Galapagos, eilanden van betovering
De Galápagos-eilanden liggen in de Stille Oceaan op duizend kilometer uit de kust van Equador. Ze worden in het Spaans "Las Islas Encantandos", ofwel de betoverende eilanden genoemd. De op de evenaar gelegen eilanden zijn eigenlijk uit zee oprijzende restanten van vulkanen. De woeste natuur van de Galápagos is wereldwijd vermaard om zijn bijzondere plantenvegetatie en zeldzame diersoorten. Het inspireerde Charles Darwin tot zijn evolutietheorie.
Geografische feiten
De Galápagos-
eilanden beslaan een oppervlakte van 7880 km². Er zijn dertien eilanden die meer dan 10 km² groot zijn. Deze eilanden zijn groot genoeg om enkele
vulkanen te bevatten. Verder zijn er 115 kleinere eilandjes. Een flink aantal daarvan zijn slechts boven water uitstekende kraterkegels van onder de zeespiegel liggende vulkanen.
Het klimaat op de
eilanden is er grotendeels droog en heet. De zeestromen daarentegen zijn relatief koud. Zij voeren voedselrijk water aan uit het antarctische continent. Bij de evenaar stroomt dit westwaarts. Ten noorden van de eilanden brengt "El Niño" warm water mee vanuit de Golf van Panama. Omstreeks december verdrijft het warme water het koude water van de Humboldtstroom en beheerst dan het klimaat tot de maand mei. Van januari tot en met april regent het betrekkelijk veel. Als de Humboldtstroom overheerst is het niet zo warm. Het is dan vaak bewolkt en mistig.
Het tekort aan water en de afgelegen ligging van de eilanden heeft ertoe bijgedragen dat er niet veel menselijke activiteit is te vinden. Pas laat in de geschiedenis vestigden zich mensen op enkele eilanden. In eerste instantie waren de eilanden door hun afgelegen ligging een aantrekkelijke plek voor zeerovers. Vooral de Engelsen, die het voorzien hadden op de van kostbare ladingen voorziene galjoenen van de Spaanse conquistadores, opereerden met hun snelle schepen vanuit de Galápagos. Na de Engelsen kwamen de walvisjagers en de robbenjagers.
In 1832 werden de
Islas Encantados, ofwel de betoverende eilanden door Equador geannexeerd. Kort na de annexatie verschenen de eerste permanente bewoners. Op enkele eilanden werden in de kuststreek nederzettingen gesticht door mensen die bijna uitsluitend leven van de visvangst.
Darwin
Charles
Darwin heeft de Galápagos-eilanden bezocht in 1835. Kort na zijn studie mocht hij mee op een expeditieschip dat een reis om de wereld zou maken. Darwin kon mee als onbezoldigd natuuronderzoeker. Het expeditieschip, de
"Beagle" maakte een reis langs de Zuid-Amerikaanse kust. Het schip bracht een aantal weken door bij de Galápagos. Voor Darwin betekende de ontmoeting met deze eilandengroep een hoogtepunt van de reis. Zo ontdekte hij daar de enorme
landschildpadden waarnaar de eilanden zijn genoemd. Hij ontdekte dat ieder eiland zijn eigen soort kende. Ook de vogels kenden voor ieder eiland een eigen soort.
Darwin ontdekte dat de
leguanen en de hagedissen vegetariërs waren. Het bijzondere was dat deze reptielen zich hadden geëvolueerd tot grazers, die hun voedsel in zee zochten. Ze bleken zeewier te eten. Ook andere dieren, zoals een aantal vogelsoorten hadden hun vermogen tot vliegen verloren.
De eilanden werden niet bevolkt door roofdieren. Opvallend bleek ook dat de dieren totaal geen angst voor mensen toonden.
Darwin werd getroffen door de overeenkomst welke de flora en fauna van het Amerikaanse continent had met die van de Galápagos, hoewel er toch een afstand van duizend kilometer diepe oceaan bestaat tot het Zuid-Amerikaanse vasteland.
Uiteindelijk leidde Darwin`s onderzoek tot een boek dat in 1859 een bestseller zou worden:
"On the origin os Species by means of Natural Selection, or the preservation of the favoured races in the struggle for life".
De publicatie van Darwin`s boek betekende een keerpunt in het menselijk denken en leidt tot op de dag van vandaag nog tot discussie.
Verspreiding van soorten dieren
Uit allerlei waarnemingen is komen vast te staan dat dieren en planten om zich met succes te kunnen verspreiden en voortplanten aan een aantal eisen moeten voldoen. Vervolgens moeten ze zich proberen te handhaven. Deze planten en dieren worden ook wel "pionierstypen" genoemd. In alle gevallen moeten we aannemen dat er maar weinig individuen van een bepaalde soort voorhanden zijn, die zich ongeremd kunnen voortplanten omdat er geen concurrenten zijn.
