Het bioom: Grasland en woestijn - klimaat, ligging en bodem
De begrippen grasland en woestijn hebben weinig met elkaar te maken en zijn dan ook alleen aan elkaar verwant omdat het beide biomen zijn volgens de indeling van de klassieke ecologie. Tot de graslanden worden de gebieden gerekend die volledig door de mens zijn beïnvloed of die op eigen kracht zijn ontstaan en de graslanden beslaan ongeveer 8% van het totale aardoppervlak. Woestijnen beslaan zelfs 40% van het totale aardoppervlak maar bestaan – in tegenstelling tot wat men vaak denkt – zelden volledig uit zand.
Inhoud
Het bioom grasland
In de ecologie worden alle gebieden waarvan het merendeel van de vegetatie uit gras bestaat tot het bioom grasland gerekend, waarbij men een onderscheid maakt tussen een natuurlijk grasland en een cultuurgrasland. Een natuurlijk grasland is zonder hulp van de mens ontstaan en wordt ook wel een savanne of steppe genoemd en een cultuurgrasland wordt volledig door de mens beheert en wordt ook wel een weide of een hooiland genoemd. Mede omdat een cultuurgrasland volledig door de mens wordt beheerd wordt deze verder buiten beschouwing gelaten. De graslanden beslaan in totaal zo'n 4 tot 8% van het totale aardoppervlakte en komen voornamelijk voor in Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Nieuw-Zeeland.
Een savanne /
Bron: MonikaP, PixabayDe savanne
Een savanne is een enorm uitgestrekte en overwegend groene grasvlakte met hier en daar een enkele boom of een groepje bomen. Savannes beslaan ongeveer 18% van het totale aardoppervlak en komen vooral voor in die gebieden op aarde waar een tropisch of subtropisch klimaat heerst. Aangezien het merendeel van de savannes op aarde dicht bij de evenaar zijn gelegen is het er warm en vochtig, wat boomgroei op de savanne mogelijk maakt. Een savanne is een zeer vruchtbaar gebied en de flora en fauna is er dan ook zeer divers.
Ligging
Savannes zijn gelegen in tropen oftewel in het gebied dat is gelegen tussen de twee keerkringen (de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring). De tropen beslaan de continenten Afrika, Amerika, Azië en Oceanië en natuurlijke graslanden vindt men in de landen Afrika, Azië, Australië, India, Mexico en Zuid-Amerika.
Klimaat
In het (sub)tropische klimaat kent men maar twee seizoenen, namelijk een nat en een droog seizoen. De lange zomer is vaak heet en nat en de korte winterperiode is warm en droog. Het hele jaar door komt de gemiddelde temperatuur in de tropen niet onder de 18°C en de hoeveelheid neerslag die in een jaar tijd valt op een savanne ligt tussen de 50 en 350 millimeter per jaar. In een meer gematigd klimaat is deze hoeveelheid regen voldoende om een dicht bos te laten ontstaan maar in het (sub)tropische klimaat gaat een groot gedeelte van deze neerslag verloren doordat deze verdampt.
Bodem
De bodem van de savanne is zeer voedselrijk, mede doordat de grassen veel verschillende dieren aantrekken. De dieren die van de grassen leven woelen de bodem niet alleen om, maar bemesten deze ook. Mede door het bemesten en de hoge temperaturen zijn de schimmels en bacteriën in staat om de bodem tot een zeer rijke humuslaag te verwerken.
Dierenleven
De flora en fauna in een savanne is zeer gevarieerd, maar de ligging en het klimaat bepaalt welke dieren er precies in een bepaald gebied kunnen leven. Met name de vochtige savannes – zoals de Afrikaanse Masai Mara – bruisen van het leven en naast grote kudde's hoefdieren, zoals gazelles, giraffen en gnoes, leven er ook grote groepen roofdieren, zoals leeuwen, luipaarden en hyena's. Op de savanne van Australië vindt men deze dieren niet, want hier maakt de kangoeroe de dienst uit en in de Braziliaanse savanne speelt de bladsnijdende mier een grote rol aangezien deze op één dag wel 50 kilogram gras per hectare kan wegsnijden.
