Overbevissing van de zee
Nog maar vijftig jaar geleden leek de rijkdom van de zeeën onuitputtelijk. Toch is het de mens gelukt, de bestanden van vissen terug te dringen tot een fractie van de vroegere populatie. We moeten ons afvragen of er nog wel een weg terug is....
Sprookje
Als men in de twintiger jaren had gezegd dat er uitenidelijk wel eens geen vis meer zou kunnen zijn, werd men voor gek verklaard. Zelfs in 1950, na de gedwongen pauze in de tweede wereldoorlog, leek het visbestand nog oneindig. Velen geloofden dat de zee altijd zou blijven zorgen voor voedsel, we hoefden het er alleen maar uit te vangen.
In de laatste jaren veroverde de technische vooruitgang niet alleen de continenten, maar ook de zeeën. Steeds grotere schepen met steeds grotere motoren konden steeds grotere netten uitzetten, en dat met dodelijke precisie. Moest men vroeger om de scherpe riffen en wrakken heen varen, nu zorgen 3D-sonarapparaten en digitale kaarten met satellietnavigatie ervoor dat men op de meter precies kan vissen, ook in de moeilijke gebieden. Op vrije zee worden grote scholen vissen tot op het laatste exemplaar gevangen. Dankzij deze technische vooruitgang is sinds 1950 het aantal gevangen vissen verviervoudigd. In 2006 is wereldwijd ongeveer 80 miljoen ton vis gevangen.
Gevaarlijke hebzucht naar vis
Het bestand van de vissen als tonijn, zwaardvis en haai is met 90% teruggelopen. Juist de voor de voortplanting zo belangrijke oudere vissen, die door hun grootte voor veel nakomelingen kunnen zorgen, ontbreken. Volgens de WHO (World Health Organisation) is voor meer dan de helft van alle visbestanden nu de grens bereikt, het raakt nu echt uitgeput. Decennia lang zijn de vissers steeds verder uitgeweken om hun netten te kunnen vullen. Maar dit zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn, nog slechts 3% van de wereldwijde visbestanden wordt nog relatief met rust gelaten. Hierna is het echt afgelopen. Als we onze leefomgeving aan land zó zouden uitbuiten, zouden we allang in een kale steppe leven.
Dubieuze praktijken
Ondanks de ontwikkelde techniek wordt er op veel punten nog gevist als in grootvaders tijd, kennis van ecologie op zee is er bijna niet. Bij veel methodes wordt nauwelijks rekening met de natuur gehouden. Zo ziet een visser pas wat er in zijn netten zit, als de vangst stervend aan boord ligt. Als hij met fijne netten op kleine vissen vist, sterft de bijvang, zoals jonge vissen van grotere soorten ook, zonder dat die zinvol gebruikt worden.
Als netten over de grond gesleept worden, komen er ook krabben, zeesterren en andere zeedieren in. En wat er niet in komt, wordt door de rollen van de netten of de metalen kettingen vernietigd. In de Noordzee worden grote oppervlakten wel drie keer per jaar helemaal omgeploegd. Daardoor worden zeegrasweides en de in diepere bereiken waardevolle koudwaterkoralen verstoord, en daarmee ook weer de jonge vissen.
Betaald en geregistreerd wordt alleen de aan land verkochte vis. Hoeveel ongebruikt weer van boord gaat, weet men dus niet precies. Wetenschappers denken dat er ongeveer een derde van de vangst teruggegooid wordt, bij vissen als schol en krab zou dat zelfs 80% zijn, dus aan het einde van de vangst is ongeveer 4/5 deel ongebruikt vernietigd.
Watercultuur
Als er bijna geen vis meer in de zee is, waarom dat niet de benodigde vis kweken? Inderdaad is de aquacultuur de sterkst groeiende branche van de visserij. Zalm bijv. verkrijgen we voor het grootste deel alleen nog maar uit kweek. Deze intensieve manier van houden heeft veel geneesmiddelen nodig, en niet gegeten voer verrot op de zeebodem. Ziektes in de gekweekte vis slaat over op het wildbestand en verandert de genetische uitrusting van het wilde bestand. En dat zijn maar een paar problemen, die door het kweken van vis in de zee kunnen ontstaan. In een kleine, afgezette omgeving is misschien een manier van houden van deze vissen mogelijk, maar het kan nooit de reusachtige aantallen, die ooit in de zee waren, vervangen.
Het grootste probleem is het voeden van de kweekdieren. Om een kilo kweekvis te krijgen, is er ongeveer vier kilo voer nodig. Omdat bijna alle vissen, die wij eten, roofdieren zijn, hebben ze dierlijk eiwit nodig, dus vis. Om de gevangen vis weer te kunnen kweken, heeft men dus vier keer zoveel vis als voer nodig, wat neer komt op 320 miljoen ton per jaar.
Bijzonder schrikbarend zijn de ontwikkelingen in het houden van tonijn. Deze vis kan niet, zoals de zalm, gewoon nagekweekt worden. Men moet in het wild levende jonge tonijn vangen en vetmesten met waardevolle andere vis. De volwassen tonijn wordt dan echt een luxe product. Het probleem hierbij is, dat de gevangen tonijn, net als de bij de vangst meteen gedode tonijn, geen mogelijkheid krijgt om voor nakomelingen te zorgen.
Als men kijkt naar de problemen die komen kijken bij het kunstmatig houden van vissen, lijkt het toch zinvoller, makkelijker en gezonder, om wild gevangen vis te eten. Maar dan moet hij wel met beleid gevangen worden en de tijd krijgen zich te vermeerderen.
© 2011 - 2024 Nadasha, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Recept: Pasta met visWe zijn allemaal wel een beetje bekend met de Italiaanse keuken. Er kan ontzettend veel worden gemaakt met pasta. Kook b…
Pasta in de wokWe zien steeds meer gerechten met pasta in de wok. De pasta, welke gewenst is, altijd eerst goed koken (moet beetgaar zi…