Aandoeningen bij de kat: pancreatitis
Pancreatitis is de officiële naam voor een ontsteking van de alvleesklier. Het is een niet altijd eenvoudig te detecteren aandoening. Dit heeft te maken met de veelal vage klachten van de kat. Daar komt nog bij dat de oorzaak vaak niet te herleiden is. Maar gelukkig kan er in veel gevallen wel een dusdanige behandeling in gang gezet worden dat de kat weer beter wordt. Waar moet je bij de kat op letten als je een vermoeden hebt dat je kat pancreatitis heeft en hoe kan de kat adequaat geholpen worden?
Wat is pancreatitis precies?
Pancreatitis is een ontsteking van de alvleesklier. De alvleesklier is een klein orgaan in de buikholte en ligt vlakbij de maag en in de kromming van de dunne darm. De alvleesklier bestaat uit twee delen, te weten:
- het endocriene deel
- het exocriene deel
Endocriene deel
Dit kleine gedeelte is bekend door de hormonen die geproduceerd worden. Mogelijk de bekendste is toch wel insuline. Erg belangrijk bij de suikerstofwisseling. Als er hier iets mee aan de hand is, kan het suikerziekte veroorzaken.
Exocriene deel
Het grootste gedeelte van de alvleesklier produceert enzymen die in bolletjes worden opgeslagen. Deze enzymen hebben tot doel om in de dunne darm de voeding te helpen verteren. Het enzym amylase zorgt voor vertering van zetmeel. Het enzym trypsine regelt de vertering van eiwitten en lipase doet hetzelfde voor de vertering van vetten.
Bron: Eigen kat - Annastaal Wat gaat er fout en waar ligt de oorzaak?
Bij een acute pancreatitis gaat de activatie van de enzymen niet goed en worden de enzymen in de alvleesklier al actief. Helaas is in de meeste gevallen niet vast te stellen waar de oorzaak ligt. Bij de chronische vorm is de ontsteking langer aanwezig en ontstaat er littekenweefsel in de pancreas. De productie van hormonen en enzymen neemt gestaag af. Ook hiervoor geldt dat de oorzaak vaak niet is vast te stellen. Wel iets vaker dan bij de acute vorm. Je kunt dan denken aan:
- trauma
- tumor
- erfelijke factoren
- vernauwing van de afvoergang naar dunne darm
Diagnose stellen
Omdat de klachten vaak vaag zijn, is de diagnose heel lastig te stellen. Er kunnen uiteenlopende klachten zijn en zijn ze meer gebundeld, dan is het goed de dierenarts te raadplegen. Klachten zijn zoal:
- slechte eetlust
- vermageren
- sloomheid
- braken
- diarree
- buikpijn
- uitdroging
- ondertemperatuur
- koorts
Bij de kat kan de lichaamshouding beduidend anders worden en soms de gezichtsuitdrukking. Je moet je kat goed kennen om dit te kunnen detecteren. Hoe vaak deze aandoening voorkomt is niet bekend, maar omdat de klachten vaak zo vaag zijn zou het er wel eens beduidend meer kunnen zijn dan we denken.
Test
Sinds begin 21ste eeuw is er een test op de markt. Via het bloed kan pancreatitis vastgesteld worden. En soms is testen sowieso goed, al was het maar om bij vage klachten van de kat uit te sluiten dat dit het is.
Bron: Eigen kat - Annastaal Behandeling
Soms zijn de complicaties van dien aard dat de kat niet meer te redden is, maar meestal kan er een goede behandeling in gang gezet worden, zoals:
- Het intraveneus toedienen van vocht om de vochtbalans te herstellen en de doorbloeding van de alvleesklier te verbeteren.
- Pancreasenzymen over het voer strooien. Als de kat niet eet dan dwangvoeren, eventueel via een neussonde.
- Pijnstillers in de vorm van morfine.
- Antibraakmiddelen of maagzuurremmers (als de kat ook braakt).
- Antibiotica bij een mogelijke bacteriële infectie.
- Een vetarm dieet.
- Vitamine B12 geven.
- Corticosteroïden tegen de ontstekingsreacties.
Ook met een goede behandeling geldt dat je je dier goed moet blijven volgen. Er bestaat een mogelijkheid dat het dier er toch suikerziekte aan over zal houden.
Tot slot
Het is complex als de kat geen heel duidelijke symptomen heeft. Ziekte bij de kat is sowieso vaak al moeilijk te detecteren en helemaal als het vage klachten oplevert zoals bij pancreatitis. Maar bij goed zorgen voor je dier, volg je je dier ook. Dan is extra alert zijn als je een van de symptomen langer hebt gadegeslagen geen overbodige luxe.