Unieke voorjaarsverschijnselen in de natuur
Als het voorjaar in de lucht zit, gaan mensen als vanzelfsprekend meer naar buiten. Genieten van de atmosfeer die opwarmt, de zonnestralen op het gezicht en de geuren die door de natuur als het ware ‘vrijgegeven’ worden. Toch kijken we lang niet altijd bewust naar wat er allemaal in het voorjaar plaatsvindt. Het is of lijkt zo vanzelfsprekend. Dat neemt niet weg dat er in het voorjaar heel specifieke zaken in de natuur zijn te onderkennen. Mogelijk geniet je er dan nog meer van.
Natuur dichtbij in de lente
Als je buiten staat, kijk, luister en ruik dan goed in je eigen directe leefomgeving. Natuurlijk kan je de natuur opzoeken, maar vaak kan je in de eigen omgeving al verschillende dieren en/of planten zien. Het proces om de dieren naar je toe te halen, kan je op een relatief eenvoudige manier ook nog stimuleren.
Waarom de lente bij uitstek geschikt is, heeft te maken met het gegeven dat er in de atmosfeer de verschillende geuren van de natuur te herkennen zijn en de omgeving krijgt weer kleur. De mens associeert dit met het warmere seizoen dat er weer aan komt en de psyche geeft ons een blijmoedig gevoel.
Bron: Philpace, Pixabay Hommels
Haal de hommel met planten naar je toe
Het voorjaar is ook bij uitstek de periode dat de hommels dicht in je buurt zullen komen. Hoewel hommels wel degelijk kunnen steken, zullen ze dit eigenlijk nagenoeg nooit doen. Hommels zijn onschuldig en hoor je, als je goed luistert, zacht zoemen/brommen. Het is een geluid dat het gevoel van het voorjaar oproept.
Je haalt de hommel naar je toe door bijvoorbeeld de heerlijk ruikende lavendel (de gewone of de kuiflavendel) in je tuin of op je balkon te plaatsen. De hommel komt hier zeker op af. Hommels houden ook van de kleur geel, dus gele bloemen doen het zonder meer goed. Zet er een klein waterreservoir bij (ergens in je tuin of balkon) en de hommels komen ook nog bij je drinken. In dit seizoen drinken de hommels meer.
Hommel of bij?
Hommels en bijen zijn trouwens niet hetzelfde, ook al lijken ze ogenschijnlijk veel op elkaar. Ze worden daarom door nogal wat mensen door elkaar gehaald. De hommel is wat groter dan de bij en heeft langere haren (zwart, geel of oranje) dan de bij. Ze verzamelen wel allebei stuifmeel, maar de hommel bouwt niet de bekend raten en heeft geen honingvoorraad. De hommel maakt dan ook geen honing aan.
Bron: Kalahari, Pixabay Vlinders
Van rups tot vlinder
Vreemd genoeg vinden veel mensen de rups een beetje eng, de pop vies en de vlinders prachtig. De prachtige vlinder kruipt toch echt uit die pop die door de rups is aangemaakt. De rups is, tot grote spijt van menig tuinder, gek op allerlei soorten kool. Helaas gaan er ook weer veel rupsen dood door bestrijdingsmiddelen die tuinders gebruiken. Komt de rups wel tot een pop, dan is de warmte belangrijk over de snelheid van ontwikkeling. Hoe warmer het in de lente is, hoe sneller de pop zich zal ontwikkelen tot vlinder. Meestal ligt het tussen de acht en zestien dagen.
Naast de vlinders die zich in Nederland ontwikkelen, komen er vlinders van ver weg. Ze leggen vaak behoorlijke afstanden af. De meest voorkomende vlinder in Nederland, de zogenaamde Atalanta, vliegt helemaal vanuit Spanje om in Nederland de zomer door te brengen. In de lente kan je het mooie proces van rups tot vlinder volgen.
Vlinders lokken
De mooie vlinders haal je in de lente in je tuin door bepaalde planten te plaatsen. Een van de bekendste is de vlinderplant die vlinders aantrekt. De vlinderplant kan erg groot worden, maar is op een balkon prima in toom te houden. Er zijn echter meer planten waar de vlinder op af komt, enkele voorbeelden:
- Kleine maagdenpalm
- Vergeet-mij-nietje
- Watermunt
- Maarts viooltje
Waar de hommel geel als prettige kleur ervaart, geldt dit juist niet voor de vlinder. De vlinder zal gele bloemen eerder vermijden. De diepblauwe, paarse en rode kleuren zijn prima.
Bron: Couleur, Pixabay Kikkers
Kikker of pad?
Kikkers kunnen kabaal maken, het lijkt in het voorjaar soms op complete kikkerconcerten. Maar ze geven wel direct het gevoel van het voorjaar aan. De kikker ziet er voor veel mensen een beetje koddig uit en moeten niet verward worden met de pad. De kikker heeft een gladde vochtige huid en de pad is droger en de huid lijkt een beetje wratachtig. Verder is de kikker slank gebouwd en de pad oogt een beetje lomp. De achterpoten verschillen in lengte, want de kikker heeft langere poten. Verder zie je in het water om wat voor nageslacht het gaat. De kikker legt de eitjes in een soort groepsvorm en de pad legt lange rijen met eitjes. De kikkerdril om de eitjes heen, is ter bescherming van de eitjes.
Kikkers en hun nageslacht
We zien kikkers in het voorjaar veel bij water en op sommige plaatsen in het land worden een soort wallen langs de weg geplaatst, om kikkers en padden onder de weg door te leiden. Tijdens de paartijd worden er anders te veel doodgereden. Heb je zelf een vijver in de tuin, dan zou het zo maar kunnen dat je vijver bevolkt wordt door kikkereitjes. Overigens denken we bij de kikker vaak aan de groene, maar er zijn ook bruine kikkers, boomkikkers en heikikkers.
