De spoorbloem: in de tuin maar ook verwilderd

De spoorbloem
De spoorbloem (Centranthus ruber) of rode Valeriaan of rode spoorbloem, is een plant uit de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) en uit het geslacht Centranthus. Misschien ook bekent als de rode valeriaan. De oorsprong van de plant zijn de landen rond de Middellandse Zee. Op droge hellingen komt de spoorbloem in grote aantallen voor in het wild. Ook in Nederland staat de plant op enkele plekken in het wild.Soorten
Oorspronkelijk komt de plant uit Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid-Europa. Omdat de plant in Nederland zeldzaam is wordt de plant veel gekweekt. De gekweekte spoorbloemen die het goed in siertuinen doet, zijn:
- de rode spoorbloem (Centranthus ruber)
- Rosenrot, met purperroze bloemen en 90 cm hoge stengels;
- Centranthus ruber Coccineus met karmijnrode bloemen en 50 cm hoge stengels;
- Centranthus ruber Alba, deze plant heeft witte bloemen. De spoorbloem is uit het geslacht Centranthus en dit geslacht is familie van de Valerianaceae (Valeriaanfamilie).
Familie
Bij de Valeriaanfamilie is in het verleden de spoorbloem ook ingedeeld, maar is door taxonomen opnieuw ingedeeld bij de kamperfoeliefamilie. Daar komt nog wel de naam rode valeriaan uit voort. De Engelse benaming voor de spoorbloem is ook: Red Valerian. De bloeiwijze van de spoorbloem lijkt veel op de echte valeriaan. Maar waar de echte valeriaan in de geneeskunde een belangrijke rol heeft, heeft de spoorbloem dit niet.



Beschrijving
De spoorbloem is een overblijvende en kruidige plant. De knoppen komen in de winter op of iets onder de grond. De plant is dus een hemikryptofyt. De wortels zijn vlezig. De plant vormt losse pollen met aan de rechtopstaande vertakte stengel, grijsgroene en vlezige bladen. De bladeren zijn stengelomvattend met een hartvormige voet. De opgaande stengels zijn onderaan enigszins verhout. Onderaan zijn de bladeren kort gesteeld en bovenaan zijn ze zittend. De bladen zijn gaafrandig of zwak getand en groeien in tegengestelde paren. Bij beschadiging van het lancetvormige spitse blad, verspreidt deze een onaangename geur. Spoorbloemen kunnen zich spontaan uitzaaien en om lang plezier te hebben van een spoorbloem met een uitbundige bloei, is het verstandig de planten om de drie jaar te scheuren en opnieuw uit te planten in najaar of voorjaar.Winter
De bovengrondse delen sterven in het najaar af en bij strenge vorst in de winter de ondergrondse delen, afdekken met blad of snoeimateriaal. Ze hoeven niet gesnoeid te worden maar de uitgebloeide bloemen wegknippen heeft wel zin. De spoorbloemen gaan dan nog een keer bloeien en wel tot in het vroege najaar. Ze hebben geen mest nodig om rijk te bloeien.



Bloem
De planthoogte in de bloei is ongeveer 30 tot 70 centimeter. De tweeslachtige spoorbloem kan lang bloeien, van mei tot september. De bloeiwijze is een scherm van kleine geurende bloemen en hebben een spoor aan de onderzijde. Goed voor vlinders (zowel dag- als nachtvlinders), bijen en hommels. Een scherm-achtige bloeiwijze, bestaande uit vele kleine stervormige bloemen die rozerood of wit gespoord zijn. Elke bloem heeft 1 meeldraad en 1 stijl, die ver buiten de bloem steken. Het stuifmeel is licht tot vuilwit van kleur. Het onderstandig vruchtbeginsel zit als een knobbeltje onderin de bloem. Het lange rechte spoor is bij de spoorbloem een uitsteeksel onder de stervormige bloembladeren. Uit het lange, dunne en buisvormig spoor halen de insecten de nectar.Kelk
Na bevruchting ontstaat er een nootje met een prachtige kelk die lijkt alsof die van veren is gemaakt. Het zaad zaait zichzelf uit.