De okkernootviltmijt (Aceria erinea) en de walnotenboom
De walnotenboom staat als grote trots in veel tuinen. Vroeger hadden veel mensen een walnotenboom op het erf of zelfs meerdere walnotenbomen. Als beschermer. Er werd namelijk gezegd dat een walnotenboom nooit door de bliksem getroffen zou worden. Het blad van een walnotenboom heeft zeven bladeren en zeven is in de kerkgeschiedenis een symbool tegen onweer en onheil. De walnotenboom beschermt tegen muggen in de woning of boerderij. De notenboom heeft een tanninegeur waar muggen niet van houden. Ideaal om rustig in de schaduw te zitten bij zomers weer. Als prettige bijeenkomst zijn de vruchten van de boom (de walnoot) gezond en gewoon lekker. Vooral vers van de boom (natte noten). Maar de bladeren van de boom hebben vreemde knobbels door een mijt. Is dit schadelijk voor de vrucht?
Mijten
De veroorzaker van de vreemde bobbels op de bovenkant van het blad van een walnotenboom is een mijt. Mijten zijn kleine geleedpotigen net als spinnen en insecten. Mijten hebben echter een lichaam dat niet duidelijk in twee segmenten gedeeld is zoals bij de spinachtigen en ook niet duidelijk in drie segmenten zoals bij insecten. Mijten zien eruit als één log lichaam met opvallend veel poten lijkt het wel. Maar net als bij spinnen zijn het acht poten. Samen met teken (Ixodida) vormen ze de orde Acarina en behoren tot de familie Eriophyidae. Een familie van meer dan 200 soorten van mijten.
Parasieten
Mijten zijn parasieten en kunnen esthetische schade brengen aan planten en bomen. Dit houdt in dat er weinig tot geen schade is voor boom of plant en vrucht. Maar ook zijn er mijten die wél schade aanrichten, bijvoorbeeld de bonenspintmijt. Deze kan ervoor zorgen dat, zonder ingrijpen, een hele oogst sperziebonen verloren gaat.
De bolling gelijkend op een gal en een rups
Schade aan de walnoot
De okkernootviltmijt of walnootgalmijt is een mijt die ook hoort bij de familie Eriophyidae, bij de soort Aceria. De oude benaming is Eriophyes erineus. De okkernootviltmijt is een kleine mijt. Een volwassen mijt heeft een grote van 0.16 tot 0.03 millimeter. Met het blote oog zijn de mijten niet te zien, microscopenwerk is het om te zien dat de okkernootviltmijten een wit-groene kleur hebben.
Overwinteren in de walnotenboom
De mijten overwinteren in de schubben van de in het najaar gevormde knoppen en in de stam. Zo gauw in het voorjaar de bladeren gaan uitlopen kruipen de minispinnetjes aan de onderkant van de jonge bladeren. Aan de bladonderzijde worden kleine harige structuren zichtbaar die een holle ruimte afsluiten. De fijne haren worden gemaakt van de bladcellen van het walnotenblad.
Ze lijken op vilt, vandaar dat de mijt ook wel viltmijt genoemd wordt. De holle ruimte aan de onderkant van het blad, geeft aan de bovenkant een bolling. Een bolling als een gal en gelijkend op een rups. Door deze gal wordt de mijt ook wel galmijt genoemd. Grote schade geeft de okkernootviltmijt niet. De walnoten lijden er niet onder alleen zal de groei enigszins afgeremd worden.
Mijten op bomen
Het schaadt de vrucht niet
Elke mijt heeft zijn eigen boomsoort of plantensoort. Naast de okkernootviltmijt kennen we onder ander de:
- Elzenviltmijt - Acalitus brevitarsus;
- Berkenknopmijt - Acalitus calycophthirus;
- Valeriaanmijt - Aceria macrotuberculata;
- Vliermijt - Aceria loewi;
- Populierenrozetmijt - Aceria dispar;
- Beukenbladviltmijt - Aceria nervisequa;
- Gewone esdoornmijt - Aceria pseudoplatani;
- Populierenviltmijt - Aceria varia;
- Iepenvlekmijt - Aceria ulmi;
- Klaverbloemmijt - Aceria plicator;
- Klaverzuringmijt - Aceria oxalidis;
- Valeriaanmijt - Aceria macrotuberculata;
- Struikheidemijt - Aceria exigua.
Het schaadt de vrucht niet
Hoe te handelen
Van de okkernootviltmijt is moeilijk af te komen. Om te voorkomen is het van belang om een nieuwe jonge boom niet in natte grond te poten. Bovendien zijn de meeste nieuwe notenrassen weinig tot niet vatbaar voor ziekten. Het zijn vaak de oudere notenrassen en notenbomen die vatbaar voor ziekten zijn. Ruim het blad in het najaar op. Niet op de eigen composthoop maar in de aangeboden bladkorven.