De ezel als huisdier
Een vreemd beeld vormt hij al lang niet meer in onze Nederlandse weides: de ezel. Steeds meer mensen zwichten voor de charmes van dit eigenzinnige dier met zijn lange, pluizige oren en grote ogen. En in tegenstelling tot wat velen denken: dom zijn ze echt niet! Maar hoe schattig ze er ook uitzien en hoe eenvoudig het houden van een ezel ook lijkt, het is en blijft een hele verantwoordelijkheid. Een ezel kost geld, tijd en aandacht. En dat voor wellicht meer dan 30 jaar!
Verreweg de meeste ezels die je in ons land ziet, zijn grijs of bruin en stammen rechtstreeks af van de wilde ezel in Afrika. Een mooie getuige hiervan is de zogenaamde aalstreep, die van de kop over de rug naar de staart loopt. Ook over de schouders loopt van links naar rechts een streep. Ter hoogte van de schouderbladen, waar deze streep de aalstreep doorkruist, ontstaat zo een kruis, dat ook wel het Andreaskruis wordt genoemd.
Depressie door eenzaamheid
Een ezel is een sober en sterk dier, dat wel 35 jaar oud kan worden. Dat betekent echter niet dat hij geen verzorging vraagt of geen eisen stelt aan zijn leefomgeving. Een belangrijke eerste voorwaarde is dat een ezel niet alleen gehouden wordt. Het is een zeer sociaal dier en minimaal één maatje is echt een vereiste. Bij voorkeur is dit maatje een andere ezel, maar een pony, geit of schaap wordt meestal ook wel geaccepteerd. Een ezel die alleen gehouden wordt, kan op den duur zwaar depressief worden en daardoor allerlei lichamelijke klachten krijgen.
Schuilmogelijkheid nodig
Een hele grote weide heeft de ezel niet nodig. Maar er moet natuurlijk wel voldoende ruimte zijn om flink wat te kunnen lopen en waar liefst het nodige te ontdekken valt. De weide moet uiteraard vrij zijn van het giftige Sint Jacobskruidskruid en bij voorkeur een verhard gedeelte hebben. Dit laatste is beter voor de hoefjes van de ezel. Een weide van zo'n 1.500 m2 en een stal van ongeveer 12 m2 is voor twee ezels voldoende. Een stal, waar de ezel in kan schuilen, is overigens echt nodig. In tegenstelling tot een paard, kan de ezel namelijk niet tegen de regen. Hij heeft vrijwel geen waterafstotend laagje op de huid, waardoor hij bij regen door- en doornat wordt. Een ernstige longontsteking kan hiervan het gevolg zijn! De kou kan een ezel wel goed verdragen.
Voer verstandig!
Kan de ezel de hele dag door gras eten? Dan is het nauwelijks nodig om hem bij te voeren. Een beetje hooi (van goede kwaliteit), stro (dat ook als bodembedekking in de stal gebruikt wordt) én een liksteen (die geschiikt is voor ezels!) is voldoende. De liksteen voorziet de ezel van de benodigde mineralen en zouten. In de winter mag wat meer hooi en stro gegeven worden dan in het voorjaar en de zomer. In het wild is de ezel de hele dag door bezig om zijn voedsel bij elkaar te krijgen. In de droge gebieden waar hij van nature voorkomt, is niet veel te vinden. Een ezel heeft zich door de eeuwen heen dan ook aangewend om alles wat hij tegenkomt (en wat eetbaar is) op te eten. Honger of geen honger. Praktisch, maar niet als hij als huisdier gehouden wordt. Dan eet een ezel dus snel te veel en dat kan niet alleen tot overgewicht leiden, maar ook tot koliek (ernstige buikklachten) of hoefbevangenheid (een pijnlijke ontsteking van de hoeflederhuid). Beiden kunnen uiteindelijk de dood tot gevolg hebben!
Wortels kunnen wel aan de ezel gegeven worden (één of twee per dag). Ze bevatten bijna geen calorieën en zitten boordevol vitamine A, wat vooral in de winter een goede aanvulling is op het dieet van de ezel. Onbespoten wilgen- of berkentakken zijn ook welkom. De bast wordt graag door de ezel gegeten en bevat veel gezonde stoffen. Daarnaast houdt het knagen van de stammen de ezel lekker bezig en werkt dus uitstekend tegen de verveling! Appels en brood (oud, maar niet beschimmeld) kunnen af en toe en in beperkte mate als traktatie aan de ezel gegeven worden.
Verzorging door hoefsmid en tandarts
Een paar keer per jaar moeten de hoefjes van de ezel bekapt worden door een hoefsmid. Ons natte klimaat, met als gevolg daarvan vaak drassige weiden, doen de hoefjes van de Nederlandse ezel vaak geen goed. In het wild loopt de ezel zijn hele leven op harde, rotsachtige ondergronden in een droog en warm klimaat. Doordat de grond in ons land vaak te nat is voor de ezel, kan onder andere white line disease ontstaan. Een vervelende aandoening aan de hoefjes. Een goede hoefsmid zal de hoefjes hierop controleren en zonodig behandelen. Naast de hoefsmid zal ook de tandarts regelmatig langs moeten komen om het gebit te controleren op afwijkingen en bijvoorbeeld haken van de kiezen te verwijderen. Tot slot zijn een regelmatige borstelbeurt (zeker wanneer de ezel wisselt van winter- naar zomervacht) en een keer of vier per jaar ontwormen geen overbodige luxe.
Houd er rekening mee dat je, met een beetje geluk, een hele lange tijd voor je ezel moet zorgen. Hij kan tenslotte ruim dertig jaar oud worden. Denk dus heel goed na voordat je besluit om een ezel (of twee) te nemen.