Het maarts viooltje in het voorjaar
Het maarts viooltje is het viooltje uit het violengeslacht Violaceae. Het is de eerste bloeier van alle soorten violen. Aan het eind van de winter zijn gemiddeld in maart, de prachtig paarse bloemen al te zien in de bossen, aan beschaduwde slootkanten en onder heggen op matig voedselrijke en vochtige grond. Het maarts viooltje is de enige van alle violensoorten met een geur. Een aangenaam zoete geur. Het is beslist de moeite waard om even door de knieën te gaan bij een plek in het bos met allemaal maartse violen. De geur is gewoon een verrassing. De Latijnse naam Viola odorata heeft het maarts viooltje dan ook aan de geur te danken.
Maarts viooltje
Het maarts viooltje (Viola odorata) wordt ook wel welriekend viooltje genoemd en is een vaste plant uit de viooltjesfamilie (Violaceae). Het Maarts viooltje is een inheemse plant in Europa en Azië. De plant komt in Nederland en België vrij algemeen voor. Het maarts viooltje valt onder stinsenplanten als bijgoed. Waarschijnlijk stammen de vele maartse violen in het wild, af van gekweekte soorten en zijn geen stinzenplanten.
Viooltjes in Nederland en België
Wereldwijd telt de familie zo' n 800 soorten in 20 geslachten, waarvan het geslacht Viola zo’n 400 soorten telt. In Nederland en België komen de soorten onder ander voor:
- Akkerviooltje - Viola arvensis. Wit tot zachtgeel gekleurde bloemen;
- Hondsviooltje - Viola canina. Blauwpaars gekleurd;
- Driekleurig viooltje - Viola tricolor. AWit, geel en violet gekleurd;
- Zandviooltje - Viola rupestris. Blauwpaars gekleurd;
- Bleeksporig bosviooltje - Viola riviniana;
- Donkersporig bosviooltje - Viola reichenbachiana. Roodachtig-paars tot paarse bloemen;
- Melkviooltje - Viola persicifolia. Melkwitte tot lichtblauwe bloemen;
- Moerasviooltje - Viola palustris. Bleekpaarse bloemen;
- Ruig viooltje - Viola hirta. Blauwpaars of blauw gestreepte bloemen;
- Duinviooltje - Viola curtisii. Zachtpaars en witte bloemen.
Determineren
Een aantal blauwkleurende viooltjes lijken erg op elkaar en zijn moeilijk te determineren. Wat is het verschil? Nog moeilijker wordt het om de bastaard viooltjes een juiste naam te geven. Het maarts viooltje kan een kruising vormen met ruig viooltje en het bleeksporig bosviooltje kan een kruising vormen met het donkersporig bosviooltje en hondsviooltje.
Maarts viooltje
Bleeksporig bosviooltje
Donkersporig bosviooltje
Kenmerken om te helpen determineren
Kenmerk | Maarts viooltje- Viola odorata | Ruig viooltje-Viola hirta | Hondsviooltje- Viola canina | Donkersporig bosviooltje-Viola reichen
- bachiana | Bleeksporig bosviooltje- Viola riviniana |
Geur | Ja | Neen | Neen | Neen | Neen |
Spoorkleur | Rood/paars | Zachtpaars behaard | Wit/geelwit | Dieppaars | Roomwit/ bleekblauw |
Beharing | Bladeren | De gehele plant sterk behaard | Neen | Neen | Neen |
Kleur | Diep paarsblauw | Blauwpaars of blauw gestreept | Bleekblauw of bleekviolet | Roodachtig- paars tot paars en naar de randen toe, lichter. | Blauwpaars zonder roodtint. |
Bloei | Maart-mei | April-mei | Mei-juni | Begin april-begin mei | Half april-mei |
Vorm bloemblad | Rond | Stomp | Spits | De spitse bloembladen staan enigszins uit elkaar | Spits |
Bladvorm | Eirond met een diepe hartvormige voet. Groeien na de bloei sterk uit. | Lichtgroen, langwerpig-eirond en hebben een hartvormige voet.Groeien na de bloei sterk uit. | Driehoekig-eirond, en een zwak hartvormige of afgeknotte voet. | Diep hartvormige voet en een sterker toegespitste top. | De hartvormige brede, donkergroene en lang gesteelde blaadjes hebben vaak een iets blauwachtige tint. |
Steunblad | Langwerpig zwak behaarde rand. | Driehoekig tot langwerpig en meestal kort gefranjerd. | Meestal klein en weinig gewimperd, maar soms zijn ze vrij lang en iets getand. | Lijnvormig tot langwerpig, met vrij lange en dicht bij elkaar staande wimpers. | Langwerpig met vrij korte, verspreide wimpers. |
Wortelrozet | De bladeren vormen een rozet. | De behaarde bladeren vormen een wortelrozet. | De bladeren vormen geen wortelrozet. | De meeste bladeren groeien in een wortelrozet. | De stengels ontspringen in de oksels van de rozetbladen. |
Bladrozet
Macro steunblaadjes of stipulen
schutbladeren in het midden van de steel
Uiterlijk van het blad van het maarts viooltje
Het maarts viooltje is een vaste plant. Uit een kruipende wortelstok komt een rozet van lang gesteelde bladeren en een meestal zacht behaarde bloemsteel. De bladstelen zijn onbehaard, de bladeren rond en diep hartvormig. De bladrand is gekarteld en kortbehaard. De uitlopers na de bloei hebben bladeren die meer niervormig zijn. Onderaan de bladsteel staan twee grote langwerpig-driehoekige steunblaadjes (steunblaadjes of stipulen, die aan weerszijden van de bladsteel uit de stengel komen.) De kale steunbladeren dragen aan de rand franje en hebben een zwak behaarde rand. Tussen het rozet van grondbladeren komt een korte bloemsteel tevoorschijn met in het midden twee spitse schutbladeren. De bloemsteel staat rechtop en draagt een tweeslachtige en hangende bloem. Elke bloem wordt door vijf groen-bruine gelijkvormige, stompe kelkblaadjes omsloten.
