Nationale Parken in West-Duitsland
West-Duitsland heeft geen traditie o het gebied van Nationale Parken. Afgezien van kleine landen als Luxemburg België, Denemarken en het voormalige Oost-Duitsland was West Duitsland het laatste land dat de wettelijke voorwaarden voor de instelling van Nationale Parken schiep. In de Natuurbeschermingswet van 12 februari 1976 werden de criteria voor Nationale Parken vastgesteld.
Nationaal Park Berchtesgarden
- Gesticht in 1976
- Oppervlakte: 21.000 ha.
- Ligging: in de zuidoostpunt van Beieren tegen de Oostenrijkse grens.
Hoofddoel is de bescherming van het landschap zeer fraai deel van de Beierse Alpen, inclusief de 2713 m hoge Watzmann en de königssee. Belangrijkste te beschermen ecosystemen zijn de hooggebergtezones met Alpenweiden, bergdenstruwelen en kale rotspartijen, de bergbossen van verschillende typen zoals de montane sparrenbossen, lariks-arvebossen en sparren-zilversparren-beukenbossen en de Königs en Obersee. Ook de door traditionele landbouw ontstane bergweiden (almen) worden beschermd. In het gebied zijn talrijke beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten te vinden, zoals steenarend, oehoe, auerhoen, korhoen en Alpensneeuwhoen. Van de grote zoogdieren vallen gems, steenbok en edelhert onder de beschermende maatregelen.
Het gebied is dan zij zijn ongelooflijke, landschappelijke schoonheid al meer dan honderd jaar sterk in trek bij natuurliefhebbers en vakantiegangers. De recreatiedruk is lokaal - langs de oevers van de Obersee en in St. Bartholomä aan de Königsee - zeer hoog. Geleiding van de recreantenstromen is tot op heden onvoeldoende gelukt. Voor de bezoekers van het Park zijn verschillende gemarkeerde wandelroutes uitgezet en is in het dorp Königssee een informatiecentrum ingericht. In 1988 werd in Berchtesgarden een veel groter bezoekerscentrum geopend. De bossen in het gebied zijn de laatste eeuwen door bosbouwkundige ingrepen sterk veranderd. Omvorming van deze bossen en de verstoring die optreedt als gevolg van militaire oefeningen.
Nationaal Park Waddenzee Sleeswijk-Holstein
- Gesticht in 1985
- Oppervlakte: 28.500 ha.
- Ligging: aan de westkust van Sleeswijk-Holstein tussen de Deense grens en de Elbemonding.
In het oosten begrensd door het vasteland, in het westen door de westrand van de grote eilanden en zandplaten. De eilanden zelf zijn geen onderdeel van het park. Hoofddoelstelling is de bescherming van het door eb en vloed gevormde waddenlandschap. De belangrijkste te bescherming ecosystemen zijn de uitgestrekte wadplaten met hun hoge biomassa-productie. Zij zijn van vitaal belang voor talrijke bedreigde soorten en vele miljoenen vogels die hier ruien, broeden of een tussenstop op de trek inlassen. Het gebied is vooral van belang als pleisterplaats voor rotganzen, bergeenden, pijlstaarten, ziverplevieren, kanoetstrandlopers en bonte strandlopers. Voor de bergeend is het bovendien hèt ruicetrum in Noordwest-Europa. Het waddengebied van Sleeswijk-Holstein herbergt tevens een zeer grote zeehondenpopulatie (circa drieduizend dieren). Deze populatie is inmiddels door massale sterfte onder de zeehonden in de zomer van 1988 sterk uitgedund. In de herfst van dat jaar waren er zeker al tweeduizend dieren aan het hondeziektevirus, dat de sterfte veroorzaakte, bezweken.
Het gebied is erg in trek bij toeristen. Door een indeling in zones wordt getracht de bezoekersstromen te geleiden en de meest kwetsbare delen zo rustig mogelijk te houden. Om tegelijkertijd de belangstelling voor de natuur aan te wakkeren is er een speciale voorlichtingsdienst opgericht en is in Tönning een groot bezoekerscentrum gebouwd.
Nationaal park Waddenzee Niedersachsen
- Gesticht in 1986
- Oppervlakte: 240.000 ha.
- Ligging: Langs de kust van Niedersachsen tussen de Elbemonding en Wilhelmshaven
De Oostfriese eilanden maken deel uit van het Park. Hoofddoelstelling is de bescherming van het door eb en vloed gevormde waddenlandschap. Belangrijke habitats zijn de permanent watervoerende zeegaten, geulen, prielen, zilte grasplaten aan de voet van de dijken, slik en zandplaten, alsmede de eilanden met hun stranden, duinen en duinvalleien. Het wad is een belangrijk broed, rui en rustgebied voor talrijke vogelsoorten.
Door een zonering in rust, overgangs en recreatiegebieden wordt geprobeerd de grote toeristenstroom enigszins te beteugelen. Doordat er in het verleden vele vergunningen voor jacht, visserij en mosselvangst zijn uitgegeven, heeft men versichillende, noodzakelijke natuurbeschermingsmaatregelen nog niet kunnen effectueren. Op de eilanden staan kleine informatiekantoren en in Wilhelmshaven staat een groot bezoekerscentrum.