Fuchsia's ook eetbaar?
Fuchsia's hebben de botanici altijd geïntrigeerd. Al vanaf de zestiende eeuw toen er meer dan 100 soorten werden ontdekt, die in Latijns-Amerika en in Nieuw-Zeeland in het wild voorkwamen. Nu zijn de fuchsia's liefhebbersplanten bij uitstek, maar mogen of kunnen we ze ook opeten?
Geschiedenis en naamgeving
In de 16de eeuw werd door Leonard Fuchs, een Duitse botanicus, ook de fuchsia opgenomen in een prachtig, met houtsneden van planten verlucht boekwerk. Père Plumier, die later, in 1703 een beschrijving van de plant publiceerde, noemde die dan ook, ter ere van Fuchs, Fuchsia triphylla flore coccineo. Het zaad van deze soort werd vanuit Santa Domingo naar Engeland opgezonden en daaruit ontstond de eerste gekweekte fuchsia. Franse monnikbotanicus Charles Plumier (1646-1706), die in dienst van zijn koning lodewijk XIV in Amerika nuttige planten zocht, beschreef de door hem gevonden fuchsia als Fuchsia triphylla flore coccineo in het jaar in 1703 te Parijs uitgegeven boek "Nova Plantarum Americanerum Genera". Later in 1753 werd deze naam door Linnaeus vereenvoudigd tot Fuchsia trihylla, de naam die we nog steeds voor species gebruiken.
Fuchsia is een geslacht van zowat honderd soorten uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De meeste soorten komen van nature voor in in Zuid-Amerika, maar enkele soorten komen noordelijker voor in Midden-Amerika tot Mexico. Ook in Nieuw-Zeeland en op Tahiti groeien wilde soorten.
Fuchsia botanie en teelt
Vanaf 1786, toen een Londense kweker, Henderson van St. Johns Wood, het besluit nam de plant serieus door te kweken, werden er steeds meer verschillende wilde soorten in Engeland geïntroduceerd. Al gauw werden er talloze hybriden, voorlopers van de huidige variëteiten, ontwikkeld. Tegenwoordig zijn de bonte, meerkleurige, hangende fuchsiabloemen alom bekend en geliefd, en niet alleen bij mensen maar ook bij de kolibries, die er met hun holle tongen als 'limonaderietjes' de nectar uit opzuigen. Niet zo bekend is de eetbare vrucht, die na de bloei wordt gevormd en die varieert in vormen in kleur van heldergroen tot fel karmijnrood of donkerpaars, afhankelijk van de soort of de variëteit.
Teelt van fuchsia's
Stekken met een lengte van 10 tot 12 centimeter wortelen makkelijk en komen gegarandeerd goed terug. (Door te zaaien bestaat er kans op onverwachte karakteristieken.) Het beste zijn voorjaars-stekken van jonge takjes zonder bloemknoppen, die men in puur zand of in een mengsel van één deel grond op twee delen turfmolm en drie delen scherp zand plant, waarbij de grond zeer vochtig moet blijven en goed doorlaatbaar. Om het wortelen te bevorderen, haalt men de onderste blaadjes eraf en snijdt met een scherp mesje of met een scheermesje de stengel door, net onder een punt waar een paar blaadjes hebben gezeten. Wanneer, na ongeveer 6 weken, de stekken goed zijn geworteld, plant men ze over in een pot met een doorsnede van 10 centimeter, waarin men zorgt voor een goede drainage; houd ze goed vochtig en bescherm ze tegen te veel zon. Verplant ze in een grotere pot of in de grond, wanneer de wortels onderuit de pot groeien.
Fuchsia's geven de voorkeur aan half schaduw en kunnen niet tegen de wind. Winters moeten ze absoluut worden binnengehaald. Sommige variëteiten kunnen als grondbedekking worden gekweekt. Andere rassen kunnen flink bossig uitgroeien of, als men ze tot een stammetje snoeit en opbindt, tot miniatuurboompjes. Een ondersteuning in de breedte, bovenaan de stok, bevordert een zijwaartse groei van de takken op de gewenste hoogte. Een weelderig tropisch effect krijgt men door de fuchsia's in hangmandjes of in hangpotten te planten.
In het vroege voorjaar, als de plant net begint uit te lopen, moet er drastisch worden gesnoeid. Snoei hem minstens terug tot op het in het vorig jaar gevormde hout, zelfs nog verder, als het voor het verkrijgen van een mooie vorm nodig mocht zijn. Aan de basis van elk blad bevinden zich latente knoppen, klaar om uit te lopen, zodat men van een voorspoedig herstel verzekerd kan zijn.
Jongere planten zijn gevoelig voor bladluis, witte vlieg, slakken en meeldauw en moeten dienovereenkomstig worden beschermd. Besproeiing van het blad veroorzaakt een verstoring van de levens-cyclus van de witte vlieg en de plant frist er van op. Zwavel is een doeltreffend middel tegen meeldauw.
Gebruik als voedsel en medicijn?
Fuchsius 1501-1566 beweerde dat de plant een probaat middel tegen de pest was, maar sindsdien is men nooit dieper ingegaan op die veronderstelde medicinale waarde. Hij schreef: 'Het genoegen en de vreugde, die men aan deze plant beleeft, wordt in niet geringe mate verhoogd door een grotere bekendheid met zijn verdere verdiensten en buitengewone krachten' blijkbaar verwijzend naar iets meer dan zijn uitzonderlijke schoonheid - misschien naar culinaire, zowel als medicinale eigenschappen..
En ja fuchsiavruchtjes zijn dus ook te eten, ze worden al geplukt enkele dagen nadat de bloemen zijn afgevallen. De meest donkere vruchtjes hebben de sterkste smaak.
Fuchsiataart
Vermeng:
- 2 kopen bloem
- 1 dessertlepel bakpoeder
- 1 kopje suiker
- een halve kop boter
Toevoegen en goed doormengen:
2 geklutste eieren
Daarmee een springvorm van 20 centimeter doorsnede bekleden. Luchtig toevoegen
- 2 tot 3 koppen in plakjes gesneden fuchsiavruchtjes
- 2 dessertlepels fijn maïsmeel
- wat kaneel
- snufje versgemalen nootmuskaat
- 2 eetlepels suiker
Spreid dat over het deeg uit en laat de taart 30 tot 40 minuten in een oven van ± 190° C bakken, totdat de randen bruin zijn en de vruchten zacht.