Wouw of Reseda luteola
Wouw! Wel ja, ook dat is de naam van een plant. Op een regenachtige dag in mijn Jardin de Simples' probeer ik de jonge wouwplanten, die liever op het pad groeiden dan in de border, dan maar over te planten.
Dat is niet vanzelfsprekend, want met hun penwortels van al 20 cm lang kunnen ze wel goed tegen de droogte maar slecht tegen het overplanten.
Zoals uit de wetenschappelijke naam Reseda luteola blijkt behoort Wouw tot de Resedafamilie. Reseda's hebben rechtopstaande bloeiaren van kleine, geelgroene bloemen. Ze bevatten gele en roodachtige kleurstoffen, die in de nazomer het blad oranje-roze kleuren. Wouw werd vroeger vooral gebruikt om zijde te verven, het geeft een duurzame gele kleur. De gehele bloeiende plant word geoogst.
Wouw als kleurstofplant
Planten kweken voor de kleurstof is één zaak, er kleurstoffen uit halen is een andere en niet vanzelfsprekende opgave. Ik geeft hier een historisch recept om 'schijtgeel' te maken, dit zijn niet mijn woorden, maar een citaat uit 'T bouck van wondre' van 1513.
Neemt wauwe (reseda luteola) / die men in lattijn noemt Flostinctorius, dat zijn de geluwe Blommen / die de verwers gebruycken / neemt die met de stelen / en blommen onder een / soo veel als u belieft, maect een calcwater / giet dat op de blommen / in eenen grooten ketel / latet so lange sieden / tot dat de gheluwicheyt der blommen uit mach sieden. Nemet daerna van de vyer, en latet een weinich verstaen, gietet daer naer door eenen doec ofte sac. / datter noch blommen noch cruyt by sy. Neemt daer naer wel gewreven crydt / en noch eens so veel wel gewreven aluyn / roeret wel onder een met een stocxken en neemt wel acht dattet niet te seer op en styghe / want den crijt / en den aluyn dryvent seer op. Latet also staen / so wort het water claer / Als haer nu de substantie wederom heeft geset / soo giedt het water wederom af / tot dat gy de verwe bloot siet / dewelcke gy nemen en droogen sult. Als gy die wilt gebruycken so wryft met aluyn water ofte met dunne lymwater.
Het klinkt allemaal wel mooi ouderwets, maar ondertussen worden natuurlijke kleurstoffen uit planten wel weer opnieuw gebruikt, de planten worden weer gekweekt, en de kleurstoffen zijn in speciaalzaken weer verkrijgbaar en zelfs in de bibliotheek van Amsterdam is de goudgele wouwkleur als muurversiering gebruikt. Zie Tinctoria.
Reseda luteola medicinaal
Wouw werd in het verleden niet veel als medicinale plant gebruikt, getuige Dodoens die schrijft 'Aenghesien dat wouwe in der medecijnen niet ghebruyckt en wordt ende den ouders onbekent es/ zoo en kunnen wy van zijn werckinghe niet anders gheschrijven dan dattet den vervwers ghebruyckt wordt/ ende datmen daer mede dat laken geel en gruen vervwet.
Toch vinden we wel wat vroegere medische gebruiken van Reseda. In het American Journal of Pharmacy uit 1888 wordt vermeld dat zowel het bittere kruid als de radijssmakende wortel gewaardeerd werden om hun diuretische en transpiratiebevorderende werking. In Rusland werd een geconcentreerd aftreksel van de bloemen als wormdodend middel gebruikt, al zou dat ook Reseda odorata, geweest kunnen zijn. Je weet wel, het zoetgeurend familielid met de lieve Franse naam mignonette.
Maar er is meer, uit recent wetenschappelijk blijkt dat het extract een anti-inflammatoire werking heeft, en dus goed te gebruiken is tegen zonnebrand. Due to excellent skin tolerance combined with potent anti-inflammatory properties s-RE bears potential especially for the prevention but also for the treatment of inflammatory skin conditions such as UV-induced erythema. Het zijn de flavonoïden en dan vooral luteoline, die als kleurstof en als geneesstof fungeren. Wouw heeft dus opnieuw een toekomst als kleurstofplant en als geneeskruid.
Namen, etymologie
Mogelijk is de naam 'wouw' afgeleid van een andere verfstofplant 'Wede'. Het Latijnse luteola kan komen van luteus, gelig naar de bloemkleur of naar de verfstofflavonoïden, die in de plant aanwezig zijn, maar mogelijk ook verwijzend naar zijn groeiplaats in de klei. Alhoewel dat wel vreemd is, ik vind de plant eerder op droge, vrij voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte grond. Zijn klassiek biotoop is toch groeiend langs spoorwegen, dijken, bermen, langs akkers, duinen, op paden, verlaten steengroeven en ruderale braakliggende grond.
Dodoens over de naam van Wouw: Dit cruyt wordt in Latijn (als Ruellius schrijft) Herba Lutea gheheeten, ende van sommighen Flos tinctorius. In duytsch Wouwe en van sommighen Orant maer niet sonder dwalinghe, want Orant es een ander cruyt met den desen gheen ghelijckenisse hebbende als in den voortganck dees boecks in zijnder plaetsen blijcken sal.
1644 Vlaams: Lutumcruydt, Wouwe
1616 Latijn: Lutum herba [80]
1554/1557: Flos tinctorius, Herba lutea, Orant, Wouwe
Het is ook de guadarella van Cesalpina, de catanance van Lonicerus, de struthium van Gesner en de antirrhinum van Tragus