Kikkers in je tuin halen
Wil je kikkers in je tuin aantrekken, zorg dan dat je vijver geen vissen bevat en minimaal voor de helft in de zon ligt. Verder is het belangrijk dat er voldoende groen in de buurt is. Dit is belangrijk voor de kikker als schuilplaats.
Bron: Skeeze, Pixabay Zwaluw
De zwaluw kondigt het warmere seizoen aan
De zwaluw behoort tot de zangvogels en is duidelijk te herkennen aan de witte bef en buik en de donkerblauwe of zwarte bovenkant/vleugels. De bekendste zwaluw in Nederland is de boerenzwaluw en deze komt helemaal uit Afrika terugvliegen om vanaf april of mei in Nederland de zomer door te brengen. De eerste komen in april en de rest komt later, vandaar het gezegde: “Een zwaluw maakt nog geen zomer”. De zwaluw geeft de mens wel het idee dat de zomer eraan komt en stemt hen vrolijk.
Nest van de zwaluw
Je moet de zwaluw altijd rustig laten nestelen, maar je kunt de nestjes op de meest vreemde plaatsen tegenkomen. Ze nestelen overal, zoals:
- In bestaande boomholtes
- In spleten in rotswanden
- In nestgangen in zandafgravingen
- Langs rivieroevers/beddingen
- In een zelfgemaakt kommetje van modder, tegen een gebouw
De zwaluw heeft meerdere broedsels per jaar. Ze broeden zeker twee tot drie keer per jaar.
Bron: Plukje, Pixabay Dassen
Zoek de das
De das tref je niet zomaar in je tuin aan en kan je eigenlijk ook niet lokken. De das is een dier welke je echt op moet gaan zoeken. Op verschillende plaatsen in het land worden tochten onder begeleiding georganiseerd. Op deze wijze verloopt het proces ook zorgvuldig en worden er geen dieren opgejaagd of nesten verstoord. Op verschillende plaatsen waar de das voorkomt worden ook geur- en geluidsdichte hutten neergezet. Dit gaat altijd georganiseerd en moet je meestal vooraf boeken. Maar zo kan je wel tot op zo’n tien meter van de burcht komen. Bij onder meer de Dasmobiel in de buurt van Deventer kan je deze excursie ondernemen.
In het voorjaar heb je meer kans de das te spotten, omdat deze dan zichtbaar actiever is. Hoewel ze ogenschijnlijk pas in mei gaan leven, want dan komen ze tevoorschijn, paren ze al in februari. Ze komen echter bij schemering pas uit hun hol. Dus als je de das wilt zien, maak er dan een vroege avondwandeling van.
Wat we niet zien is de burcht die de das onder de grond bouwt. De das bouwt een compleet netwerk van ondergrondse tunnels en op deze wijze ontstaat er een burcht. Bij een georganiseerde dassentocht wordt er weleens stilgestaan bij een oude burcht die niet meer in gebruik is. Als deze deels instort of blootgelegd wordt, krijg je een idee hoe dit er in praktijk uitziet.
Voeding van de das
De neus van de das zal je altijd over de grond zien gaan, want zo spoort de das andere dieren en plantaardig voedsel op. De das wordt ook wel de opportunistische alleseter genoemd, want het is niet een dier dat gericht op jacht gaat. De das eet wat op zijn/haar pad komt en voornamelijk zijn dat regenwormen, insectenlarven en plantaardig voedsel. Denk hierbij aan vruchten, knollen, granen en klaver. Soms eten ze zelfs kikkers en kleine zoogdieren of op de grond broedende vogels. De das is in feite een carnivoor, maar in de herfst lijkt het meer een herbivoor.
Aantallen
Het is jaren slecht gegaan met de dassenpopulatie. Een dieptepunt lag rond 1980, toen liepen er nog slechts zo’n 1200 rond. Het aantal dassen is de 21ste eeuw echter weer opgelopen tot zo’n 5.500 stuks.
Karakteristieke kop van de das
Karakteristiek is de kop die zwart met wit gestreept is. De poten zijn zwart en de vacht is grijs. Maar hoe duidelijk zichtbaar de kop ook is, ze zijn niet eenvoudig te spotten. In Nederland komen ze op verschillen plaatsen voor, maar met name
- op de Veluwe
- in de Maasvallei
- in Zuid-Limburg
- in de Achterhoek (in mindere mate)
Bron: Hans, Pixabay Fluitenkruid
Overal groeit fluitenkruid
Naast de dieren zijn er ook nog planten die het lentegevoel aankondigen. Een goed voorbeeld is het fluitenkruid. Het fluitenkruid geeft kleine witte bloemetjes op dunne lichtgroene stengels. De plant behoort tot de schermbloemfamilie.
Je komt de plant in het wild tegen daar waar gras groeit. Dat wil zeggen dat het een plant is die langs menig snelweg te zien is in het voorjaar, als het wat opwarmt. De plant zaait zichzelf uit. De naam verwijst naar holle stengels waar kinderen vroeger een fluitje van sneden.
Lieflijk
Hoewel het een stevig woekerende plant is, heeft de plant een lieflijke en zachte uitstraling. De delicaat ogende witte bloempjes geven er dat lieflijke gevoel aan. In het noorden van Nederland wordt de plant ook weleens Pinksterbloem genoemd.
Tot slot
Als je wat nadrukkelijker naar de opkomende natuur in de lente kijkt, dan is het een enorm schouwspel wat er aan je voorbijtrekt. Alles leeft weer, maakt geluid, eet en plant zich voort. Als je dan ook nog een beetje gericht in je directe omgeving rondkijkt, dan ontvouwt het zich vaak voor je.