Gewoon speenkruid in bossen, bermen en tuinen
In februari kunnen we al vaak een solitair geel gekleurd bloempje zien tussen mooi groen blad, langs sloten, bermen of in bossen. Het speenkruid begint te bloeien, de lente is in aantocht! Pas in maart kleuren hele slootkanten geel. Felgele slootkanten en plakkaten geel speenkruid in het bos of park. Een prachtige bloem alsof het de zon zelf is. Het lijkt ook een beetje op het zonnetje met zijn nét iets donker gekleurde hart. Het zonnetje en de vrolijkheid van gele kleuren, waar we na een lange winter zo naar verlangen.
Kenmerken speenkruid
In de winter verschijnt vaak het blad van het speenkruid al. Pas in maart gaat het langzaam geel zien van de bloemen van het speenkruid. Het is een van de eerste lentebloeiers. De felgele bloemen hebben acht tot twaalf langwerpige tot eironde kroonbladeren die in het vroege voorjaar als zonnetjes tevoorschijn komen en tussen het groen van de bladeren goed opvallen. Vrolijk en zonnig zijn de bloemen van het gewoon speenkruid en hoe warmer het wordt hoe meer de bodem bedekt wordt door een zee van gele bloemen. Wanneer de zon niet schijnt blijven de bloembladeren ook gesloten en wanneer de zon schijnt spreidt de bloem de bloembladeren wijd open. Het geheel van de vele gele ‘zonnetjes’ is niet hoger dan tien centimeter, dus het blijft goed naar de grond kijken om ervan te genieten. De plant in zijn totaliteit is niet groter dan dertig centimeter. Het gewoon speenkruid valt onder de ranonkel-familie. Andere planten hieronder vallend zijn: blauwe anemoon, gewone anemoon, wilde akelei, bosanemoon, dotterbloem, scherpe boterbloem, juffertje in het groen en onder ander de egelboterbloem. Het gele speenkruid kan bloeien tot en met mei.
Leefomgeving
Het gewoon speenkruid komt voor op plaatsen zoals slootkanten, wegkanten, parken en loofbossen. Het is een schaduwplant wat betekent dat het gewoon speenkruid onder struiken en bomen groeit. In het vroege voorjaar zit er alleen nog geen blad aan de bomen en vallen de zonnestralen door tot op de bodem. De vlezige, groene, hartvormige bladeren schitteren net als het gele bloempje, in de zon. Diepgroen en glanzend. Wanneer in mei de bladeren weer aan de bomen komen krijgt het gewoon speenkruid minder licht en zon en vergelen de bladeren eerst, verdorren en verdwijnen. Onder de grond blijven de knollen 'leven'.
Eetbaar blad
De bladeren bevatten veel vitamine C en kunnen gebruikt worden in salades, op het brood of in de voorjaarssoep. Maar na de bloei geen bladeren meer gebruiken want tijdens de bloei vormen zich giftige stoffen (protoanemonine en saponine) in de bladeren. Protoanemonine is een natuurlijk voorkomende giftige organische verbinding die in het melksap van planten zit. Saponine zijn een speciale groep secundaire plantenstoffen, die door de plant gemaakt worden. Het nut voor het gewoon speenkruid is waarschijnlijk bescherming tegen insectenvraat en bescherming tegen groei van bacteriën en schimmels. De bladeren, na de bloei, zijn ook niet meer smakelijk maar bitter.
Vermeerdering
De vermeerdering kan op drie manieren:
- door zaadvorming
- okselknollen (broedknolletjes)
Zaadvorming
De bloemen van het gewoon speenkruid zijn tweeslachtig. Hebben zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Het is een feit dat het gewoon speenkruid echter bijna nooit vruchten krijgt waardoor verspreiding via zaad weinig tot amper voorkomt. Wel is het zo dat planten die op zonnige plekken staan vaker vruchten produceren dan planten die minder lang in de zon staan. Het gewoon speenkruid wat meer in de zon staat krijgt meer bezoek van kleine stuifmeel etende vliegjes, van bijen en kevers. De stuifmeel etende insecten staan bij niet zonnig weer voor een 'dichte deur' omdat de bloemen dan gesloten blijven. Kómen er vruchten dan zijn het eenzadige dopvruchten of nootjes.
Deze lijken het meest op de vruchten van de scherpe boterbloem. De zaden zijn tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes) en overleven niet langer dan een jaar.
Okselknolletjes en broedknolletjes
De vermeerdering van het gewoon speenkruid gebeurt hoofdzakelijk via de okselknolletjes, de broedknolletjes. Na de bloei vormt zich in de oksel van het blad een knolletje. Wanneer het gewoon speenkruid afsterft in april of mei, dan vallen deze knolletjes op de grond. Door regen of dieren worden ze verspreid en wanneer de plek gunstig is, groeien er worteltjes uit. Het volgend voorjaar groeien er bladeren uit en weer mooie gele bloemen.
In de tuin
Hoe mooi het gewoon speenkruid ook is langs slootkanten of in loofbossen, tuinliefhebbers zien het liever niet in de tuin. Door de vele okselknollen is het gewoon speenkruid een ware overwoekeraar en zal de hele tuin overwoekeren. Het is een heel karwei om de grondknollen weer te verwijderen. De okselknoppen kunnen tussen de wortels van de vaste planten wortelen of in het gras. Krijg ze er dan maar eens uit, wanneer dit niet gewenst is!
De naam gewoon speenkruid
De broedknollen worden de grondknollen en deze groeien als knotsvormige bolletjes. De knollen lijken, met een beetje fantasie, op spenen. Spenen van de koe. Een uierontsteking bij een koe werd behandeld met de grondknollen van het gewoon speenkruid. Nog een verwijzing is dat vroeger de knollen werden gebruikt om aambeien te behandelen. En een oud Hollands woord voor aambei is: speen.