Van katoenplant tot eindproduct, wat gebeurt er precies?
Het zit in kleding die we dragen, tampons, ruimtepakken van astronauten, en zelfs in ons voedsel: delen van de katoenplant. Maar voordat de plant in al die producten eindig, heeft hij een lange weg afgelegd.
Inleiding
Katoen is de grondstof voor bijna 40 procent van alle textiel. China is de grootste katoenproducentvan de wereld, op de voet gevolgd door de Verenigde Staten en India.
De rijpe vruchten van de katoenplant gaan open. Ruim een half miljoen katoenharen komen nu naar buiten. De sterke eencellige haeren van cellulose zijn het transportmiddel van de zaden. Haren zorgen ervoor dat de wind het zaad te pakken krijgt en dat het zich verspreidt. Maar zo ver komt het niet. Voor dat het zaad de kans krijgt om er vandoor te gaan, rukt een grote machine de bossen haar van de plant. Een plukmachine haalt met gemak 80.000 kilogram pluis per dag binnen. In arme landen plukken de kleine katoenboeren soms nog met de hand. Ervaren plukkers kunnen op een dag 200 kilogram katoen oogsten.
Alles is bruikbaar
De katoenbollen gaan naar een fabriek. Daar wordt het zaad van het pluis gescheiden, meestal nog in het land van de teelt. Het pluis gaat de droger in. Dan verdampt het vocht uit de vezels. Dit maakt de haren sterker. De plantresten die niet in het katoen thuishoren worden er nu uitgehaald. Daarna mag de ontpitmachine aan het werk. Het principe is eenvoudig. Een soort kam trekt de katoenvezels door kleine gaatjes waar het zaad niet door past, zodat zaad en vezelf worden gescheiden. Tegenwoordig gaat dit machinaal. Vroeger ging dit allemaal handmatig, en was een man de hele dag bezig om een halve kilogram katoenpluis te ontpitten. Alle scheidingsproducten worden verder verwerkt. De zaadhulzen eindigen als veevoer of brandstof. De zaden zelf zijn geschikt zaaimateriaal, of de olie wordt eruit geperst. In mayonaise, margarine of bakolie zit soms katoenolie, maar de olie wordt ook wel verwerkt in onder meer cosmetica, rubber, zeep en explosieven. Het overgebleven pluismateriaal komt terecht in watten, tampons en vilt. De korte katoenvezels worden vaak gescheiden van de lange. De korte zijn een grondstof voor onder andere papier. De lange katoenvezels dragen we in het textiel aan ons lijf.
Vezel op stap
De verwerking van ruwe katoenvezels vindt over de hele wereld plaats. Ze reizen vaak via tussenhandelaren naar spinnerijen. De lange draden zitten dan nog door elkaar. De spinnerij ontwart de kluwen met een grote machinale kam tot losse draden, die door het spinnen in garen veranderen. De draden zijn nu klaar om tot lappen stof te weven en te verdelen. Dat wil zeggen: te wassen, te bleken, te verven, en het kreukvrij of antimicrobieel maken van de stof. Als laatste verwerkt de industrie de lappen tot de T-shirts en lakens in onze kast. Het katoen heeft tegen die tijd vaak al een reis van 17.000 kilometer achter de rug.
Wist u dat?
Moeilijke plant
De katoenplant is ondanks het grootschalige gebruik helemaal geen makkelijke plant. Hij heeft veel water nodig en veel bescherming tegen ziekten en parasieten. De katoenindustrie gebruikt daarom naar verhouding nogal veel chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
Plant of dier
In de middeleeuwen deed de fabel van een aan een plant groeiend schaap de ronde. Er bestonden verschillende versies van de 'plantschaaplegende'. Zo zou er een plant zijn die in plaats van vruchten kleine schapen voortbracht. Hangend aan de plant aten de schapen de bladeren rondom zichzelf op. Als alle bladeren veroberd waren, vielen de schapen van de plant en trokken de wijde wereld in. De plant stierf daarna.
Een andere versie is dat een lam op de plek van zijn navel met een wortel vastzat in de aarde. Als het dier alle planten in de buurt op had, ging het dood. De oorsprong van de fabel ligt waarschijnlijk bij een harig soort plant als katoen. Mensen die de plant niet kenden, zagen het pluis aan voor wol.
Cijfers
Meer dan de helft van alle katoen wordt verwerkt tot kleding. Een derde wordt vermaakt tot bed en meubeltextiel. De rest verdwijnt in industriële producten als verband, behang, boeken of zeildoek.
Lees verder