Alpen en Dolomieten en hun afwisselende landschappen
De grootste en hoogste bergen van Europa bevinden zich in de bergketens Alpen en Dolomieten. De bergen, bergruggen en bergmassieven van de Alpen en Dolomieten zijn ontstaan door aardverschuivingen. De manier waarop die aardverschuivingen hebben plaatsgevonden en de erosie die daarna is opgetreden heeft voor heel verschillende berglandschappen gezorgd. Voor velen is het een jaarlijks terugkerend feest om een of enkele weken in die bergen te vertoeven en van de landschappen te genieten. Vaak gaat dat gepaard met sportieve activiteiten zoals bergwandelen of skiën.
Aarde met drie hoofdlagen
De aarde bestaat uit drie hoofdlagen namelijk de aardkorst, de aardmantel en de aardkern. De aardkorst bedraagt slechts ongeveer 1% van het volume van de aarde en is tussen ongeveer tien en tientallen kilometers dik. Die korst bestaat uit verschillende soorten gesteenten. De aardmantel bestaat uit stollingsgesteente en neemt ongeveer 83% van het volume van de aarde in en de aardkern ongeveer 16% en bestaat voornamelijk uit ijzer en nikkel.
Verschuivingen van aardplaten in miljoenen jaren
Om de verhouding van de aardkorst met de totale massa van de aarde voor te stellen kan de dunne laag van de aardkorst vergeleken worden met de schil van een vrucht. Maar er is wel een belangrijk verschil. De aardkorst is namelijk niet een geheel zoals de schil van een vrucht maar bestaat uit verschillende platen die eigenlijk een beetje drijven op de laag er onder. De bewegingen die door het drijven van de platen ontstaan worden platentektoniek genoemd. Die bewegingen zijn echter normaal gesproken niet waar te nemen omdat verschuivingen miljoenen jaren duren. Slechts bij een zogenaamde aardbeving is de beweging waar te nemen met meestal ook dramatische gevolgen.
Verschillende bergtypen door manier van verschuiven en botsen
Waar die aardplaten tegen elkaar komen vinden botsingen plaats. In miljoenen jaren kunnen de platen elkaar zo opdrukken dat ze tegen elkaar omhoog gaan staan. De randen kunnen worden samengedrukt en ingedeukt en het gesteente kan gedeeltelijk over elkaar schuiven. Uiteindelijk ontstaan door al die krachten tegen elkaar en door de manier waarop dit gebeurt verschillende bergtypen. Zo zijn de Alpen ook het resultaat van botsingen die miljoenen jaren hebben geduurd. Niet alleen hele platen kunnen bewegen maar ook delen daarvan en zowel in horizontale als verticale richting waardoor over grotere oppervlakten en vooral vanuit bijvoorbeeld een vliegtuig, grillige berglandschappen waargenomen kunnen worden.
Drie zich onderscheidende hoogtelagen
Bij een berg kunnen drie lagen worden onderscheiden wat de hoogte betreft en waarbij het onderscheid vooral bestaat door het al dan niet aanwezig zijn van sneeuw en begroeiing en ook per berglaag kan een verschillende soort begroeiing worden onderscheiden. Op de bovenste berglaag ligt nagenoeg het hele jaar door sneeuw en op het bovenste gedeelte van die laag is de temperatuur zo laag dat er altijd sneeuw ligt wat daarom eeuwige sneeuw wordt genoemd. De temperatuur van de middelste laag is in de winter laag (met skigebieden) maar in de zomer zodanig dat er begroeiing mogelijk is. Op die laag bevinden zich de zogenaamde alpen die bestaan uit weidegebieden waar heel vaak prachtige bloemen bloeien. Op de onderste laag groeien bomen met bovenaan op die laag naaldbomen en lager loofbomen. De grens waar de hoogste bomen overgaan in alpenweiden heet de boomgrens.
Onderdeel van Alpen zijn grillige Dolomieten
Een deel van de Alpen, namelijk ten zuiden van de Oostenrijkse Alpen in Noord Italië, heeft een aparte naam en wel Dolomieten. Dit gedeelte onderscheidt zich van de rest van de Alpen door grilligheid, scherpe pieken, smalle ravijnen en steile afgronden. De Dolomieten kenmerken zich ook door de gelige kleur van veel rotswanden die wordt veroorzaakt door een hoog magnesiumgehalte. Een aantal van de oorspronkelijk gele rotswanden zijn echter door verwering grauw gekleurd. De Dolomieten zijn genoemd naar de Franse geoloog Déodat de Dolomieu (1750-1801).
Typische effecten van platentektoniek
De rand van een plaat die omhoog is gedrukt kan een tamelijk verticale vorm hebben met de beroemde noordkant van de Zwitserse Eiger als voorbeeld. In andere gevallen is de plaat nog verder omhoog gedrukt waardoor een langgerekte bergrug kan zijn ontstaan met globaal een doorsnedevorm als een driehoek. Daar waar de spits van die driehoek niet door erosie is afgesleten is er sprake van een smalle toplijn die Grat wordt genoemd. Veel bergwandelaars vinden het lopen over een Grat griezelig omdat zich aan beide zijden grote dieptes bevinden. Mensen die veel last hebben van hoogtevrees kunnen hier beter wegblijven. Een ander typisch verschijnsel is een kolossale bergpiek zoals de Matterhorn.
Gletsjers met bijzonder effect in berglandschap
Tussen bergen in kunnen zich gletsjers gevormd hebben. Een gletsjer is een strook ijs die heel langzaam tussen twee bergen in naar beneden stroomt. Zo’n ijsstrook is ontstaan door sneeuw waarbij de sneeuw onderin samengedrukt is en tot ijs is geworden. Aan de onderkant van de gletsjer smelt het ijs weg en vormt een rivier die naar een lager gelegen gebied stroomt. Door klimaatverandering smelten de onderkanten van gletsjers tegenwoordig sneller dan voorheen. Gletsjers zijn heel bepalend voor het berglandschap. De langste gletsjer van de Alpen is de Aletschgletsjer en bevindt zich in Wallis aan de zuidkant van de Berner Alpen.