Schipperke: het kleinste herdershondenras
Het schipperke is de kleinste herdershond ter wereld. Het is een mooie compacte hond met een zwarte vacht. Het dier werd vroeger in België gebruikt als jager op ongedierte als ratten, muizen en mollen. Waar het schipperke officieel vandaan komt is onduidelijk, maar het is wel zeker dat de hond in de vijftiende eeuw al voorkwam. Het ras stond voor het eerst beschreven in een kroniek van de Brusselse broeder Wenseslaus. Daarin beschrijft hij dat het schipperke al als huisdier werd gehouden bij mensen met een ambachtelijk beroep. Hij had het over een kleine zwarte hond. De eigenaren maakten in die tijd al halsbanden voor hun dier.
Geschiedenis
Vanaf de achttiende en negentiende eeuw is er meer bekend over het schipperke. De Belgische kynoloog Charles Huge vermoedde in de negentiende eeuw dat het dier afstamt van herdershonden met een wolfsuiterlijk. Deze dieren waren ook zwart, maar hadden geen staart. Het ras veranderde in de daaropvolgende decennia in verschillende varianten, waaronder in een kleine zwarte herdershond: het schipperke.
Populair ras in negentiende eeuw
Belgische families zetten deze dieren in voor de bestrijding van muizen en ratten. Rond het einde van de negentiende eeuw kwam het schipperke in heel België voor. Het was een populair ras geworden. Kenmerkend aan het schipperke was de stompe staart. Volgens een legende werd de staart van de hond bruut met een mes afgesneden door een schoenmaker die jaloers was op de mooie hond van een collega. In werkelijkheid vonden veel mensen de korte staart erg mooi en kozen daarom na de geboorte van de pup voor couperen. Sinds 2006 is dit gebruik verboden in België. In Nederland werd couperen al in 2001 aan banden gelegd. Het schipperke mag sindsdien met zijn staart blijven kwispelen en kenmerkt zich nu met een korte krulstaart.
Import naar Groot-Brittannie
In de negentiende eeuw ontdekten de Britten het schipperke. Zij importeerden de dieren massaal vanuit België. Daardoor waren er in België bijna geen schipperkes meer te krijgen. Belgische kynologen richtten daarom in 1888 The Schipperkes Club op om tegenwicht te bieden. In 1890 startten ook de Britten met een eigen stamboekvereniging. Ondertussen sloegen de Belgen aan het kruisen met de overgebleven schipperkes, waardoor meer kleurvariatie ontstond. Het Belgische stamboek erkent officieel alleen de zwarte kleur. In Groot-Brittannië zijn andere kleuren als bruin en blond wel toegestaan.
Behoud ras
Het schipperke werd tot aan de Tweede Wereldoorlog steeds populairder. In de jaren vijftig taande de belangstelling. Een select gezelschap zorgde voor behoud van het ras in België. Daar draagt de Royal Schipperkes Club nog steeds zorg voor de rasstandaarden.
Uiterlijk
- Gewicht: drie tot negen kilo
- Kop: wigvormig en korte snuit
- Lichaam: breed en gedrongen, een herdershond in klein formaat
- Vacht: kenmerkende halskraag die het schipperke karakteristiek maakt.
- Hoogte: 22 tot 33 centimeter
- Levensverwachting: 16 tot 18 jaar, gemiddeld 12 tot 14 jaar
Het schipperke komt voor in de kleuren zwart, tan en reekleurig, maar de rasvereniging accepteert alleen de kleur zwart. Het ras heeft een brede borst tot aan de elleboog. Kenmerkend is het hoofd dat op de kop van een vos lijkt en de brede snoet. Het schipperke heeft kleine driehoekvormige oortjes. Tot het coupeerverbod werd de staart bij het schipperke bijna altijd verwijderd, maar nu lijkt de staart wel geaccepteerd te worden.
Karakter
Het schipperke heeft een druk karakter met een enorm uithoudingsvermogen. Veel beweging is cruciaal voor eigenaren van dit hondenras. Deze hondjes kunnen heel lang spelen en rennen. Een schipperke moet dan ook meermaals per dagen worden uitgelaten. Alleen een blokje om volstaat niet. Dit hondenras heeft een hoge intelligentie. Schipperkes zijn erg op hun baasje gesteld en zijn goede waakhonden. De dieren kunnen meestal goed met kinderen overweg. Deze honden blaffen snel om hun gevoelens te uiten. Dit ras jaagt graag op dieren als ratten en mollen.
Ziektes
Veel voorkomende ziektes onder het schipperke zijn hypothyroïdie, epilepsie, heupdysplasie, grauwe staar, de ziekte van Perthes aan de kuiten en MPS 111B. Daarnaast moet de voeding van het schipperke in de gaten worden gehouden, omdat dit ras snel te dik wordt.