Soorten savannes
Niet overal in de tropen valt er even veel neerslag en de savannes die in de tropen zijn gelegen verschillen dan ook behoorlijk van uiterlijk. Aan de hand van de hoeveelheid neerslag die er in een gebied valt kan men drie soorten savannes onderscheiden; de vochtige-, de droge- en de doornstruiksavanne.
De vochtige savanne
In een vochtige savanne regelt het gemiddeld zeven tot acht maanden per jaar en gedurende het jaar valt er in totaal tussen de 1.000 en 1.500 millimeter neerslag. Mede omdat de vochtige savannes zo nat zijn blijven ze het hele jaar door groen, kunnen de grassen die er groeien tot wel twee meter hoog worden en valt er voldoende neerslag voor bomen om te groeien. Vochtige savannes vindt men in Zuid-Afrika, Azië, Australië, India en Zuid-Amerika.
De droge savanne
In een droge savanne regent het gemiddeld vier tot zeven maanden per jaar en gedurende het jaar valt er in totaal tussen de 500 en 1.000 millimeter neerslag. Aangezien er in een droge savanne aanzienlijk minder regen valt dan in een vochtige savanne worden de grassen hier maximaal een meter hoog en groeien er her en der een paar op zichzelf staande bomen. Droge savannes vindt men in Afrika, Azië en Australië.
Doornstruiksavanne
In een doornstruiksavanne regent het gemiddeld twee tot vier maanden per jaar en gedurende het jaar valt er in totaal tussen de 250 en 500 millimeter neerslag. Aangezien een doornstruiksavanne een zeer droog klimaat heeft worden de grassen maar maximaal 30 centimeter hoog en zijn vaak bruingroen van kleur. Daarnaast is het klimaat te droog voor bomen om te groeien en naast grassen groeien er dan ook alleen diverse doornachtige struiken op een doornstruiksavanne. Doornstruiksavannes kan men vinden in Afrika, Azië, Mexico en Zuid-Amerika.
Een steppe /
Bron: 2017 Franziska, PixabayDe steppe
Een steppe is een enorm uitgestrekte en overwegend droge vlakte waar alleen diverse grassen en geen bomen zijn te vinden. Over het algemeen genomen valt er op een steppe veel minder neerslag dan op een savanne en mede hierdoor is de flora en fauna er minder divers. Het uiterlijk van een steppe wordt bepaald door het gebied (land) waar het is gelegen en mede hierom hebben steppes in ieder land een andere naam. Zo wordt de steppe in Hongarije de poesta genoemd, heet de steppe in Noord-Amerika prairie en wordt de steppe van Zuid-Amerika de pampa genoemd.
Ligging
In tegenstelling tot een savanne komt een steppe niet alleen in één bepaald gebied voor, maar vindt men deze op meerdere plekken in de wereld. Steppes komen oorspronkelijk voor op de continenten Amerika, zowel in Noord- als in Zuid-Amerika, Afrika en op het (super)continent Eurazië. De grootste steppe van de wereld loopt overigens van Hongarije tot Mongolië en wordt de Euraziatische steppe genoemd.
Klimaat
Aangezien steppes verspreid over de wereld liggen valt er geen eenduidig klimaat aan te geven, maar over het algemeen genomen zijn de zomers op een steppe zeer warm en de winters zeer koud. Per jaar valt er tussen de 250 en 500 millimeter neerslag, maar omdat deze neerslag in een zeer korte periode valt, is dit niet voldoende voor bomen om op een steppe te kunnen groeien.
Bodem
Ondanks dat het zeer droog is op de steppe, heeft een steppe wel een zeer vruchtbare bodem. De wortels van de grassen die op een steppe groeien moeten zeer diep wortelen om voldoende water te vinden. Omdat de wortels zo diep de grond ingaan zijn ze in staat grote hoeveelheden organisch materiaal af te geven dat op haar beurt weer veel – in de grond levende – dieren aantrekt. De dieren woelen tijdens het eten de bodem zorgvuldig om waardoor er lucht aan de bodem wordt toegevoegd, iets dat essentieel is voor schimmels en bacteriën om hun werk goed te kunnen doen. Al deze factoren tezamen maakt dat de schimmels en bacteriën in staat zijn om een zeer voedzame humuslaag te produceren, die niet tot nauwelijks wordt weggespoeld omdat er maar weinig neerslag valt.
