Lavendelhei groeit in levend hoogveen

- Lavendelhei (Andromeda polifolia)
- Kenmerken van de lavendelhei
- Blad
- Bloem en vrucht
- Meeldraden
- Vrucht
- Wat is een rolblad
- Naamgeving Andromeda polifolia
Lavendelhei (Andromeda polifolia)
De plant komt van nature voor op de noordelijke helft van het noordelijk halfrond. Lavendelhei is te zien in levend hoogveen. Levend hoogveen komt alleen voor op de hogere zandgronden. De vegetatie wordt voornamelijk gevoed door regenwater en grondwater. Vegetatie als veenpluis, blauwgras, zonnedauw, orchideeën, bosbes, gagel en kleine veenbes. In het moeras op soms onbereikbare plaatsen staat dan de verassing: lavendelhei. Ook zie je lavendelhei van nature in natte heide (bijvoorbeeld in brakwatergebieden). Als cultivar is de plant te koop bij diverse kwekerijen en tuinwinkels. Een cultivar wijkt af van de soort op basis van karakteristieke kenmerken zoals bloeikleur, bladkleur, bloeihoogte. Enkele cultivars voor in de tuinen:- Andromeda polifolia 'Alba';
- Andromeda polifolia 'Blue Ice';
- Andromeda polifolia 'Compacta';
- Andromeda polifolia 'Hayachine';
- Andromeda polifolia 'Nana';
- Andromeda polifolia 'Nikko'.

Lavendelhei hoort bij de heidefamilie (Ericaceae) en bij het geslacht Andromeda. Andere planten die familie zijn:
- Gewone dophei (Erica tetralix);
- Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus);
- Kleine veenbes (Vaccinium oxycoccos);
- Rijsbes (Vaccinium uliginosum);
- Rode bosbes (Vaccinium vitis-idaea);
- Struikhei (Calluna vulgaris);
- Rode dophei (Erica cinerea).
Kenmerken van de lavendelhei
De lavendelhei is een overblijvende struik en heeft wortelstokken. Ondergrondse lange stengels op ongeveer 20 centimeter diepte. Het eind van een wortelstok groeit omhoog en komt boven de grond en geeft een nieuwe plant. Een plant met opstijgende, donkerbruine stengels en donkergroene tot roodbruine bladeren.Blad
De bladeren staan verspreid aan de stengel en zijn dik en lederachtig. Ze zijn sterk geaderd en aan de onderkant witachtig. Lancetvormig van vorm met een omgerolde rand. De plant bloeit vanaf april tot juni en wordt 10-50 centimeter hoog. De bladeren blijven ’s winters groen. De hele plant is giftig, vooral de vruchten ervan.


Bloem en vrucht
De bloemen staan in armbloemige (bloeiwijze met maximaal zeven bloemen) schermen. Ze knikken naar beneden en staan op drie tot vier maal zo lange wit/roze bloemstelen. De bloemen zijn tweeslachtig wat inhoudt dat ze zowel mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen hebben. De bolronde bloem is roze/wit, met vijf korte en spitse kelkslippen.Meeldraden
Er zijn tien meeldraden die met haren bedekt zijn en die in de bolvormige bloem zitten. De helmknoppen hebben aan de top twee hoorntjes en aan de ingang van de bloem staat de kleverige stempel. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. De opening van de bloem is maar 1,5 millimeter waar niet alle insecten door kunnen om bij de honing aan de voet van het vruchtbeginsel te komen. Juiste die kleine opening verhindert tevens het uitvallen van de stuifmeel en door de kleverige stempel en het naar beneden hangen van de bloem, is dan zelfbestuiving mogelijk.Vrucht
De vrucht van lavendelhei is een doosvrucht. De doosvrucht is rond en heeft vijf hokken. Het uitsteeksel op de vrucht komt door de uitgroei van de stijl en wordt snavel genoemd. De vijf hokken hebben tussenschotten en springen open. De hokjes zijn veelzadig (veel zaad) en laten bij rijpheid het bruine zaad wegspringen. De zaden zijn kortlevend (minder dan een jaar) en tweezaadlobbig (kiemen met twee kiemblaadjes).