Dotterbloem glimmend botergeel
Na de massale bloei van het speenkruid vroeg in het voorjaar nemen de gele Dotters de rol van het Speenkruid over met nog meer onstuimigheid en levenskracht! Dotter en Dodder en Dooier zijn waarschijnlijk van één woordstam afgeleid
De dooiergele kleur zou de Dotterbloem aan zijn naam geholpen hebben. De kelk vervangt hier de bloemkroon als insectenlokker; dat doen wel meer Ranonkelachtigen. Als stuifmeel- en honingproducent doet de Dotter voor de juist in bloei gekomen Waterwilgen niet onder. Hele slootranden waren vroeger met Dotters bezet. Breekt de zomer aan, dan staan op de oude bloemstelen telkens een tiental droge, dooraderde kokervruchten met spitse, gekrulde neuzen. De toch al forse bladeren groeien door tot het formaat van ontbijtbordjes. Zij imiteren boven het water uitgetilde waterleliebladeren en rollen zich in. Als een bescheiden toegift bloeit in september nóg een portie bloemen.
Naamgeving
Caltha is afgeleid van het Griekse 'kalathos' wat korfje of schaaltje betekent, naar de vorm van de bloem.
Dat de naam Grote boterbloem ook nog gebruikt word, zal ons niet verbazen. Niet alleen hebben ze beide dezelfde glimmende gele kleur, maar ook hun vochtig biotoop in de natte weilanden is hetzelfde. Omdat de hoofdbloei rond Pinksteren en Pasen valt, vinden we ook nog wel de namen pinkster- en paasbloem terug. Oude, niet meer gebruikte namen zoals Smeerbloem en Smeerblad verwijst niet naar zijn medicinale werking maar wel naar zijn glimmend vettig uiterlijk, alsof zij met vet, boter of smeer ingewreven zijn.
Geschiedenis
Caltha vinden we in de alleroudste Romeinse kruidenboeken wel terug, alleen werd daar zeer waarschijnlijk de goudsbloem mee bedoeld. Ook bij Matthiolus 1563 werd de goudsbloem Caltha genoemd. Dodonaeus spreekt ook van Watergoutbloemen en zegt dat 'Die en zijn in der medecijnen niet bruyckelijck'. Al kwam ze nog later in de apothekersboeken wel voor als 'Herba en Flores Calthae palustris' en werd ze, volgens de signatuurleer gebruikt bij geelzucht. Behalve bloemen werden ook de zaden in wijn getrokken voor de lever gebruikt.
In de Flora Batava uit 1800 vinden we wel wat 'huishoudelijke toepassingen' van de Dotterbloem
De Bloembotten (knoppen) kunnen als Kappers ingelegd en gebruikt worden. (Ehrhart) Deeze Plant in de Weilanden is als een schadelijk onkruid voor het Vee te houden, volgens Haller, Ehrhart en Brugmans. De jonge uitspruitels alleen zijn minder schadelijk, en in zo verre kon deeze Plant als onschadelijk voor Geiten, Schaapen en zelfs Runderen, door Gmelin worden opgegeeven. Doch hoe grooter en sterker de Plant wordt, hoe meer zij eene vergiftige hoedanigheid verkrijgt. De Bloemen geeven eene geele verf, en derzelver sap met aluin gekookt, geele Inkt. (Reuss) Volgens Tournefort verven de Bladeren het blaauw papier ligt rood. Indien men dezelve brandt wanneer zij gedroogd zijn, smelten zij even als het Salpeter. - De Bloemen ook zeer goed voor de Byen.
Ook nu nog worden de bloemknoppen ingemaakt of gekookt als voedsel geadviseerd, toch is wegens de mogelijke gifitigheid zeker de rauwe plant niet als voedsel aan te raden, het is niet voor niks een ranonkelachtige (boterbloemen, speenkruid) die allemaal giftige alcaloïden kunnen bevatten. Ook triterpeensaponinen zijn aanwezig, al kunnen die mogelijk wel een adaptogene werking bezitten. In elk geval zou ik zonder enige voorkennis niet experimenteren met de dotter als voedsel of als medicijn. Ook al omdat ondertussen zelfs deze sterke plant nogal zeldzaam geworden is.
Voor verdere studie
- Caltha palustris - Plants For A Future database report
- Triterpenoid Saponins from Caltha palustris.P Bhandari, A I Gray, R P Rastogi. Planta Medica (1987)Volume: 53, Issue: 1, Pages: 98-100
- Caltha palustris L. Seed Oil. A source of four fatty acids withcis-5-unsaturation.
- Smith CR Jr, Kleiman R, Wolff IA.Lipids. 1968 Jan;3(1):37-42.
- [Magnoflorine in Caltha palustris L.]NIJLAND MM.Pharm Weekbl. 1963 Apr 12;98:261-3.
- A critical study on the oncostatic factor present in Caltha palustris.
- SOKOLOFF B ea. Growth. 1962 Mar;26:71-5.