Dierenleven
De flora en fauna op een steppe is – zeker in vergelijking met een savanne – weinig divers, iets wat wordt veroorzaakt door het feit dat een steppe maar weinig beschutting biedt. Bomen groeien er niet dus vogels moeten hun nesten bouwen op de grond en kleine zoogdieren en reptielen kunnen zich nergens verschuilen en verkiezen dus een leven onder de grond boven een leven boven de grond. Mede om deze reden komen er vrijwel geen roofdieren meer voor op de steppe terwijl de gebieden vroeger werden bewoond door grote troepen wolven en jakhalzen. Dieren die wel gemakkelijk op de steppe kunnen overleven zijn vlinders. Wanneer ze een rups zijn doen ze zich tegoed aan het gras en wanneer ze zich hebben ontpopt tot vlinder doen ze zich tegoed aan de bloemen van de vele cactussen die goed gedijen op de steppe.
Soorten steppes
Alle steppes op aarde kunnen aan de hand van hun klimaat worden ingedeeld, waarbij met name de hoeveelheid neerslag en de gemiddelde temperatuur een rol spelen. Men onderscheidt aan de hand van het klimaat zogenaamde '(sub)tropische steppes' en 'koele steppegebieden'. De steppes die in een (sub)tropisch klimaat zijn gelegen vormen hierbij vaak een natuurlijke overgang tussen een savanne en een woestijn en de temperatuur in het gebied ligt het hele jaar door boven de 18°C. Een voorbeeld van een (sub)tropische steppe is de Sahel in Afrika. Koele steppegebieden zijn geen overgangsgebied, maar staan volledig op zichzelf en hier ligt de temperatuur het hele jaar door gemiddeld onder de 18°C. Een voorbeeld van een koel steppegebied is de steppe van Centraal-Azië.
Een zandwoestijn /
Bron: Falkenpost, PixabayHet bioom woestijn
In de ecologie verstaat men onder het begrip woestijn een gebied waar minder dan 250 millimeter neerslag per jaar valt en waar, door gebrek aan water, relatief weinig flora en fauna aanwezig is. Woestijnen beslaan ongeveer 40% van het totale aardoppervlak en zijn - in tegenstelling tot wat men vaak denkt - niet altijd grote, dorre zandvlaktes. Woestijnen komen namelijk ook voor in de gematigde en polaire zones van de wereld en worden in het laatste geval een pool- of ijswoestijn genoemd.
Ligging
Zoals eerder vermeld komen woestijnen voor op alle continenten van de wereld maar zijn veelal gelegen tussen de 15° en 30° noorder- en zuiderbreedte. Enkele bekende woestijnen zijn; de Kalahari-woestijn in Afrika, de Gobiwoestijn in Azië en de Nevada-woestijn in Noord-Amerika.
Klimaat
Het klimaat in de woestijn wordt gekenmerkt door het feit dat de gemiddelde verdamping van de neerslag in één jaar tijd groter is dan de totale hoeveelheid neerslag die er in één jaar valt. De totale hoeveelheid neerslag die in een jaar valt mag hierbij niet boven de 250 milliliter uitkomen en daarnaast bepaalt de hoogte van de gemiddelde temperatuur in een jaar hoe droog de woestijn in werkelijkheid is.
Bodem
Men denkt vaak dat de woestijnbodem weinig vruchtbaar is omdat er vrijwel niets groeit of bloeit in een woestijn, maar het tegendeel is waar. Na een regenbui kan een woestijn plotseling tot leven komen wat zichtbaar is aan de verschillende soorten grassen die beginnen te groeien en cactussen die in bloei komen. Helaas verdwijnt al dit groen vaak net zo plotseling als dat het opkwam want de woestijnbodem is wel vruchtbaar, maar niet in staat om water voor langere tijd vast te houden.
