Oostvaardersplassen met streven naar ongerepte natuur
Een natuurgebied is in principe een gebied dat de mens om zich heen ziet als niet door hem gewijzigd. Maar volgens die enge definitie bestaat er in dunbevolkte landen maar weinig natuur. Immers, veel van de gebieden die we herkennen als natuurgebieden zijn door de mens aangelegd en worden door de mens onderhouden en beschermd. Daar is uiteraard niets mis mee anders zou de verstedelijking nog meer land hebben opgeslokt. Gebieden waar de mens niets aan heeft gewijzigd worden in het algemeen ongerepte natuurgebieden genoemd.
Oostvaardersplassen in provincie Flevoland
Maar er zijn ook gebieden waar zoveel mogelijk gestreefd wordt naar ongereptheid en naar zoals het er eeuwen geleden uitzag. Zo’n gebied is de Oostvaardersplassen. Dat natuurgebied is te vinden tussen Almere en Lelystad. Het gebied is 5600 hectare groot en ligt in de provincie Flevoland. Voor een deel is het een nat moerasgebied (65%) en voor een deel droog (35%).
Bescherming door Staatsbosbeheer
De Oostvaardersplassen worden wettelijk beschermd en beheerd door Staatsbosbeheer. Die organisatie beheert in opdracht van de rijksoverheid zeer grote gebieden
bos en daarnaast natuurgebieden en andere terreinen. Aanvankelijk werd Staatsbosbeheer in 1899 opgericht om meer bos aan te planten voor de bosbouw en om zandverstuiving tegen te gaan. Later kwamen daar andere taken bij op natuurgebied.
Uniek gebied met streven naar ongerepte natuur
In de Oostvaardersplassen overwinteren veel vogels en in het droge deel leven al meer dan vijfentwintig jaar groepen paarden, runderen en
edelherten. Doordat de natuur er van Staatsbosbeheer onbelemmerd haar gang mag gaan lijkt het een gebied als eeuwen geleden en is het uniek in Nederland. In het nog betrekkelijk jonge natuurgebied zitten de bomen en struiken vol zoogdieren, vogels en insecten.
Ooit bestemd als industrieterrein
Na het droogvallen van zuidelijk Flevoland in 1968 werd het gebied bestemd als industrieterrein. Maar omdat er jarenlang geen behoefte was aan de vestiging van nieuwe bedrijven kon zich een bijzonder natuurgebied ontwikkelen. Ganzen en eenden vonden er al snel hun leefgebied en in het natte terrein groeiden riet, wilg en lisdodde. Het droge gedeelte werd gedraineerd en gecultiveerd en daarna ingezaaid met gras. Sloten werden gedicht en poelen gegraven.
Interessant door veranderingsprocessen
Omdat de Oostvaardersplassen nog een jong gebied is zijn er verschillende veranderingsprocessen aan de gang wat het gebied interessant maakt. Door stormen, vraat en ziekten wordt het wilgenbos steeds opener. Door het grazen van de edelherten, heckrunderen en konikpaarden groeit het
landschap niet dicht. Zo eten bijvoorbeeld edelherten de vlier weg en op plekken waar de dieren het riet wegvreten ontstaat grasland.
Natuur gaat zijn gang
De grote grazers leven op een volledig natuurlijke manier zoals ze dat ook eeuwen geleden deden. Zo blijven de kadavers van dode dieren liggen en krijgen de dieren geen bijvoeding bij tekort aan voedsel. Dat beleid staat overigens regelmatig ter discussie waarbij dierenartsen soms een andere visie hebben over het handhaven van de populatie dan Staatsbosbeheer. Magere dieren worden door velen weliswaar als zielig beschouwd maar dat is volgens Staatsbosbeheer een onnodige menselijke interpretatie. Volgens hen breiden de kuddes zich niet meer uit. De vruchtbaarheid loopt terug door de beperkte hoeveelheid voedsel waardoor de maximale ecologische omvang van de dieren is bereikt.
Kadavers als voedsel
Omdat de dieren als wild worden beschouwd is Staatsbosbeheer niet verplicht de kadavers op te ruimen. Die kadavers zijn zeer welkom voedsel voor raven, arenden, kraaien en zelfs een in 2005 gesignaleerde monniksgier. In de Flora- en Faunawet is ook bepaald dat bijvoeren verboden is met gevolg dat veel dieren in strenge winters vermageren en overlijden.
Veel vogelsoorten zelfs zeldzame
In de Oostvaardersplassen komen tientallen vogelsoorten voor zoals ook de zeldzame roerdomp en de kleine zilverreiger. De zwarte ooievaar en de zeearend zijn er ook gesignaleerd. Maar heel wat vaker is de grauwe gans er te vinden waarvan er gemiddeld enkele tienduizenden zijn. Ook zijn er lepelaars, aalscholvers en karekieten te vinden. Voor die vogels is de inrichting van de poelen van groot belang.
Ook verdwijnende vogelsoorten
Een neveneffect van de steeds veranderende natuur en het gegroeide aantal grote grazers is dat er vogelsoorten verdwijnen van de open ruigtes en de weidegebieden en droge rietlanden. Onder biologen bevinden zich voorstanders en tegenstanders van dit beleid. Tegenstanders vinden het gebied te klein en door het afsluiten van het terrein kunnen de dieren niet elders naar voedsel zoeken. Voorstanders zeggen dat de oorspronkelijke natuur ook veel hindernissen had.
Wandelroute voor bezoekers
De Oostvaardersplassen zijn toegankelijk voor het publiek maar vanwege de rust en de ruimte die de dieren nodig hebben is dat niet in het gehele gebied het geval. Om de rust van met name de vogels niet te verstoren is een deel van het gebied voor het publiek afgesloten. Vanuit het bezoekerscentrum aan de Knardijk is een wandelroute van vijf kilometer uitgestippeld.