De Noorse esdoorn (Acer Platanoides)
De Noorse esdoorn is een van de meest tot de verbeelding sprekende bomen die we kennen. In de herfst geeft deze boom van alle boomsoorten de mooiste kleuren, en in de zomer produceert de Noorse esdoorn de karakteristieke vleugelzaden. Een zeer mooie eigenschap van deze boom is dat ze veel nectar levert aan bijen. Kortom, de Noorse esdoorn is een boom waar de natuur en mens niet omheen kan, en zou eigenlijk in elke tuin moeten staan.
De Noorse esdoorn lijkt enigszins op haar soortgenoot, de
gewone esdoorn. Ook uit de Latijnse namen komen deze overeenkomsten naar voren; Acer Platanoides en Acer Pseudoplatanus. Beide soorten vertonen op hun beurt dan ook veel gelijkenissen met de plataan, maar zijn daar geen familie van.
Verspreiding
De Noorse esdoorn komt algemeen in Nederland voor en is vaak aangeplant langs straten en in stadsparken. De boom houdt van vochtige kalkhoudende gronden, maar stelt geen hoge eisen aan de voedselvoorraad of lichtvoorziening. Het is aan dit laatste punt te danken dat de boom vaak als straatboom in steden kan worden aangeplant, de boom kan tegen een stootje.
In de rest van Europa komt de Noorse esdoorn vrijwel overal voor, behalve in het uiterste zuiden. Van alle soorten esdoorns is het de enigste die helemaal tot in Scandinavië voorkomt en de schrale kou kan weerstaan. Tevens groeit de soort van Oost-Europa tot aan de Oeral. In Engeland is de boom vanuit het vaste continent aangeplant.
Een snelle groeier
De Noorse esdoorn kan een hoogte bereiken van twintig tot dertig meter en wordt maximaal een meter in doorsnee. De boom groeit zeer snel, in de eerste drie jaar kan met gemak al een hoogte van drie meter worden gehaald. De boom kan wel tweehonderd jaar oud worden, maar bereikt daarmee niet de ouderdom van de gewone esdoorn, die maar liefst vijfhonderd jaar oud kan worden. De bladeren kunnen drie, vijf of zeven lobben hebben en zijn met maximaal vijfentwintig centimeter groot van formaat. De bladeren vormen in de herfst een makkelijk verteerbaar strooisellaag en bevorderen de biologische activiteit. Ruim deze bladeren dan ook niet op in de herfst, maar laat ze liggen. De regenwormen en insecten weten er raad mee!
Bloemen en zaden
De bloeitijd begint in april en mei. De bloemen kunnen vrouwelijk (alleen een stamper), mannelijk (alleen meeldraden) of tweeslachtig zijn (stamper plus meeldraden).
Een meeldraad bestaat uit een helmdraad en een helmknop, waarin zich het stuifmeel bevindt. Een stamper bestaat uit een stempel, een stijl en het vruchtbeginsel, waarin zich de eitjes bevinden. Uit de bevruchte eitjes groeien de vruchten, oftewel de zaden.
De bevruchte eitjes van de Noorse esdoorn groeien uit tot een droge, niet openspringende, gevleugelde dubbele dopvrucht. De eerste bloei wordt pas ingezet nadat een leeftijd van vijftien tot twintig jaar is bereikt. De Noorse esdoorn verspreidt zich snel. Dit komt ten eerste doordat er flink veel zaden worden geproduceerd, die zich dankzij hun gevleugelde vorm, over grote afstanden door de lucht kunnen verplaatsen. De zaden kunnen door de wind tot op een hoogte van duizend meter worden meegevoerd. Ten tweede zijn de zaden zeer krachtig en groeien de geboren zaailingen snel.
De Noorse esdoorn en de bij
De Noorse esdoorn is voor de honingbij een uitstekende voedselplant. De bloemen leveren veel nectar en op de bladeren is veel honingdauw te vinden. Honingdauw is een nectarachtige vloeistof dat door bladluizen wordt gemaakt. Bijen kunnen zowel honing maken van nectar als van honingdauw. Het is dan ook zeer aan te raden een Noorse esdoorn in de tuin aan te planten om zo op die manier de kwetsbare bij te ondersteunen.
De Noorse esdoorn in de tuin
De boom is zelden te koop in reguliere tuincentra, hetgeen overigens voor veel inheemse boomsoorten geldt. Maar jonge zaailingen van de esdoorn kunnen makkelijk in plantsoenen, parken of langs de straatkant gevonden worden. Deze nog kleine planten behoren in parken tot de ongewenste onderbegroeiing en zullen hoogstwaarschijnlijk snel door de plantsoenbeheerder met de bosmaaier verwijderd worden. Dus wanneer je een zaailing “meeneemt” voor in je eigen tuin redt je zeer waarschijnlijk een plant en op den duur een boom! Overigens zijn de jonge zaailingen niet goed bestand tegen verstikkende wortels van gras, dus let daar bij op wanneer een plek in de tuin wordt gekozen.
Een andere mogelijkheid om de Noorse esdoorn aan te planten is het verzamelen van zaden in de herfst. In oktober liggen de zaden bij honderden onder de moederboom verspreid. Makkelijker kan het niet. Neem een handvol mee en zaai ze in de tuin op de gewenste plek. In het voorjaar kunnen de opgekomen zaailingen verder verspreid worden.
Een Noorse esdoorn geeft een zeer mooi tafereel in de tuin, zeker in de herfst wanneer de bladeren gaan verkleuren. Maar ook in het voorjaar is het een mooi schouwspel om te zien hoe deze groeikampioen begint uit te lopen en in korte tijd weer een halve tot een hele meter de lucht in schiet. Tip: plant deze boom op een centrale plek midden in de tuin en niet aan de randen, dan komt ze het best tot haar recht. Overigens zou volgens middeleeuws volksgeloof deze boom ons tegen slechte heksen beschermen, dus wie weet beschermt de boom ons in onze moderne tijd ook wel tegen inbrekers!
Snoeien en verplanten
Snoeien kan het best alleen in het najaar tussen oktober en december. Niet in het voorjaar, want dan komen de sapstromen al weer vroeg op gang. Kleine losse takken kunnen ook in juni worden verwijderd. Verplanten kan het best in het vroege voorjaar. Niet voor niets valt de Nationale Boomfeestdag in het vroege voorjaar. Maar ook in oktober en november kan de boom worden verzet. Overigens, door Wageningen Universiteit (IBN-DLO) is bij de gewone esdoorn een interessant onderzoek gedaan. Er is onderzocht welk effect de verplantingsperiode heeft op de overlevingskansen. Daaruit bleek dat de gewone esdoorn verreweg de meeste kans heeft te overleven wanneer in het voorjaar verplant wordt. Wellicht kunnen die onderzoeksresultaten ook van toepassing zijn op de Noorse esdoorn. Houdt er rekening mee dat het verplanten van bomen altijd stress voor de boom oplevert, probeer dus altijd zo veel mogelijk wortels heel te laten.
Ziektes en plagen
De boom kan gevoelig zijn voor de schimmel Rhytisma Acerinum. Deze veroorzaakt zwarte vlekken op de bladeren. De boom zal echter door haar sterke karakter nooit aan deze schimmel bezwijken.