Zorgdragen voor de oudere hond
Ineens merkt u het. ‘Wat wordt hij grijs’. Of, ‘het traplopen gaat niet meer zo makkelijk’. Of, ‘wat luistert hij toch slecht de laatste paar weken’. Grote kans dat het begint met het opmerken van kleine veranderingen in uw hond. Waarna u zich realiseert, ‘mijn hond wordt oud!’ Net als bij de mens krijgt een hond op een gegeven moment last van ouderdomsklachten. Iets waar u als baas mee wordt geconfronteerd en mee om moet leren gaan. Op die manier kan uw hond de laatste jaren van zijn of haar leven nog veel plezier beleven.
Langer leven
Tegenwoordig leven honden, net als de mens, steeds langer. Verbeterde voeding en goede medische verzorging spelen daarbij een grote rol. Daarbij is ook de mens anders naar hun huisdier gaan kijken. Was een hond vroeger voornamelijk aanwezig als bescherming, tegenwoordig worden ze vaak gezien als een volwaardig gezinslid. Dit maakt de band met een dier veel intenser en wordt er vaak ook meer tijd en geld besteedt aan medische verzorging mocht dit nodig zijn.
Het verschilt nogal per ras wanneer een hond oud genoemd kan worden. Grotere rassen worden vaak wat minder oud dan kleinere rassen. Maar bij alle rassen komen een aantal kenmerken voor waardoor het duidelijk wordt dat de hond nu toch echt ouder wordt.
Kenmerken van de oudere hond
Vergrijzen van de vacht
Het eerste wat vaak op valt is het vergrijzen van de vacht. Vooral rondom de snuit zullen grijze haren zichtbaar zijn, wat zich vaak uitbreidt over de hele kop en later vaak ook de poten.
Inactief en overgewicht
Ook kan het zijn dat de hond minder actief zal zijn. Niet alleen in en om het huis, maar ook tijdens de wandelingen kan dit opgemerkt worden. Door slijtage van de gewrichten wordt de hond meer immobiel en daarbij zal de energie van de hond op een gegeven moment gewoon minder worden. Hierdoor is een oudere hond ook vaak geneigd tot het hebben van overgewicht, omdat de voeding nog niet is aangepast aan de activiteit van de hond.
Doofheid, verminderd gezichts –en reukvermogen
Doofheid en verminderd gezichtsvermogen kunnen voorkomen. De doofheid is vaak een reden waarom een hond tijdens de slaap zo ontzettend diep weg lijkt te zijn, hij wordt niet meer wakker van omgevingsgeluiden, omdat hij deze niet meer hoort. Met het uitlaten van de hond moet dan ook rekening gehouden worden, let erop dat u uw hond niet los laat lopen terwijl hij niet terug te roepen is door zijn gehoorprobleem. Naast doofheid en verminderd gezichtvermogen komt een verminderd reukvermogen ook voor. Dit kan als consequentie hebben dat de eetlust verminderd.
Gedrag
Het gedrag van de hond kan op latere leeftijd zeker anders worden. Sommige mensen denken dat de hond dement wordt. Dementie is echter nooit bewezen bij honden. Echter, de hond kan een aantal gedragingen uiten wat op dementie lijkt. Zoals o.a., verminderd bewustzijn, zwerfgedrag, desoriëntatie en initiatief verlies.
Incontinentie
Incontinentie kan op latere leeftijd voorkomen bij de hond. Vaak wordt er dan een plekje urine gezien in de mand of op de slaapplaats van de hond. Er zijn medicijnen voor te krijgen indien nodig.
Aanval
Soms komt het voor dat een oudere hond een soort aanval krijgt, waarbij de symptomen lijken op een hersenbloeding. Ze kunnen omvallen, hebben een dronkenmansloop, scheve kop en hun ogen gaan vaak vrij snel heen en weer. Een dergelijke aanval hoeft niets te maken te hebben met een hersenbloeding (dit komt bij honden namelijk zelden voor), maar laat u dier altijd controleren door een dierenarts. Meestal herstelt de hond vanzelf binnen een paar dagen tot een week. Het wordt een
Geriatrisch Vestibulair Syndroom genoemd, niet erg bekend, dus belangrijk om hier zelf kennis van te nemen en dit eventueel te bespreken met uw dierenarts, mocht dit voorkomen bij uw hond.
Omgaan met de ouder wordende hond
Dit zijn een aantal kenmerken welke voorkomen bij honden op latere leeftijd, zeker niet alle. Belangrijk is het om uw omgang met de hond hierop aan te passen.
- Neem de tijd voor uw hond, het zal allemaal niet meer zo snel gaan als dat het vroeger ging.
- Verander de huiselijke omgeving zo min mogelijk.
- Laat de hond wat vaker uit. Door incontinentie is het vaak moeilijker voor de hond om de plas op te houden. Beter om wat vaker een korter stukje uit te laten dan echt lange wandelingen maken. Ook voor eventueel pijnlijke gewrichten is dit een goed alternatief.
- Probeer stress voor de hond te minimaliseren.
- Pas de voeding aan aan de leeftijd van de hond.
- Maak oogcontact met de hond en spreek langzaam en duidelijk bij doofheid en klap in uw handen om de aandacht van de hond te trekken. Dit is vaak nog luid genoeg.
Naast deze kenmerken die vaak voorkomen bij de oudere hond, kunnen er natuurlijk ook klachten ontstaan die medische zorg nodig hebben. Sowieso is het belangrijk om de hond regelmatig(er) te laten controleren door de dierenarts. Daarbij is het belangrijk om bij het opmerken van “ouderdomsklachten” dit altijd te bespreken met de dierenarts. Het kan natuurlijk altijd iets anders zijn wat medische zorg nodig heeft. Oudere honden hebben meer zorg nodig en zijn ook sneller vatbaar voor ziekten en lichamelijke ongemakken. Ook hersteltijd bij een oudere hond zal langer in beslag nemen en minder makkelijk gaan. Daarom is het belangrijk om tijdig bij de dierenarts langs te gaan bij klachten en regelmatig de controles uit te laten voeren. Waarbij de gebitscontroles ook niet moeten worden vergeten.
Samen met uw dierenarts kunt u uw hond met ouderdomskenmerken nog fijne jaren geven.