Al snel is er sprake van inteelt hetgeen de kans op afwijkingen doet toenemen. Dat leidt voor een deel tot het uitsterven van soorten maar in andere gevallen doet zich ook het omgekeerde voor: het ontstaan van nieuwe ( onder ) soorten. Daar kunnen nieuwe combinaties van erfelijke eigenschappen uit voortkomen die het de bezitters in staat stelt zich aan bepaalde nieuwe situaties aan te passen..
Is het nu een bepaalde vorm gelukt zich aan de nieuwe omgeving aan te passen, dan gaat daarmee het oorspronkelijke pionierskarakter verloren. Er treedt een zekere specialisatie op waarmee tegelijk het vermogen verloren gaat zich in andere milieus te verspreiden. Dit proces werkt op zijn beurt de isolatie en daarmee soortvorming in de hand.
De vraag rijst hoe dieren en planten de Galápagos-eilanden hebben weten te bereiken. Vogels en allerlei insecten hebben de reis heel goed door de lucht kunnen maken. Duizend kilometer is geen onmogelijke afstand om te overbruggen. Vogels kunnen ook ander leven meebrengen en deze als mest uitscheiden. Plantenzaden kunnen in de magen van dode vissen worden meegevoerd en aanspoelen. Ook de sporen van varens en diverse lage planten kunnen gemakkelijk door de wind worden getransporteerd. Dan zijn er allerlei planten waarvan de zaden zijn voorzien van haakjes en doorns die aan haren en veren de reis kunnen maken. Grotere dieren hebben de reis op drijfhout kunnen maken. Reptielen kunnen gemakkelijk een aantal weken zonder eten en drinken overleven.
Kortom het wonderbaarlijke feit doet zich voor dat de Galápagos-eilanden in de tijd gezien over een periode van miljoenen jaren over zee vanuit het vasteland van Zuid-Amerika zijn bevolkt. De eilanden vormen een natuurmonument van schier onschatbare waarde. Zowel landschappelijk als wetenschappelijk zijn ze uniek in de wereld.
Een greep uit de merkwaardige dieren- en plantencollectie
- Niet vliegende aalscholver ( Nannopterum harrisi ) Heeft slechts rudimentaire vleugels
- Galápagospinguïns ( Spheniscus mendiculus )
- Pelsrob of Zeebeer ( Arctocephalus australis )
- Landleguaan ( Conolophus subcristatus ) Planteneters, tussen 90 - 120 cm lang
- Groene leguaan ( Iguana iguana )
- Zeeleguaan ( Amblyrhynchus critatus ) Zeeplanteneters
- Lavahagedis ( Tropidurus species )
- Galápagosbuizerd ( Buteo galapagoensis )
- Galápagosduifje ( Nesopelia galapagoensis )
- Grote Blauwe reiger ( Ardea herodias cognata )
- Grote zilverreiger ( Egretta alba )
- Nachtreiger ( Nyctanassa violacea )
- Flamingo ( Phoenicopterus ruber ruber )
- Galápagosalbatros ( Diomedea irrotata ) Spanwijdte van de vleugels tweeënhalve meter.
- Bluawvoet Jan-van-Gent ( Sula nebouxi )
- Roodvoet Jan-van-Gent
- Gemaskerde Jan-van-Gent
- Fregatvogel ( Fregata magnificens ) ( Fregata minor )
- Pijlstormvogel ( Puffinus l`herminieri )
- Lavameeuw ( Larus fuliginosus ) Leeft niet zoals andere meeuwensoorten in kolonies.
- Zwalustaartmeeuw ( Creagrus furcatus ) Nachtdieren
- Roodsnavelkeerkringvogel ) Phaeton aethereus )
- Pelikaan ( Pelecanus occidentalis )
- Steltkluut ( Himantopus himantopus mexicanus )
- Grote grondvink ( Geospiza magnirostris )
- Boomvink ( Camarhynchus )
- Plantenetende Boomvink ( Platyspiza crassirostris )
- Spechtvink ( Cactospiza )
- Insectenvinkje ( Certhidea )
- Kleine gele grasmus ( Dendroica petechia aureola )
- Vermiljoen Vliegenvanger ( Pyrocephalus rubinus )
- Spotvogel ( Nesomimus parvulus )
- Witwangtaling ( Anas bahanebsis )
- Zeeschildpad ( Testudo elephantopus ) Kan tot 200 kilo wegen. Er zijn korthalzige- en langhalzige exemplaren
- Reuzenschildpad
- Rode Rotskrab
- Sally lightfoot krab
- Koraalkrab
- Zeeleeuw
- Walvis
- Manta of Reuzenrog
- Tuimelaar
- Dolfijn ( Delphinus delphis )
- Noddy ( Anous stolidus ) Donkergekleurde stern
- Zeepokken ( Balannomorpha )
- Keverslak ( Chitob )
- Schijfcactus ( Opuntia echior )
- Palo Santo Boom met merendeels kale takken
- Zoutstruik ( Cryptocarpus pyriformes )
- Scalesia
- Opuntia
- Guava ( Psidium guajava ) Door mensen geïmporteerde vrucht
- Mangrove