De sierlijke vetmuur is een klein plantje in het wild
Het is een heel klein plantje met kleine witte bloemen. Het is goed kijken en speuren naar de grond in een blauwgrasland om de sierlijke vetmuur te ontdekken. Totdat er iets wits te zien is op de grond. En ja hoor, heel klein en fijn tussen de andere grassen en planten staat de sierlijke vetmuur. Je moet echt door de knieën zakken om goed te kunnen kijken, want wat zijn ze toch mooi en elegant en erg klein.
Sierlijke vetmuur
Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa) is een vaste plant die behoort tot de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De plant komt van nature voor in Europa, Azië en Noord-Amerika, meer in meest noordelijke streken. Sierlijke vetmuur wordt ook weleens krielparnassia genoemd. Ook wordt de plant knopige vetmuur genoemd. Het kleine tere plantje heeft een knopig uitziende stengel en is breekbaar. De middelste en bovenste bladeren aan de stengel hebben in de oksels een bundeltje bladeren welke af kunnen vallen. Het plantje zorgt zo zelf, wanneer het valt of wegwaait, voor nageslacht.
Liggende vetmuur
Liggende vetmuur (Sagina procumbens) lijkt qua woord en uiterlijk veel op de sierlijke vetmuur, maar is toch anders. De liggende vetmuur is nog kleiner, heeft meer bloemen en de bloem heeft vier bloembladeren en vier kelkbladeren in plaats van vijf, zoals de sierlijke vetmuur. De liggende vetmuur is veel te vinden tussen de trottoirtegels. De sierlijke vetmuur is vooral te vinden in de duinen, zandplaten, trilvenen, blauwgraslanden en leemhoudende zandgronden.
Geelhartje
Op dezelfde plek is het ook mogelijk om het
geelhartje te zien. Een plant die bij beter kijken verschillend is. De vijf bloembladen zijn spitser en het hart is geler. De bloemen zijn knikkend voor de bloei en de bladeren staan alleen en zijn iets groter dan van de sierlijke vetmuur. Het geelhartje wordt net zo groot en is net zo mooi, maar is eenjarig.
De plant
De plant heeft een penwortel waar een aantal dunne, draadvormige, opstijgende, soms liggende stengels uitkomen. De stengels zijn vrij sterk vertakt en meestal onbehaard. De stengel kan echter ook klierharen hebben. De stengel is rond en massief. De bladeren staan tegenover elkaar en zijn klein, gaaf en aan de top stekelpuntig. De middelste en bovenste blaadjes groeien in de oksels in een bundeltje (de stengel heeft daardoor een knopig uiterlijk). De bovenste blaadjes zijn veel korter dan de onderste. De onderste zijn 5 tot 15 millimeter en de bovenste 5 millimeter. De kleine blaadjes hebben geen bladsteel. De bladranden zijn kaal of klierachtig behaard.
De bloem
De plant is bloeiend ongeveer 20 centimeter hoog. Sierlijke vetmuur bloeit in juli, augustus of september. De witte en stervormige, 0,5 tot 1 cm bloembladeren zijn meestal 5-tallig (soms meer). De bloemen zijn tweeslachtig wat wil zeggen dat ze mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen hebben. De bloem heeft vijf groene kelkbladeren die aan de buitenkant van de bloem zitten en veel korter zijn dan de bloembladeren. De kelkbladeren staan samen met de bloem op een heel dunne, meestal rechtopstaande bloemsteel. Er zijn vijf, acht tot tien meeldraden, vijf stijlen en een bovenstandig vruchtbeginsel. De vrucht is bijna rond en heeft een vijfkleppige doosvrucht. De donkerbruine, eivormige zaden zijn ongeveer 0,5 mm klein. De zaden leven 1 tot 5 jaar en zijn tweezaadlobbig, wat inhoudt dat ze kiemen met twee kiemblaadjes.
Habitat
Sierlijke vetmuur staat graag op een zonnige en open plaats. De plant houdt van vochtige tot vrij natte gronden en matig voedselarm tot kalkrijke grond.
Naamgeving
Sierlijke vetmuur is in het Latijns: Sagina nodosa. Sagina betekent ‘meststof’. Saginare betekent vetmesten. Mestvarkens, mestkalveren en ganzen worden bijvoorbeeld vetgemest met Sagina (vetmuur). Of daar ook de Sagina nodosa voor werd gebruikt? Of het moet ironisch zijn. De sierlijke vetmuur is zo klein en teer dat ze er niet voor in aanmerking zal komen. Wel is nodosa duidelijk. Dit betekent ‘knopig’. De stengel ziet er door de bundel bladeren, knopig uit: de knopige vetmuur of de sierlijke vetmuur.