De verzorging van gras
Hoe kan ik het beste mijn gazon verzorgen? Wat is het geheim van een mooie grasmat? Om het gras in je tuin goed te verzorgen moet je met verschillende dingen rekening houden.
Graszaad kiezen
Het zaaien van een gazon is goedkoper dan het leggen van graszoden. Het nadeel van zaaien is wel dat je zes weken moet wachten voor er op het gras gelopen kan worden. Als je zelf een gazon gaat inzaaien, kun je kiezen uit verschillende grassoorten. Er zijn zaden voor een 'sterk' speelgazon, een siergazon of voor een gazon met schaduw. Vanaf half april tot ver in de nazomer kan ingezaaid worden, maar vanaf half augustus is het meest ideaal. Dan zijn de nachten lekker warm, de luchtvochtigheid is hoog en onkruid is dan al minder actief. In die tijd van het jaar kiemt het gras heel snel.
De voorbereiding in 4 stappen
Of je nu zaait of graszoden legt, het voorbereidende werk is hetzelfde. Het beste is om hier minimaal twee weken van tevoren mee te beginnen, dan kan de grond inklinken.
- Spit de grond één spade diep om. Is de grond onder de spitlaag erg hard, spit dan wat dieper. Verwijder alle stenen en ander afval die je bij het spitten tegenkomt.
- Laat dan de grond met rust om in te klinken. Zo voorkom je dat er straks in het gras hobbels en kuilen ontstaan. Schoffel wel steeds het onkruid weg.
- Werk een mengsel van compost en mest of speciale Pokon Gazongrond door de bovenste grondlaag.
- Stamp of rol de grond daarna goed aan. Een grasroller of tuinwals kun je bij bouwmarkten huren.
Zaaien en sproeien
Hebt u besloten welke grassoort u wilt? Een kilo graszaad is genoeg voor een gazon van 40 a 50 m². Verdeel de hoeveelheid graszaad in twee porties. Hark de bovenlaag van de aarde los. Strooi het zaad bij windstil weer een keer met een brede worp in de ene richting en een tweede keer dwars op de eerste zaairichting. Zaai de randen van het gazon voor extra stevigheid wat dikker in. Hark dan voorzichtig de zaden in de bovenlaag van de grond. Trap of rol de bovenlaag vervolgens goed aan. Maak het ingezaaide stuk grond goed nat. Doe dat met een zachte waterstraal, zodat de zaden niet weg kunnen stromen. Sproei twee tot drie keer per dag tot het gras opkomt. Span een touw om het gazon-in-wording om te voorkomen dat iemand erop loopt.
Graszoden leggen
Graszoden worden op rollen geleverd. Uitgerold zijn ze 2,5 m lang en 40 cm breed. Elke rol is dus één vierkante meter. Meet het toekomstige grasveld op en reken uit hoeveel zoden nodig zijn. Het beste is om graszoden meteen of uiterlijk 18 uur na levering in de tuin te leggen. Maak de grond, voordat u de zoden uitlegt, goed nat. Rol de zoden zo dicht mogelijk tegen elkaar uit. Kieren kunt u opvullen met potgrond zodat ze snel aan elkaar kunnen groeien. Stamp de zoden aan of gebruik hiervoor een speciale roller, zodat de ondergrond goed in contact komt met de aarde. Geef water en zorg rvoor dat het gazon - vooral de eerste weken - goed vochtig blijft. Na die tijd is het gras vastgegroeid en kan het met minder water toe.
Tip – vraag of de graszoden gekoeld kunnen worden geleverd. Dan is de kans op broei of uitdroging nihil.
Maaimateriaal
Voor een klein grasveldje voldoet een grashark prima. Is het gazon groter, dan is een opvangbak die je aan de grasmaaier kunt hangen een goede oplossing. Nadeel: deze bak moet steeds geleegd worden. Tegenwoordig zijn er grasmaaiers die het afgemaaide gras extra fijn versnipperen en dat materiaal kan als voeding op het gazon achterblijven.
Tip – afgemaaid gras kan op de composthoop, maar dan wel in dunne lagen. Teveel grasafval in één keer zal slecht of niet verteren. Leg in de zomer in droge periodes het grasmaaisel rond pas geplante bomen of struiken. Op die manier blijft de aarde bedekt en zal de grond minder snel uitdrogen.
Voor ’t eerst maaien
Het gras wordt voor de eerste keer gemaaid als het 7 cm hoog is. Stel voor de eerste maaibeurten de messen zo hoog mogelijk af. Dan wordt het gras alleen getopt en wordt het geactiveerd om goed uit te groeien, zodat er een volle grasmat kan ontstaan. Haal met een grashark het maaisel weg.
De ene maaier is de andere niet
Als het gras eenmaal groeit, moet het wekelijks gemaaid worden. Voor een klein gazon is een handmaaier heel geschikt. Cirkelmaaiers en maaiers die op een luchtkussen zweven, zijn elektrisch of hebben een accu. Bij een cirkelmaaier wordt het gras door een horizontaal stel messen gemaaid. Bij kooimaaiers wordt het gras afgesneden tussen de ronddraaiende messen, waarbij de kooimessen het ondermes net raken. Cirkel- en kooimaaiers zijn er ook met een benzinemotor. De laatste jaren is de robotmaaier een nieuw fenomeen. De maaimachine zoekt zelf zijn weg over het gazon, hij kan worden opgeladen en weet ook weer zijn laadstation te vinden.
De kantjes er vanaf
Vaak is het maaien niet het meeste werk, maar het knippen van de graskanten. Daarom worden er soms langs een gazon een rijtje klinkers gelegd. De machine kan dan over de klinkers rijden en zo de grasranden netjes mee maaien. Ook bestaan er speciale opsluitbanden. Deze worden zo diep aangebracht dat de bovenrand onder het niveau van de messen van de maaimachine ligt. Voor het afsteken van grasranden is er speciaal gereedschap en met een grastrimmer kun je snel de kanten kortwieken.
IJverige mollen
In sommige gebieden zijn mollen erg actief. Het is heel vervelend als een mol uw gazonnetje heeft uitgekozen om er zijn gangen in te graven. Komen ze in de buurt veel voor, dan kun je, voordat je een gazon gaat aanleggen, eerst op ca. 10 cm diepte gaas op de bodem aanbrengen. In een bestaand gazon kun je kiezen voor een apparaat dat via batterijen of op zonne-energie trillingen veroorzaakt waardoor de mol op de vlucht slaat.