Uiterlijk van de bloem van het maarts viooltje
De tweeslachtige bloemen beginnen te bloeien eind februari/begin maart tot eind april en soms ook nog een keer in augustus en september. De bloeiende plant bereikt een hoogte van ongeveer 15 centimeter. De bomen zijn nog zonder blad en de schaduwplant profiteert van de zonnewarmte welke de bodem bereikt. De mooi paars gekleurde bloem heeft 5 bloembladeren, waarvan het onderste bloemblad een spoor vormt. Een spoor is een uitzakkend verlengstuk en heeft als functie om vroege vlinders en insecten naar de nectar te lokken, voor de bestuiving. In het midden is de bloemkroon wit gekleurd en op het onderste bloemblad lopen donkere aderen, wat een lief en vriendelijk uiterlijk geeft aan het maarts viooltje.
Kleistogame bloemen
Het maarts viooltje heeft een eigen tactiek om zaad te vormen. Het maarts viooltje heeft kleistogame bloemen. Pas in de zomer worden deze bloemen gevormd. Het zijn bloemen die dicht bij de grond zitten en die zorgen voor zelfbevruchting. De bloemen openen zich niet, hebben weinig ontwikkelde bloembladen en de 5 helmknoppen omhullen de stempel. Het stuifmeel hiervan vormt in de bloem stuifmeelbuizen en deze dringen direct in de stempel. De onrijpe vruchten graven zich vervolgens in de bodem in en worden daar rijp. Ook het donker- en bleeksporige bosviooltje maken hier gebruik van.
Vrucht maarts viooltje
De vrucht is een doosvrucht met vele roodkleurige zaden. De vruchten zijn behaard en tweelobbig (ze kiemen met twee kiemblaadjes). Misschien in verband met de vroege bloeitijd, maar het maarts viooltje vormt in het voorjaar zelden vruchten. Door het maarts viooltje te stekken in het voorjaar of de zomer krijg je gegarandeerd nieuwe planten, ook kun je nieuwe planten van de moederplant scheuren. Scheuren: planten met genoeg wortels uit elkaar trekken om zo twee of meerdere planten te krijgen. Om planten te scheuren is de herfst de ideale periode.
De eerste vlinders en insecten
De bloeiende, geurende bloemen van het maarts viooltje worden vaak door de bladeren bedekt en vallen zo niet op voor insecten. Maar het lokmiddel in de spoor lokt de insecten. De donkere aderen lokken de insecten (met name de eerste
vlinders) richting nectarrijk spoor. De stempel op het eind van de stijl is haakvormig en naar beneden gebogen op een oranje bovenstandig vruchtbeginsel. De eigenlijke stempel is de buitenkant van de haakvorm. Een vlinder op het onderste bloemblad gaat met de roltong in het spoor. Door de beweging komt het stuifmeel van vorige bezoekjes zo op de haakvorm. De stempel komt weer naar boven en de vlinder krijgt het stuifmeel van 5 meeldraden op de roltong. Kruisbestuiving verzekerd! Omdat de stempel weer naar boven komt is er geen sprake van zelfbestuiving.
Weetjes
- De Latijnse naam van het maarts viooltje is Viola odorata. Van het woord odorata is het woord odeur afgeleid. Odeur met de betekenis van ‘aangename geur’;
- In de Oudheid was het maarts viooltje gewijd aan de godin van de liefde, Aphrodite. Waarschijnlijk vanwege de zoete verleidelijke geur;
- Het viooltje kwam 400 voor Christus al in Griekenland voor;
- De zoetgeurende olie uit de bloemen van het maarts viooltje wordt al van oudsher gebruikt voor parfum;
- Aftreksels van de bladeren van het maarts viooltje werken laxerend en aftreksels van de bloemen helpen tegen hoest;
- De geur van het maarts viooltje verdwijnt zodra je het ruikt. Het bevat het een stof (ionon) dat de geurharen in het neusslijmvlies verdooft, waardoor je het niet meer ruikt.