Japanse terriër: een rashond uit Japan
De Japanse terriër is zoals de naam al zegt een hondenras dat afkomstig is uit Japan. Foxterriërs uit Europa werden gekruist met Japanse honden, waardoor het ras is ontstaan. Deze zeldzame hond komt buiten Japan nauwelijks voor. Deze aanhankelijke en kleine hond beschikt over een goed karakter en is zowel geschikt als gezelschapshond als jachthond. Deze sierlijke hond houdt niet zo van kou en hij krijgt graag beweging.Geschiedenis
De Japanse terriër is ontstaan doordat Europese zeelieden hun Foxterriërs mee hebben genomen naar Japan waar ze werden gekruist met Japanse honden. Zo werden aan het begin van de 19de eeuw Gladharige Fox Terriërs (afkomstig uit Nederland) in Japan geïntroduceerd. Deze werden gekruist met de inheemse honden om een nieuwe terriër te creëren die kleiner was dan zijn voorouders. Ze waren geschikt als gezelschapshond en als jachthond. Hij is een geschikte jachthond voor de jacht op waterwild. Oorspronkelijk was de naam van deze hond de “Nihon Teria”, ook wel “Nippon Terriër”of “Nihon Terriër” genoemd. Hij behoort tot de rasgroep van de kleine terriërs. Buiten Japan komt deze hond nauwelijks voor.Uiterlijk
Met een gemiddelde schouderhoogte van 34 centimeter behoort de Japanse Terriër tot de kleine honden. De schouderhoogte mag een paar centimeter afwijken. Het gewicht van deze hond is gemiddeld tussen de 3 en 4 kilogram. Zijn lichaamsbouw is compact.De schedel van deze kleine terriër is klein en vlak zonder een duidelijke stop. De snuit is recht van vorm. De ogen hebben een gemiddelde grootte en zijn ovaalvormig en donker van kleur. De oren zijn klein en hoog aangezet en vallen in een V-vorm naar voren.
Zijn sterke hals die een middelmatige lengte heeft, heeft geen keelhuid. De ledematen hebben niet al te zware botten. Ook zijn staart is vrij fijn. De voeten hebben gesloten compacte tenen waarbij de voetzolen en nagels zwart zijn van kleur. De rug is kort maar stevig.