt het paard de goede kant op door zijn binnenschouder op te tillen en zijn gewicht naar de buitenschouder van het paard te laten neigen. Niet hangen naar buiten, maar jezelf en het paard als het ware meenemen naar buiten.
Veel handelingen tegelijk
Het probleem is dat er vier handelingen tegelijk moeten gebeuren:
- Drijven met binnenbeen
- Binnenhand van de hals
- Binnenschouder optillen
- Paard en ruiter meenemen naar buiten
Als er aan een van de voorwaarden niet voldaan is, gaat de oefening de mist in. Als het paard niet luistert naar het binnenbeen moet de ruiter ook nog een tikje kunnen geven met het stokje achter zijn binnenbeen.
Alleen al deze basisoefening correct uitvoeren is voor veel ruiters een opgave. In stap gaat het nog wel, maar in draf is het nog lastiger. Galop is helemaal ingewikkeld. Het is echter wel een basisoefening die veel verschil kan maken in de vervolgopleiding van ruiter en paard. Een ruiter die zijn eigen lichaam onder controle heeft, kan het paard veel beter vertellen wat de bedoeling is.