Dierenleven
De bekendste bewoners van de warme woestijn zijn ongetwijfeld de kamelen en dromedarissen, die grote hoeveelheden water kunnen opslaan in hun maag en vetreserves opbouwen in hun bulten. Maar naast deze 'schepen van de woestijn' leven er vaak ook nog verschillende soorten gazelles en antilopes, met name in rotswoestijnen, en vele kleine dieren zoals insecten, slangen en knaagdieren. In de koude woestijn is het aantal zoogdieren dat op het land leeft beperkt tot de poolvos en een aantal soorten lemmingen, maar in zee is het daarentegen een stuk drukker met dieren zoals walrussen, zeehonden en pinguïns.
Soorten woestijnen
Woestijnen komen op veel verschillende plaatsen op de wereld voor en hun uiterlijk wordt dan ook bepaald door de ligging van de woestijn en het daar heersende klimaat. Om woestijnen van elkaar te kunnen onderscheiden heeft men een indeling gemaakt aan de hand van het gesteente dat overheersend is.
Zandwoestijn
Een zandwoestijn bestaat – zoals het woord het al zegt – volledig uit zand. In tegenstelling tot wat men denkt bestaat maar een kwart van alle woestijnen op de wereld volledig uit zand en een zandwoestijn is dan ook een redelijk zeldzaam verschijnsel. Een zandwoestijn ontstaat doordat objecten in de omgeving volledig verweren en uiteenvallen tot zand. De grootste bedreiging van een zandwoestijn is de wind, want wanneer deze niet in evenwicht is wordt al het zand van de woestijn simpelweg weggeblazen.
Rotswoestijn
Een rotswoestijn komt in veel verschillende gedaantes voor, maar bestaat hoofdzakelijk uit kleine en grote rotsen. Een rotswoestijn kan in de bergen zijn gelegen, maar ook op zeeniveau en ontstaat doordat stukken rots door de wind en regen worden meegevoerd. Het feit dat de wind en regen verantwoordelijk zijn voor het aanvoeren van rotsen naar een bepaald gebied betekent overigens niet dat het in dat gebied ook voortdurend waait en/of regent. De wind en regen dienen in dit geval alleen als transportmiddel.
Grindwoestijn
Grindwoestijnen bestaan grotendeels uit grind en ontstaan doordat oude grindbeddingen van fossiele rivieren bloot komen te liggen of doordat objecten in de omgeving door verwering tot grind uiteen vallen. De verweerde objecten vormen hierbij dan de nieuwe bodem van de grindwoestijn.
Zoutwoestijn
Een zoutwoestijn bestaat uit grote en droge zoutvlaktes en wordt ook wel een 'leemwoestijn' genoemd, mede omdat een zoutwoestijn alleen kan ontstaan als er in de nabije omgeving bergen met leem aanwezig zijn. Door de wind en de regen wordt het leem van de bergen naar de woestijn gebracht waar er vervolgens regenwater opvalt. Onder invloed van de extreem hoge temperatuur in de woestijn verdampt het regenwater en op de plaatsen waar het water is verdampt laat de leem een zoutkorst achter.
IJswoestijn
De laatste soort woestijn die men onderscheidt op basis van het gesteente is de ijswoestijn (ook wel poolwoestijn genoemd), al zijn de geleerden het er niet helemaal over eens of dit wel officieel een woestijn genoemd mag worden. Een ijswoestijn ontstaat als de temperatuur in een gebied het hele jaar door onder de 0°C ligt en er niet meer dan 250 millimeter neerslag per jaar valt.
Gevaren van de woestijn
Woestijnen – zowel de 'warme' als de 'koude' woestijnen – zijn verlaten gebieden waar slechts weinig flora en/of fauna kan overleven. Ook voor de mens is een woestijn een gevaarlijke plek omdat het gevaar van uitdroging altijd op de loer ligt. In een warme woestijn droogt de mens snel uit vanwege de hoge temperaturen en het feit dat er geen water voor handen is, maar in een koude woestijn kan de mens ook uitdrogen als er geen mogelijkheid is om het ijs om te smelten tot drinkwater. In de warme woestijn kan men tevens worden geconfronteerd met hevige zandstormen en in de koude woestijn is de kans om te verhongeren reëel omdat de mens meer voedsel nodig heeft om het lijf op temperatuur te houden.