Canine herpesvirus geeft slechte dekresultaten en dode pups
Bij het fokken met honden is het altijd vervelend als het niet gaat zoals gehoopt. Als een dekteef niet bevrucht blijkt en, zoals dat heet, leeg blijft of als de nesten klein blijven, of de pups alsnog na de geboorte sterven, zal dat een grote teleurstelling zijn voor elke fokker. Een belangrijke mogelijke oorzaak van deze problemen is de besmetting van de teef met het canine herpesvirus. Hoewel niet zo bekend bij hondeneigenaren blijkt maar liefst 40% van de onderzochte Nederlandse honden ooit met het virus in aanraking geweest te zijn. Vaccinatie van de moederhond tegen CHV blijkt echter betere bevruchtingsresultaten en minder problemen bij puppy's op te leveren.
Het canine herpesvirus (CHV) is een virus dat wereldwijd voorkomt bij honden. In Nederland blijkt zo’n 40% van de onderzochte honden positief*. Het virus veroorzaakt milde verschijnselen bij volwassen dieren, maar kan dodelijk zijn voor pasgeboren en jonge puppy’s. Een eenmaal besmette hond kan zijn leven lang drager van het virus blijven. In tijden van stress (loopsheid, dekking, geboorte) kan het virus de kop opsteken en ziekteverschijnselen veroorzaken. Daarnaast is het virus nogal eens de oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen. Denk daarom bij het niet zwanger worden van een teef, kleine nesten of zwakke pups eens aan de mogelijkheid van besmetting met dit virus.
Symptomen
Puppy’s worden na de geboorte geïnfecteerd door hun besmette moeder. Plotselinge sterfte van de jonge puppy’s, maar ook moeilijk ademen, etterige neusuitvloeiing, schreeuwen of fietsbewegingen, kunnen symptomen zijn van een besmetting met het virus. Bij volwassen honden kunnen blaasjes op de geslachtsorganen of kennelhoestachtige symptomen op een infectie met het herpesvirus wijzen. De ziekte kan echter ook onvruchtbaarheid (‘leeg blijven na een dekking’), kleine nesten of doodgeboren puppy’s veroorzaken. Er bestaat geen effectieve therapie tegen de ziekte. De virus is niet besmettelijk voor mensen en ook het herpesvirus dat bij mensen voorkomt, levert voor honden geen besmettingsgevaar op.
Bescherming tegen CHV
CHV wordt zeer gemakkelijk van de ene op de andere hond overgedragen: aan elkaar snuffelen of likken kan al een infectie veroorzaken. Het virus zelf is bijzonder lastig aan te tonen, aangezien het zich kan 'verstoppen' in het lichaam van de hond. Bij stressvolle situaties, zoals ziekte maar ook (rond de) loopsheid of geboorte kan het virus weer actief worden. Goede hygiëne is onontbeerlijk: het virus is gevoelig voor het gros van de desinfecterende middelen. Drachtige teefjes kunnen het beste vanaf drie weken vóór tot vier weken na de bevalling apart van andere honden gehouden worden. In het geval van een vermoedelijke besmetting van puppy's met de ziekte kan het raadzaam zijn de temperatuur in het kraamhok zo hoog mogelijk te maken. Het virus gedijt namelijk het beste bij koelere temperaturen. Een verhoging van de temperatuur in het nest kan de kans op overleving van de puppy's vergroten.
Het belang van sectie
Het is aan te raden altijd bij dode pups -hetzij doodgeboren of sterfte binnen 30 dagen na de geboorte- sectie op deze dieren te laten verrichten. In het geval van het Canine herpesvirus zal deze aantoonbaar zijn en in het sectieverslag worden vermeld.
Vaccineren tegen CHV
Pups kunnen tegenwoordig ook beschermd worden tegen de acute vorm van het virus, door de moederhond preventief te vaccineren. Het tweemaal vaccineren van de teef -eenmaal tijdens de loopsheid tot een week na de dekking en de tweede maal één à twee weken voor de werpdatum- zorgt ervoor dat haar pups antistoffen tegen de ziekte via de moedermelk binnen krijgen. Het vaccin lijkt ook prenatale effecten te hebben: onderzoeken toonden een verhoging van het drachtigheidspercentage** aan van vroeg gevaccineerde teven ten opzichte van hun niet gevaccineerde soortgenoten. Het vaccin kan worden toegediend aan alle honden: ongeacht of zij vrij, geïnfecteerd of drager van het virus zijn. Uw dierenarts is de aangewezen persoon waar u terecht kunt voor meer informatie. Voor een vaccinatieschema op maat kunt u ook terecht bij uw dierenarts.