Een vriendelijk huisdier
Wie wil dat niet? Maar kunnen we dat zelf beïnvloeden of moet het dier het doen met wat het in de genen meegekregen heeft … en heeft het diertje pech als hij niet de beste genen meegekregen heeft? Deels, want de genen spelen een rol, maar ook de opvoeding kan dit beïnvloeden. Extra alert zijn bij de aanschaf van een jonge hond of kat kan dus geen kwaad.
Het nest
Spreekt voor zich dat een dier ook veel meekrijgt uit het nest. De genen van vader en moeder zijn van belang, maar daarnaast is het ook belangrijk hoe er met een nest omgegaan wordt. Daarin is de fokker de belangrijkste factor en aansluitend ben je zelf natuurlijk ook voor een deel verantwoordelijk in de voortzetting van het gedrag.
Maar bij de fokker kan het bijvoorbeeld al een rol spelen als de kooi met de dieren in de woonkamer of keuken (een veel gebruikte leefruimte) is, in plaats van een ruimte ergens apart. Daar waar mensen denken dat het rustiger is, gaan mensen net zo hard de fout in. Want een jonge kat of hond leeft zometeen ook tussen de geluiden van alledag en dus van belang dat dit niet eng is en eigenlijk gewoon zo hoort. De kat of hond weet dan niet beter.
Socialiseren
Het socialisatiegedrag, wat bij de fokker plaats moet vinden, is essentieel. Het jonge dier is nog wereldvreemd en moet bekend gemaakt worden met de wereld, de geluiden, soortgenoten en niet soortgenoten en ga zo maar door.
Hoewel het moederdier een deel voor haar rekening neemt, ligt dit voor een deel ook bij de fokker. De fokker moet het dier min of meer op sleeptouw nemen en dat wil ondermeer zeggen bekendheid met:
- het stofzuigen.
- de deurbel.
- andere mensen (behalve de fokker) en kinderen (met bijbehorend gedrag).
- andere soortgenoten los van de moeder en eventuele broertjes en zusjes.
- andere huisdieren
- uiteenlopende huislijke geluiden (televisie, spreken, zingen, keukenmachines etc.)
Behalve weinig schrikachtige dieren is het ook nog goed voor het jonge dier om open te staan voor allerlei nieuwe prikkels. Het vergroot de kans op het aanpassende vermogen van het dier en de kans om te overleven.
Menselijk contact in het socialiseringsproces
Het vasthouden van het jonge dier door de mens heeft invloed op zijn/haar latere leven, want een kat of hond die als jong diertje veel vast gehouden zijn, laat het op volwassen leeftijd ook veel gemakkelijker toe.
Logisch ook dat een dier wat ruim aangehaald is als jong dier, naar mensen toe een vriendelijker gedrag vertoont, want als jong dier was het aaien en kroelen wel prettig en zal het dier het dus ook op volwassen leeftijd ervaren als prettig.
De genen
Daarbij mogen we niet vergeten dat al het bovenstaande niet 100% werkt, want de genen van het jonge dier tellen natuurlijk ook mee. Een temperamentvol dier dat door een onbekende vastgehouden wordt die ook nog wat stuntelig is, zal wat minder geduld hebben, dan een dier dat de rust zelve is.
Wetenschappelijk is wel aangetoond dat een vriendelijke vader en moeder een zeer grote kans op een vriendelijk jong dier geeft.
Hoe kon je er achter of je een vriendelijk dier gaat kopen?
- Zorg dat je in een vroeg stadium contact hebt met de fokker.
- Soms al contact voordat het nest geboren is, maar zeker als het enkele weken oud is.
- Vraag of je mag komen kijken en observeer hoe het jonge dier in het nest leeft.
- Met wat voor fokker heb je te maken?
- Na een bepaalde tijd mag je zelf bij het nest en observeer dan hoe het jonge dier op je reageert (of ook eventuele andere kittens of pups in het nest).
- Speel met het diertje en kijk ook hoe de moeder reageert.
Je observeert en laat je gevoel meespelen, voelt het goed etc. Maar belangrijk blijft om niet alleen op een lief kopje af te gaan. Hoe verleidelijk dan ook, als je er op volwassen leeftijd problemen mee krijgt, is die blijheid van dat lieve kopje snel verdwenen.