Grove den, Pinus sylvestris
De grove den (pinus sylcestris) is een van de weinige naaldboomsoorten die inheems is in Nederland. In een bos krijgt deze boom een kroon in de vorm van een scherm, in een open veld is er sprake van een vliegden zonder duidelijke kroon. De grove den heeft een ruwe bast en naalden in groepjes van twee. Hij wordt tot 35 meter hoog. Grove dennen zijn in Europa, Klein-Azië en Siberië te vinden, vooral op arme, droge gronden. Het hout, vurenhout, is voor verschillende doeleinden zeer geliefd.
Taxonomische indeling
- Klasse: Spermatopsida
- Orde: Coniferales
- Familie: Pinaceae
- Geslacht: Pinus
- Soort: Pinus sylvestris
Omschrijving
Een grove dennenbos /
Bron: Mahlum, Wikimedia Commons (Publiek domein)
De kroon van een jonge grove den is grofweg kegelvormig, die van een oudere grove den in schermvormig. Dit is sterk afhankelijk van de locatie waar de boom staat. Bij een oudere boom zijn de onderste, dode, takken nog vaak aan de stam te zien. De bast is ruw en plaatvormig, hoewel hij op jonge leeftijd glad en grijsgeel is.
De grove den heeft naalden die in paartjes van twee aan elkaar zitten. Deze worden ongeveer acht centimeter lang. De grove den wordt 25 tot 35 meter hoog.
Vliegden
De vliegden is een grove den die op een heel andere wijze groeit dan andere grove dennen. Vliegdennen bevinden zich vaak midden op een veld en hebben licht in overvloed. Hierdoor groeien zij niet recht omhoog, zoals bomen in een bos dit doen, maar alle kanten op.
Verspreiding
De grove den is te vinden in grote delen van Europa, Klein-Azië en Siberië. In Nederland is hij in het oosten en midden van het land veel te vinden. Op andere plaatsen komt hij ook voor, maar is hij zeldzamer. In totaal bestaat ongeveer 28 % van de houtmassa van alle bossen in Nederland uit grove den. 40% van de bossen is aan te merken als grove dennenbos. In Nederland is het één van de drie inheemse naaldboomsoorten. De anderen zijn de jeneverbes en de taxus. Alle andere naaldbomen in Nederland zijn exoten.
Omgeving
De grove den groeit op arme en droge gronden. Het is een van de weinige soorten die goed kan overleven op heidevelden en stuifzandgebieden. Hier is hij dan ook veel aangeplant. De zaailingen van deze plant overleven alleen op een minerale bovengrond, dit houdt in dat er geen strooisellaag aanwezig mag zijn. Verder zijn de zaailingen zeer lichtbehoevend. Doordat de jonge bomen van deze soort zoveel licht nodig hebben is de grove den niet erg concurrentiekrachtig. Er zijn dan ook maar weinig andere soorten die samen met de grove den in een bos kunnen staan, zonder dat deze laatste er uitsterft.
Een tak, de verschillende bloeiwijzen en verschillende stadia van de kegels van de grove den /
Bron: Floranet, Wikimedia Commons (Publiek domein)Voortplanting
De grove den bloeit vroeg in het voorjaar. De vrouwelijke bloemen groeien aan de toppen van de jongste takken. Ze zijn rozerood gekleurd. Aan de voet van dezelfde takken groeien de geelbruine mannelijke kegels. De grove den wordt door de wind bestoven. De kegels worden tot zeven centimeter groot en bevinden zich op een korte steel.
En de mens
De grove den wordt veel gebruikt voor zijn hout, grenen. Vooral vroeger werd dit veel gebruikt. Grove dennen die in een bos opgroeien zijn bijzonder recht, en daarom zeer geschikt voor scheepsmasten. Meer nog dan voor scheepsmasten werd grenenhout gebruikt in kolenmijnen. Dit omdat het hout kraakt voordat het breekt. Zo waarschuwt het de mensen die in de mijn zijn voor een instorting. Het hout is verder niet erg stevig, maar wel goed bewerkbaar.