Servische spar (Picea omorika)
De Servische spar is een snelgroeiende conifeer die populair is als kerstboom. De boom heeft groene naalden met een blauwgroene onderkant. De Servische spar heeft in Nederland een geringe ecologische functie, maar zal met name in de winter in menig tuin voor veel sfeer zorgen. De Servische spar is eenhuizig, zowel mannelijke als vrouwelijke kegels zijn op een boom aanwezig en uit de vrouwelijke kegels zullen hangende donkerbruine kegels ontstaan.
Verspreiding van de Servische spar
Als iemand met een Servische spar in de hand zou beweren dat hij zojuist een conifeer heeft gekocht dan zou die raar worden aangekeken. Toch is niets minder waar, een spar is namelijk niets anders dan een conifeer, want alle naaldbomen zijn coniferen. Conifeer betekent letterlijk “kegeldrager” en beslaat taxonomisch gezien een orde van circa 600 soorten. Tot deze groep van coniferen behoren ook de soorten die in de volksmond conifeer worden genoemd: de soort Californische cipres (Chamaecyparis lawsoniana), de westerse levensboom (Thuja plicata) en de reuzenlevensboom (Thuja occidentalis).
Tot de groep van coniferen behoort ook de populaire Servische spar. Deze boom, die vooral bekendheid geniet doordat zij eind december in menig huiskamer als kerstboom naast de verwarming staat, komt van oorsprong uit Zuidoost-Europa, het eerste zaadgoed is omstreeks 1890 naar Midden-Europa gebracht, alwaar de boom vooral in tuinen en parken als sierboom werd aangeplant. In Scandinavië is de Servische spar veel voor houtproductie aangeplant, maar in Nederland dient de boom vooral als sierboom en heeft geen ecologische functie van betekenis, behalve beschutting voor dieren. De spar is goed bestand tegen luchtvervuiling, beter dan de
fijnspar.
De Servische spar wordt hoog maar blijft smal /
Bron: Goldfinger, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)Groeiwijze en uiterlijke kenmerken
De Servische spar kan 30 tot 35 meter hoog worden, soms zelfs 50, met uiteindelijk een stamdoorsnede van 70 cm en groeit zo’n 70 tot 100 centimeter per jaar. In het begin zal de toenemende lengte per jaar nog wat kleiner zijn, maar vanaf een leeftijd van vier of vijf jaar beginnen de jaarlijkse nieuwe toppen toch aanzienlijke lengtes te vertonen. In 25 jaar tijd weet deze spar een lengte van 30 meter te bereiken. De Servische spar kan doorgaans in elk geval een leeftijd van 100 tot 150 jaar bereiken.
Kerstboom
De naalden van de Servische spar kunnen tien tot twaalf jaar oud worden en zijn stevig, maar niet stekend en vallen niet snel uit, dat maakt de boom erg geliefd als kerstboom. Door de blauwgroene kleur van de Servische spar wordt de boom wel eens verward met de
blauwspar (Picea pungens). Deze kleur wordt veroorzaakt door de onderkant van de naalden die dankzij twee witte strepen (de huidmondjes) voor een blauwgroene gloed zorgen. Omdat de bovenkant van de naalden wel “normaal” groen is, lijkt het vaak net alsof de boom twee kleuren bezit. De naalden van de blauwspar zijn overigens helemaal, aan boven- en onderzijde, blauwgroen. De naalden van de Servische spar van 2 centimeter lang zitten vast aan stevige korte stengeltjes van 1 mm, en tussen de naalden kunnen al de knoppen worden gevonden die in het volgende jaar weer zullen uitlopen. Een ander kenmerk zijn de gekrulde takken die de boom iets sierlijks geven.
In het late voorjaar beginnen de knoppen uit te lopen en worden de eerste lichtgroene puntjes zichtbaar, dit zijn de eerste tekenen van nieuwe aanstaande takken. In het begin groeien deze takken nog niet snel, maar vanaf de zomer zal de Servische spar flink groeien en blijkt het nieuw gevormde topje dat eerst 15 centimeter was ineens uit te schieten naar 80 centimeter. De bast bestaat uit vaal roodbruine schubben die over elkaar heen liggen. De boom is goed in staat, nadat de top is verwijderd, om een nieuwe top aan te maken.
Bloeiwijze
De Servische spar is eenhuizig met eenslachtige mannelijke en vrouwelijke kegels, deze katjes staan of recht overeind of in het vlak van de tak, in elk geval niet hangend. De opstaande vrouwelijke katjes zijn roodachtig van kleur, zodra deze zijn bevrucht en gerijpt ontstaan hangende donkerbruine kegels. De boom zal al op jonge leeftijd kegels vormen, in de gerijpte kegel zijn de zaden aanwezig uit welke de eerste zaailingen zullen opkomen. Een zaailing groeit nog zeer langzaam, een boom van een meter groot kan al bijna tien jaar oud zijn.
De onderkant van de naalden hebben twee witte strepen /
Bron: MPF, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)Aanplanten in eigen tuin
Vlak na de jaarwisseling liggen de Servische sparren gratis voor het oprapen, dit betreft dan afgedankte kerstbomen die door de plaatselijke gemeente worden opgehaald. De Servische spar is ook in januari makkelijk aan te planten, in de meeste gevallen slaat de boom goed aan. Er moet wel rekening worden gehouden dat de Servische spar zeer hoog gaat worden, na 25 jaar kan er een 30 meter hoge spar in de tuin staan. In de winter is de Servische spar een mooie blikvanger, zeker wanneer er sneeuw ligt, de boom kan dan voor een sprookjesachtige sfeer zorgen. In de herfst maken vele kruisspinnen hun web in de takken, tijdens de ochtenddauw worden deze webben goed zichtbaar. Het voordeel van een groenblijvende boom is dat er geen vallende bladeren hoeven te worden opgeruimd, tevens zorgt de boom 365 dagen per jaar voor wat privacy.
Snoeien en onderhoud
Een Servische spar behoeft geen onderhoud en snoeien is in de regel niet nodig, wel kan er op gelet worden dat de boom geen tweede top vormt, als dit het geval is dient deze te worden verwijderd. Ook kunnen onderste takken iets worden ingekort om zo de boom een symmetrische vorm te laten behouden. De beste tijd om dit te doen is in april en mei, voordat de nieuwe lichtgroene scheuten zichtbaar worden. Een echt mooie spar heeft altijd takken tot aan de grond, grote exemplaren die in tuinen staan, zijn vaak door de eigenaar ontdaan van de onderste takken, de boom word er dan niet mooier op.
Ziektes en plagen
Sparren kunnen soms last krijgen van spint en luis, beide tasten het blad aan, voorbeelden zijn de sparrenspintmijt (Oligonychus ununguis), de groene sparrenluis (Elatobium abietinum), de boomluis (Cinara piceae) en de sparappelgalluis (Adelges abietis). Ook kunnen keversoorten de schors aantasten.