Buisjeszwammen zijn paddenstoelen
Paddenstoelen zijn er het hele jaar wel te vinden. Maar zo gauw het herfst is, schieten ze massaal als paddenstoelen uit de grond. Veel paddenstoelen zijn er te bewonderen in het vochtige met herfstbladeren bedekte bos. Paddenstoelen mét hoed en zonder hoed, mooie gekleurde paddenstoelen, giftige paddenstoelen, eetbare paddenstoelen en paddenstoelen met plaatjes of buisjes onder de hoed.
Buisjeszwammen
Alle buisjeszwammen met een hoed en een steel noemen we boleten. De boleten zijn een omvangrijke groep van stevige Basidiomyceten (een stam, binnen het rijk van de Fungi). Boleten vallen onder de familie Boletaceae. Boleten hebben aan de onderzijde van de hoed buisjes en een centrale, soms een prachtigst gekleurde steel. De buisjes hebben dezelfde functie als de plaatjes bij de plaatjeszwammen en zorgen voor een zo groot mogelijk oppervlak om miljarden sporen te kunnen laten groeien. In Nederland komen 65 soorten boleten voor van de onder ander de genera:
- Boletus;
- Pulveroboletus;
- Tylopilus;
- Gyrodon;
- Gyroporus;
- Boletinus;
- Leccinum;
- Chalciporus;
- Suillus ;
- Strobilomyces.
Samenleven
Kastanjeboleet
Op twee na zijn alle boleten mycorrhiza-symbionten wat inhoud dat het mycelium vergroeid is met de wortels Het mycelium (schimmeldraden) van de boleet en de haarwortels van een boom of plant, hebben een win-win situatie, een samenwerking waar beide van profiteren. De schimmeldraden geven water en mineralen en krijgen suikers terug. Ook wordt steeds meer duidelijk, dat ook veel kruidachtige planten een schimmelpartner hebben. Boleten vinden we dus altijd in de buurt van bomen en zijn vaak genoemd naar boom waar ze mee samenleven:
- kastanje boleet;
- elzenboleet;
- gewone berkenboleet;
- eikenboleet;
- harde populierenboleet;
- haagbeukboleet.
Sommige boleten zijn weinig kieskeurig bij het uitzoeken van hun partner terwijl anderen alleen maar bij een bepaalde loofboom of naaldboom willen leven. Naast de boleten zijn er nog meer buisjeszwammen maar dat zijn paddenstoelen die geen steel hebben maar alleen een hoed of plakkaat. Deze paddenstoelen zitten als het ware vastgeplakt op het hout. Namelijk de
korstzwammen. Een aantal boleten met hoed hieronder uitgelicht:
De kastanjeboleet (Boletus badius)
Kastanjeboleet
De kastanjeboleet is een algemeen en veel voorkomende paddenstoel in herfstbossen. De hoed, met een doorsnee van 6 tot 10 centimeter heeft een mooie kastanjebruine kleur. Bij droog weer met een matte fluweelachtig oppervlak en bij nat weer een glanzend en slijmerig oppervlak. Een jonge kastanjeboleet heeft een halfbolvormige hoed die zich langzaam ontvouwt tot een vlakke, soms gewelfde hoed. De steel is rond met een dikte van 1,5 tot 2 centimeter en heeft geen ring. Bij de aanhechting onder de hoed is een ‘inranding’ (een soort geultje). De oker tot geel gemarmerde steel krijgt net onder de inranding een effen gele kleur.
Kleur buisjes
De buisjes zijn eerst zacht geel en later worden ze geelgroen tot olijfkleurig. De kastanjeboleet is te vinden bij loofbomen maar ook onder naaldbomen. Daar waar de grond voedselarm en zurig is. Om zeker te zijn dat het een kastanjeboleet is, is een lichte druk met de duim in de buisjes genoeg. Even wachten en wanneer het inderdaad de kastanjeboleet is, verschijnt er een blauw-groene duimafdruk. Het is de kastanjeboleet!
Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis)
Gewoon eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood komt voor langs bosranden, heide of in bermen van vaak zandweggetjes. Minder in de bossen zelf en dan hoofdzakelijk in naaldbossen. De mogelijkheid bestaat dat er een groep eekhoorntjesbrood bij elkaar staat in de berm en de volgende dag verdwenen is. Gewoon eekhoorntjesbrood wordt in Nederland het meest geplukt en gegeten. De paddenstoel is eetbaar en gemakkelijk te herkennen. De halfbolvormige tot mooi gewelfde hoed met aan de onderkant de grijzig-gele buisjes, die later naar olijfgroen verkleuren. De bruine hoed kan na de bolvorm een platte hoed krijgen met een diameter van wel 30 centimeter! De bruine hoedrand is afgezet met een bleek wit, dun randje. De wittige tot okerkleurige steel is dikker naar beneden toe. Een buikige steel met een soort van haakwerkje op de bovenste helft. Het gewoon eekhoorntjesbrood lijk op het vroeg eekhoorntjesbrood (Boletus reticulatus). Het verschil is dat het vroeg eekhoorntjesbrood onder loofbomen, zoals eiken en beuken groeit. Het vroeg eekhoorntjesbrood is al in mei te vinden en juist niet meer in de herfst. De hoed is lichter en fluwelig en het haakwerk (de nettekening) bovenaan de steel is duidelijker aanwezig. Elk eekhoorntjesbrood langs bermen of in bossen is vaak aangevreten. Dieren (vooral eekhoorntjes) zijn erg dol op deze paddenstoel.
Rode boleet (Boletus rubellus)
Een prachtig rode boleet. Niet te missen in de natuur. Te vinden tussen gras en in de buurt van loofbomen van juni tot november. De halfbolvormige tot gewelfde hoed, met een gemiddelde diameter van 6 centimeter, heeft een matte donkerrode tot wijnrode kleur met een blekere rand. De onderkant van de hoed heeft gele buisjes die later geelachtig-groen kleuren.
Kleur buisjes
Bij lichtjes indrukken met de duim komt er een blauw verkleurende afdruk. De gemiddeld 4 tot 7 centimeter hoge steel is bovenaan geel en rood kleurend naar beneden toe.
Gele ringboleet (Suillus Grevillei)
Een boleet met een ring heet natuurlijk ringboleet! Met een prachtig donkergele-oranjekleurende hoed is de naam gele ringboleet verklaard. Een andere ringboleet is de bruine ringboleet met een chocoladebruine hoed. De hoed van de ringboleten wordt bij vochtig en nat weer, glanzend en slijmerig. Bij jonge exemplaren van de gele ringboleet is de hoed halfbolvormig om later vlak en wijd te gaan staan met een diameter van 3 tot 10 centimeter. De steel lijkt wel uit twee delen te bestaan. Bovenaan dezelfde kleur dan de hoed met vaak een grof haakwerkpatroon en onder het midden een zachtere kaneelbruinige tint. In het midden zit de ring. Bij jonge exemplaren heel duidelijk aanwezig en hoe ouder de gele ringboleet wordt, hoe minder goed de ring te zien is. Heel anders dan de ring bij bijvoorbeeld de
amanieten. De ring is wit en vlokkig.
Kleur buisjes
De buisjes zijn goudgeel tot olijfgeel en bij druk verkleuren de buisjes roestbruin.
Gewone heksenboleet (Boletus erythropus)
Een gemakkelijk te herkennen soort met de stevige en gekleurde steel en soms heel grote hoed. Een jong exemplaar heeft een half bolvormige hoed die zich later uitspreid en mooi gegolfd kan worden. De hoed kan een diameter hebben van 8 tot wel 20 centimeter. De donkerbruine fluwelige hoed wordt bij regen glanzend en vettig. De steel van de gewone heksenboleet kan er heel verschillend uitzien. Van een grote dikke bol, een grove dikke steel tot een slanke rechte steel. De kleur is rood en geel. Met een duidelijke afscheiding of met verticale banen naast elkaar. Vaak met blauw erdoor, door kneuzing. De gewone heksenboleet is te vinden in loofbossen of gemengde bossen. Vooral in de buurt van bij eiken en beuken, op droge en zure bodems. De gewone heksenboleet heeft wel rode buisje maar is niet giftig. Een aantal gelijkende soorten zijn wél giftig!
Kleur buisjes
De heksenboleet heeft oranje-rode buisjes (een jong exemplaar meer gelig) en bij kneuzing verkleurt het naar blauw. Een determinatie kenmerk